Gedaan met laden. U bevindt zich op: Hoofdletters - 07. Namen van volkeren, etnische en religieuze groepen Hoofdletters

Hoofdletters - 07. Namen van volkeren, etnische en religieuze groepen

Volgens de hoofdregel schrijven we eigennamen met een hoofdletter en soortnamen met een kleine letter. Het onderscheid tussen eigennaam en soortnaam is soms subtiel. Hieronder staan de specifieke regels voor het hoofdlettergebruik in namen van volkeren, etnische en religieuze groepen.

Regel 1 - Volkeren

Schrijf de naam van een specifiek volk of een lid daarvan met een hoofdletter, ook als de naam niet is afgeleid van een aardrijkskundige naam.

Voorbeelden
  • een Afro-Surinaamse, een Inuit, een Jood, de Kelten, de Limburgers, de Mohikanen, de Zweden
  • in samenstellingen: Belgenmop, excuus-Turk, Mohikanendorp, Vikingboot, Vlamingenvriend
  • in afleidingen: anti-Joods, Inca-achtig, Keltisch

Regel 1.1

UITZONDERING: Schrijf de naam van een specifiek volk of een lid daarvan klein als die niet meer rechtstreeks naar het volk verwijst.

Het gaat dan om een soortnaam.

Voorbeelden
  • een bourgondiër (levensgenieter), een griek (homoseksueel), de italiaan (restaurant)
  • in samenstellingen: een afhaalchinees
  • in afleidingen: bourgondisch (uitbundig)

Regel 2

Schrijf spotnamen en bijnamen voor leden van volkeren klein.

Het gaat dan om soortnamen.

Voorbeelden
  • aussie, jap, mof, sinjoor, spaghettivreter, stroppendrager, yankee
  • in samenstellingen: jappenkamp, moffenvriend, sinjorenstad

Regel 3 - Etnische groepen

Schrijf overkoepelende namen voor leden van etnische groepen klein.

Het gaat om soortnamen.

Voorbeelden
  • een blanke, een creoolse, een indiaanse, een latino, een mulat, een zigeuner
  • in samenstellingen: bedoeïenentent, latinomuziek, zigeunerdans
  • in afleidingen: creolisering, indiaans, zigeunerachtig

Regel 4 - Religieuze stromingen

Schrijf namen van aanhangers van een religieuze stroming klein.

Het gaat om soortnamen.

Voorbeelden
  • een christen, een hindoe, een jood, een katholiek, een moslim, een protestant
  • in samenstellingen: christendeugd, hindoetempel, katholiekendag, moslimhuwelijk
  • in afleidingen: christendom, hindoeïsme, islamitisch, protestantisme

Regel 5

Schrijf woorden die zowel naar een lid van een volk als naar een aanhanger van een religieuze stroming kunnen verwijzen met een hoofdletter of met een kleine letter, volgens de betekenis.

Voorbeelden

met hoofdletter
de gesprekken tussen Joden en Palestijnen (inwoners van Israël en Palestina)

zonder hoofdletter
de dialoog tussen christenen en joden (aanhangers van het christendom en het jodendom)

Zie ook