Besluit Rechtspositieregeling
De Vlaamse Regering heeft minimale voorwaarden vastgesteld waaraan die rechtspositieregeling moet voldoen met haar besluit van 20 januari 2023. Op dit digitaal platform wordt verwezen naar alle toepasselijke, ook hogere regelgeving, aangevuld met interpretaties, voorbeeldbepalingen en goede praktijkvoorbeelden.
Aandachtspunten bij de aanpassing van de rechtspositieregeling
De rechtspositieregeling omvat minimaal de regels voor de instroom, doorstroom en uitstroom, de verloning, de verloven en afwezigheden en de functieclassificatie van de personeelsleden van lokale en provinciale besturen.
- Stap 1
De Vlaamse Regering heeft minimale voorwaarden vastgesteld waaraan de rechtspositieregeling van lokale en provinciale besturen moet voldoen. De besturen werken hun lokale rechtspositieregeling zelf uit binnen die krijtlijnen, waarbij ze beschikken over een grote mate van autonomie en een ruim scala aan keuzes.
In de rechtspositieregelingen voor het personeel van de diverse lokale overheden komen minimaal de volgende elementen aan bod:
- De selectie en aanwerving van het personeel.
- De loopbaan (inclusief de eventuele evaluatie, feedback of opvolging).
- De vorming en opleiding.
- Het ontslag.
- Het salaris.
- De toelagen, vergoedingen en sociale voordelen.
- De verloven en afwezigheden.
Daarin worden ook andere hogere normen, zoals de Arbeidsovereenkomstenwet, regeling rond tijdskrediet, …verwerkt.
Voor sommige, nauwkeurig afgebakende personeelscategorieën kunnen besturen afwijkende bepalingen vaststellen. Op andere personeelscategorieën, bijvoorbeeld lokale politie, onderwijzend personeel en personeel van de hulpverleningszones, is de rechtspositie niet van toepassing. Dat personeel valt onder een andere rechtspositieregeling met andere regels.
Naast de plaatselijke rechtspositieregeling zijn er nog reglementaire teksten in personeelsaangelegenheden. Dit zijn de arbeidsvoorwaarden van het personeel. Dus naast de besluitvorming waarbij uitvoering wordt het gegeven aan het rechtspositiebesluit hebben ook de deontologische code, het vormingsreglement, het arbeidsreglement, enz… betrekking tot de uitvoering van de arbeid. Belangrijk is dat naast de rechtspositieregeling al die reglementen in personeelsaangelegenheden meldingsplichtig zijn en bekend moeten worden gemaakt. Besturen moeten enkel hun plaatselijke rechtspositieregeling integraal en gecoördineerd publiceren op hun eigen website. (zie ook verder onder punt 5 en 6).
Opgelet: in de publieke sector hebben de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement een andere finaliteit en zijn ze daarom complementair. In de rechtspositieregeling worden de basisrechten en verplichtingen opgenomen, terwijl het arbeidsreglement informatie bevat over de werking en organisatie van het werk (uurroosters, meting en controle, betaling loon, procedures einde tewerkstelling,…). De rechtspositieregeling valt onder de bevoegdheid van de Vlaamse overheid; het arbeidsreglement is onderworpen aan toezicht van de arbeidsinspectie (FOD WASO) en zal voor welbepaalde aangelegenheden onderworpen zijn aan een overlegprocedure in plaats van een onderhandelingsprocedure met de vakbonden (meer informatie(opent in nieuw venster)). Omdat het arbeidsreglement ook elementen van de rechtspositieregeling kan bevatten, zal het aan het bestuurlijk toezicht onderhevig zijn en in voorkomend geval onderhandelingsmaterie zijn (zie onder ‘onderhandelingen met de vakbonden’).
- Stap 2
- Opdracht van de administratie om binnen welbepaalde beleidskrijtlijnen een onderzoek te doen en een voorstel uit te werken, al dan niet onder begeleiding van een externe partner.
- Opmaak ontwerp tot aanpassing/opmaak plaatselijke rechtspositieregeling, waarbij de algemeen directeur/provinciegriffier in overleg met het managementteam zorgt voor de opmaak van het voorontwerp van de rechtspositieregeling (artikel 171, §4, decreet over het lokaal bestuur en artikel 84, §4, Provinciedecreet). Dus met inbegrip van de wijzigingen.
