Gedaan met laden. U bevindt zich op: Aaneenschrijven - 07. Getallen, telwoorden en breuken Aaneenschrijven
Aaneenschrijven - 07. Getallen, telwoorden en breuken
Regel 1 - Hoofdtelwoorden
Schrijf getallen in woorden aaneen tot aan het woord duizend. Schrijf achter het woord duizend een spatie.
Schrijf een trema bij klinkerbotsing in getallen zoals tweeëndertig en drieënhalf.
Voorbeelden
Regel 2
Schrijf een spatie voor en na de woorden miljoen, miljard, biljoen, biljard, triljoen enzovoort.
Voorbeelden
Regel 3 - Rangtelwoorden
Schrijf rangtelwoorden op dezelfde wijze als hoofdtelwoorden.
Voorbeelden
Regel 4
Schrijf achter een rangtelwoord in cijfers e of ste/de.
Gebruik geen superscript en schrijf geen apostrof.
Voorbeelden
Regel 5 - Breukgetallen
Schrijf teller en noemer in een breukgetal los.
Er staan ook spaties in combinaties zoals een half (halve) en een kwart.
Voorbeelden
Regel 6
Schrijf teller en noemer in een breukgetal aaneen als het breukgetal deel uitmaakt van een samenstelling.
Voorbeelden