Onderafdeling 2. Externe mobiliteit
Artikel 18
§1. In dit artikel wordt verstaan onder externe personeelsmobiliteit: de procedure waarbij personeelsleden van andere lokale en provinciale overheden, die niet hetzelfde werkingsgebied hebben, van de diensten van de Vlaamse overheid en van de federale overheidsdiensten zich kandidaat stellen voor deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit, vermeld in artikel 17, §1, of voor deelname aan een bevorderingsprocedure, vermeld in artikel 19, §1, voor een functie bij die overheden. (W1)
§2. Alleen de personeelsleden van de overheden, vermeld in paragraaf 1, die in hun bestuur zijn aangesteld na een selectieprocedure als vermeld in artikel 6, 2°, en die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 17, §3, kunnen zich kandidaat stellen voor een procedure van externe personeelsmobiliteit.
De algemeen directeur, de adjunct-algemeendirecteur, de financieel directeur van de gemeente, de provinciegriffier en de financieel beheerder van de provincie komen niet in aanmerking voor een procedure van externe personeelsmobiliteit.
§3. De raad stelt in de rechtspositieregeling de procedure voor de toepassing van de externe personeelsmobiliteit vast. De procedure regelt ten minste:
- de wijze van bekendmaking;
- de wijze van kandidaatstelling;
- de minimale termijn voor de kandidaatstelling;
- de wijze waarop nagegaan wordt of de kandidaten voldoen aan de competentievereisten voor de functie.
Artikel 9 is ook van toepassing als de aanstellende overheid een beroep doet op de procedure van externe personeelsmobiliteit.