De rechtspositieregeling omvat minimaal de regels voor de instroom, doorstroom en uitstroom, de verloning, de verloven en afwezigheden en de functieclassificatie van de personeelsleden van lokale en provinciale besturen.
De Vlaamse Regering heeft minimale voorwaarden vastgesteld waaraan de rechtspositieregeling van lokale en provinciale besturen moet voldoen. De besturen werken hun lokale rechtspositieregeling zelf uit binnen die krijtlijnen, waarbij ze beschikken over een grote mate van autonomie en een ruim scala aan keuzes. Ze verwerken daarnaast ook andere hogere normen, zoals de Arbeidsovereenkomstenwet, regeling rond tijdskrediet, …
In de rechtspositieregelingen voor het personeel van de diverse lokale overheden komen minimaal de volgende elementen aan bod:
- de selectie en aanwerving van het personeel;
- de loopbaan (inclusief de eventuele evaluatie, feedback of opvolging);
- de vorming en opleiding;
- het ontslag;
- het salaris;
- de toelagen, vergoedingen en sociale voordelen;
- de verloven en afwezigheden.
Voor sommige, nauwkeurig afgebakende personeelscategorieën kunnen besturen afwijkende bepalingen vaststellen. Op andere personeelscategorieën, bijvoorbeeld lokale politie, onderwijzend personeel en personeel van de hulpverleningszones, is de rechtspositie niet van toepassing. Dat personeel valt onder een andere rechtspositieregeling met andere regels.
Besturen moeten hun lokale rechtspositieregeling integraal en gecoördineerd publiceren op hun eigen website.
Stel je eigen lokale rechtspositieregeling samen!
Wil jouw lokaal bestuur zelf aan de slag met een nieuwe rechtspositieregeling? Consulteer de integrale rechtspositieregeling, aangevuld met interpretaties, voorbeeldbepalingen en praktijkvoorbeelden.