Gedaan met laden. U bevindt zich op: Hoofdletters - 09. Namen van dagen, feestdagen, periodes en historische gebeurtenissen Hoofdletters

Hoofdletters - 09. Namen van dagen, feestdagen, periodes en historische gebeurtenissen

Volgens de hoofdregel schrijven we eigennamen met een hoofdletter en soortnamen met een kleine letter. Het onderscheid tussen eigennaam en soortnaam is soms subtiel. Hieronder staan de specifieke regels voor het hoofdlettergebruik in namen van dagen, feestdagen, periodes en historische gebeurtenissen.

Regel 1 - Dagen, maanden en seizoenen

Schrijf woorden waarmee we de tijd indelen, zoals dagdelen, dagen, maanden en seizoenen, klein.

Ze worden als soortnamen beschouwd.

Voorbeelden
  • januari, lente, maandag, ochtend
  • in samenstellingen: herfstvakantie, januari-effect, ochtendhumeur, vrijdagavond
  • in afleidingen: lenteachtig, ochtendlijk

Regel 2 - Feestdagen

Schrijf de officiële naam van feestdagen en andere bijzondere dagen met een hoofdletter.

Niet-officiële en informele namen krijgen een kleine letter.

Voorbeelden

met hoofdletter
Allerheiligen, Chanoeka, Dag van de Arbeid, Driekoningen, Goede Vrijdag, Jom Kipoer, Kerstmis, Moederdag, Nieuwjaar, Pasen, Secretaressedag, Suikerfeest, Valentijnsdag, Werelddierendag

zonder hoofdletter
dierendag, eenmeifeest, kerst, paaszondag, valentijn

Regel 3

Schrijf samenstellingen met namen van feestdagen en andere bijzondere dagen klein.

Een samenstelling is een woord dat bestaat uit twee delen die beide ook zelfstandig kunnen voorkomen (moederdagcadeau = Moederdag en cadeau).

Voorbeelden

chanoekafeest, driekoningenbrood, goedevrijdagviering, jomkipoerfeest, kerstboom, moederdagcadeau, nieuwjaarsreceptie, paasei, valentijnskaartje

Regel 4 - Historische periodes

Schrijf namen van historische, geologische en andere periodes klein.

In wetenschappelijke literatuur kunnen die woorden een hoofdletter krijgen.

Voorbeelden
  • het computertijdperk, het interbellum, de jura, de middeleeuwen, de oudheid, het pleistoceen, de prehistorie, de renaissance
  • in samenstellingen: krijtperiode, middenbronstijd, oudheidkunde
  • in afleidingen: middeleeuws, prehistorisch

Regel 5 - Religieuze periodes

Schrijf namen van jaarlijks terugkerende religieuze periodes klein.

Voorbeelden
  • advent, ramadan, vasten
  • in samenstellingen: adventskaars, ramadanfeest, vastenactie

Regel 6 - Historische gebeurtenissen

Schrijf namen van historische gebeurtenissen met hoofdletters, voor zover ze als uniek in de geschiedenis worden beschouwd.

Ze worden dan behandeld als eigennamen.

Voorbeelden
  • de Endlösung, de Guldensporenslag, het Beleg van Nieuwpoort, de Oktoberrevolutie, de Slag bij Waterloo, de Tweede Wereldoorlog
  • in samenstellingen: Eerste Wereldoorlogboeken, Endlösungslachtoffers, Boerenkrijgmonument

Zie ook