- Afstemmen met bevoegde schepen/gedeputeerde, die het voorlegt aan het CBS/de deputatie.
- Eventueel informeel overlegmoment met representatieve vakorganisaties.
- Stap 3
(artikel 2 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en artikel 3 van het Koninklijk besluit van 29 augustus 1985 tot aanwijzing van de grondregelingen in de zin van artikel 2, § 1, 1°, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel).
Verloop van de procedure, kort samengevat (zie het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel):
- Oproepingen met daarin de dagorde, onderhandelingstermijn en documentatie (waaronder ontwerp van besluit) - minstens 10 werkdagen voorafgaand aan de vergadering.
- Voorstellen tot tekstwijziging worden onderzocht en kunnen aanleiding geven tot aanpassing van de ontwerptekst, mits unaniem akkoord.
- Secretaris stelt de notulen van de vergadering op en verstuurt ze naar de leden van het bevoegd comité (geen goedkeuring vereist, maar eventuele voorgestelde tekstaanpassingen aan het verslag worden in een volgend overleg goedgekeurd).
- Na beëindiging van de onderhandelingen - volgens syndicaal statuut is dat 30 dagen nadat het dossier voor het eerst ter onderhandeling werd voorgelegd op het bevoegde comité - maakt de voorzitter een ontwerp van protocol op dat binnen 15 dagen voor akkoord aan de delegaties moet worden voorgelegd.
- Delegaties beschikken over 15 werkdagen om opmerkingen aan de voorzitter toe te zenden.
- Eventuele voorgestelde tekstwijzigingen aan de tekst van het protocol worden onderzocht en voorgelegd aan de vakorganisaties.
- Opmaak definitieve tekst van het protocol.
- In het protocol worden de conclusies van de onderhandeling (per agendapunt afzonderlijk) vermeld. Er wordt melding gemaakt van:
- Ofwel eenparig akkoord/niet akkoord van de vakbonden.
- Ofwel akkoord tussen de afvaardiging van de overheid en één of meer vakorganisatie(s), alsook het standpunt van de delegatie van de andere vakorganisatie(s).
- Eventueel aangevuld met opmerkingen.
- Versturen van het afschrift van het protocol ter ondertekening.
- Stap 4
- Agendering op de gemeenteraad (of bevoegd orgaan).
- Het bevoegde orgaan (raad, tenzij delegatie) keurt de aanpassing of vaststelling van de plaatselijke rechtspositieregeling goed.
- Naast de rechtsgrond zijn volgende vermeldingen verplicht:
- Wijze van stemmen.
- Onderhandelingsresultaat.
- Duidelijke vermelding van de gewijzigde artikelen van de lokale rechtspositieregeling en wat precies de wijzigingen zijn en dit gelet op artikel 81 van het rechtspositiebesluit dat het volgende bepaalt: “Wijzigingen die vanaf de inwerkingtreding van dit besluit aangebracht worden aan die bestaande reglementaire bepalingen, zijn in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit.”.
- Stap 5
Volgende regels gelden bij publicatie van alle besluiten over de rechtspositieregeling en de reglementen in personeelszaken (zie ook onder punt 1):
- De (wijzigings)besluiten via de webtoepassing van de gemeente - zie artikel 286, §1, 2°, (gemeente) en artikel 286, §2, 2°, (OCMW) decreet over het lokaal bestuur.
- De (wijzigings)besluiten via de webtoepassing van de provincie – zie artikel 180bis Provinciedecreet.
- De geactualiseerde en gecoördineerde versie van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel en van het personeel van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn via de webtoepassing van de gemeente – zie artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende de raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulpverleningszones.
- De geactualiseerde en gecoördineerde versie van de rechtspositieregeling van het provinciepersoneel – zie artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van de provincie.
- Stap 6
De melding gebeurt via het loket voor lokale besturen op dezelfde dag als de bekendmaking van de wijzigingsbesluiten op de webtoepassing van het bestuur (artikel 330 decreet over het lokaal bestuur en artikel 245 Provinciedecreet).
Laatste wijzigingen
Het digitaal platform werd gepubliceerd op 6 april 2023. Hieronder vind je een overzicht met de laatste toevoegingen en wijzigingen
Webinar digitaal platform
Op 28 februari 2023 gaf het agentschap een webinar over het digitaal platform met het Besluit Rechtspositieregeling.