Hoofdletters - 02. Persoonsnamen
Volgens de hoofdregel schrijven we eigennamen met een hoofdletter en soortnamen met een kleine letter. Het onderscheid tussen eigennaam en soortnaam is soms subtiel. Hieronder staan de specifieke regels voor het hoofdlettergebruik in persoonsnamen.
Regel 1 - Voornamen en familienamen
Schrijf voor- en familienamen en de initialen van personen met een hoofdletter.
De hoofdletter blijft behouden in bezitsvormen, verkleinwoorden en meervouden van persoonsnamen.
Regel 2
Schrijf in Belgische familienamen losse voorzetsels en lidwoorden altijd zoals ze in het geboorteregister en op de identiteitskaart staan.
Regel 3
Schrijf in Nederlandse familienamen losse voorzetsels en lidwoorden klein als er een voornaam, initiaal of andere familienaam aan voorafgaat.
In andere gevallen krijgt het eerste woord wel een hoofdletter.
Regel 4
Schrijf personificaties van abstracte begrippen met hoofdletters.
Regel 5
Schrijf een persoonsnaam klein als die niet meer naar de persoon zelf verwijst, maar naar personen met een bepaalde eigenschap.
Het gaat dan om een soortnaam.
Regel 6
Schrijf een persoonsnaam klein als we die gebruiken om een zaak of een ander begrip te benoemen.
Het gaat dan om een soortnaam.
Regel 6.1
UITZONDERING: Schrijf een hoofdletter als de persoonsnaam een zaak aanduidt die een artistiek of ambachtelijk product van de betrokken persoon is.
Het kan bijvoorbeeld gaan om een schilderij, een boek, een kledingstuk of vervoermiddel dat een persoonsnaam als merknaam heeft.
Regel 7 - In samenstellingen
Schrijf een samenstelling met een persoonsnaam met een hoofdletter als de naam nog rechtstreeks naar de persoon in kwestie verwijst.
Een samenstelling is een woord dat bestaat uit twee delen die beide ook zelfstandig kunnen voorkomen (Mozartopera = Mozart en opera).
Regel 8
Schrijf een samenstelling met een persoonsnaam klein als de naam niet meer rechtstreeks naar de persoon zelf verwijst.
Het gaat dan om een soortnaam.
Regel 9
Schrijf een samenstelling met de naam van een uitvinder, ontdekker of wetenschapper klein.
Het gaat dan om een soortnaam.
Regel 9.1
UITZONDERING: Behoud de hoofdletter als u de naam los gebruikt om expliciet naar de uitvinder of ontdekker te verwijzen.
Regel 10 - In afleidingen
Schrijf een afleiding van een persoonsnaam klein.
Een afleiding is een woord dat bestaat uit een grondwoord en een of meer voor- of achtervoegsels (onwagneriaans). Het grondwoord is het deel van de afleiding dat ook als afzonderlijk woord bestaat (Wagner). Voor- en achtervoegsels zijn delen die niet als afzonderlijk woord bestaan (on- en -iaans).
Regel 10.1
UITZONDERING: Behoud de hoofdletter in afleidingen met -achtig als de persoonsnaam nog rechtstreeks naar de persoon zelf verwijst.