Er wordt een ruime beslissingsmarge gecreëerd voor de lokale en provinciale besturen over de regels en de wijze van de bevordering. Wel wordt er nog bepaald wat de raad minimaal moet regelen voor de bevorderingsprocedure.

Niet alleen de personeelsleden van het eigen bestuur, maar ook de personeelsleden van alle of sommige van de overheden met hetzelfde werkingsgebied, vermeld in artikel 17, §2, van dit besluit kunnen in aanmerking komen voor deelname aan de bevorderingsprocedure. De raad moet deze mogelijkheid wel vaststellen in de plaatselijke rechtspositieregeling.

Om te mogen deelnemen aan de bevorderingsprocedure, moeten de kandidaten voldoen aan enkele minimale vereisten, waaronder het feit dat ze moeten aangesteld zijn na een externe bekendmaking als vermeld in artikel 9 en een selectieprocedure als vermeld in artikel 6, 2° van dit besluit van de Vlaamse regering. Deze vereiste sluit aan bij het grondwettelijke principe van de gelijke toegang tot het openbaar ambt.

Hoewel het niet expliciet werd opgenomen, kan de raad nog steeds bepalen dat de bevordering van een statutair personeelslid gepaard gaat met een proeftijd. Voor contractuele personeelsleden gelden de bepalingen van de Arbeidsovereenkomstenwet.

Besturen hebben de keuzevrijheid om te bepalen of ze bij bevordering het dienstverband van de kandidaat (contractueel of statutair) wensen te behouden in de nieuwe functie, en of ze een terugvalpositie willen voorzien naar de vorige of een andere gelijkwaardige functie. Indien dit gewenst is, moet hierover een bepaling in de eigen rechtspositieregeling worden uitgewerkt.

Op gelijke wijze kan een bepaling worden uitgewerkt over de inschaling, een vergelijkbare salarisschaal of het eventuele behoud van anciënniteiten.

Overgangsbepaling

Oproep tot kandidaten

Personeelsleden die aan de voorwaarden voldoen, komen in aanmerking voor een bevordering, ongeacht hun administratieve toestand.

De aanstellende overheid doet dus een oproep tot kandidaten, ongeacht hun administratieve toestand. Ze kan kandidaten niet weigeren aan te schrijven en ook niet afwijzen voor de selectieprocedure op grond van hun administratieve toestand.

Een personeelslid in de toestand non-activiteit bepaalt zelf of het aan die toestand een einde wil maken voor een eventuele bevordering. Een personeelslid in de toestand disponibiliteit wegens ambtsopheffing kan via bevordering weer in actieve dienst komen. Een personeelslid in disponibiliteit wegens ziekte kan niet uitgesloten worden van de kandidaatstelling. Het kan overigens om een erg korte periode van disponibiliteit wegens ziekte gaan.

Bij het contacteren van alle in aanmerking komende kandidaten doet het betrokken bestuur er dus goed aan om zorgvuldig te werk te gaan om geen afwezige personeelsleden over het hoofd te zien.

Overgangsregeling: ten minste 5 jaar werkzaam in bestuur

De overgangsmaatregel uit artikel 75 houdt enkel in dat betrokkenen in aanmerking komen voor de procedure van bevordering maar zij moeten wel slagen in zo’n procedure voor ze aangesteld kunnen worden in een contract van onbepaalde duur of vastbenoemd kunnen worden. Een automatisme of regularisatie naar een contract van onbepaalde duur of een vaste benoeming is niet mogelijk.

Bekijk de voorbeeldbepalingen bij artikel 19(PDF bestand opent in nieuw venster).