Hoofdletters - 07. Namen van volkeren, etnische en religieuze groepen
Volgens de hoofdregel schrijven we eigennamen met een hoofdletter en soortnamen met een kleine letter. Het onderscheid tussen eigennaam en soortnaam is soms subtiel. Hieronder staan de specifieke regels voor het hoofdlettergebruik in namen van volkeren, etnische en religieuze groepen.
Regel 1 - Volkeren
Schrijf de naam van een specifiek volk of een lid daarvan met een hoofdletter, ook als de naam niet is afgeleid van een aardrijkskundige naam.
Regel 1.1
UITZONDERING: Schrijf de naam van een specifiek volk of een lid daarvan klein als die niet meer rechtstreeks naar het volk verwijst.
Het gaat dan om een soortnaam.
Regel 2
Schrijf spotnamen en bijnamen voor leden van volkeren klein.
Het gaat dan om soortnamen.
Regel 3 - Etnische groepen
Schrijf overkoepelende namen voor leden van etnische groepen klein.
Het gaat om soortnamen.
Regel 4 - Religieuze stromingen
Schrijf namen van aanhangers van een religieuze stroming klein.
Het gaat om soortnamen.
Regel 5
Schrijf woorden die zowel naar een lid van een volk als naar een aanhanger van een religieuze stroming kunnen verwijzen met een hoofdletter of met een kleine letter, volgens de betekenis.