Aaneenschrijven - 04. Samenstellingen met gelijkwaardige delen (koppelteken)
De delen van een samenstelling zijn gelijkwaardig als we ze in principe kunnen verwisselen, bijvoorbeeld: priester-dichter = dichter-priester; links-extremistisch = extremistisch-links. Bij een samenstelling met gelijkwaardige delen is er geen duidelijk kernwoord, zoals bij een gewone samenstelling (bijvoorbeeld keukentafel), waarin het rechterdeel het kernwoord is.
Regel 1 - Gelijkwaardige delen
Schrijf een of meer koppeltekens in samenstellingen die bestaan uit gelijkwaardige delen.
Het gaat zowel om zelfstandige als om bijvoeglijke naamwoorden. De regel geldt ook voor bijvoeglijke naamwoorden waarin de delen elk afzonderlijk een religieuze, politieke of levensbeschouwelijke stroming omschrijven (burgerlijk-liberaal) of waarin het linkerdeel naar een plaats of een bevolkingsgroep verwijst en het rechterdeel een religieuze, politieke of levensbeschouwelijke stroming noemt (Grieks-orthodox).
Regel 2
Schrijf ook een koppelteken tussen gelijkwaardige delen als die het linkerdeel van een samenstelling vormen.
Schrijf het rechterdeel van de samenstelling vast aan het laatste gelijkwaardige deel.
Regel 3
Schrijf in samenstellingen met gelijkwaardige delen als linkerdeel eventueel een extra koppelteken om de leesbaarheid te vergroten.
Regel 4 - Niet-gelijkwaardige delen
Schrijf tweedelige bijvoeglijke naamwoorden aaneen als de delen niet gelijkwaardig zijn.
Het gaat dan om gewone samenstellingen waarvan het rechterdeel de kern vormt. Het linkerdeel zegt iets over het rechterdeel. De delen zijn dus niet omwisselbaar. Deze regel geldt ook voor bijvoeglijke naamwoorden die zijn afgeleid van een woordgroep die bestaat uit een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord die samen een discipline, een beroep of een beoefenaar ervan beschrijven.
Regel 5
Schrijf tweedelige bijvoeglijke naamwoorden die kunnen worden opgevat als een samenstelling met gelijkwaardige delen óf als een afleiding van een woordgroep aaneen of met een koppelteken, volgens de betekenis.
Zie regel 1 en 4.
Regel 6
Schrijf zelfstandige naamwoorden die gevormd zijn op basis van bijvoeglijke naamwoorden met gelijkwaardige of niet-gelijkwaardige delen, op dezelfde manier als die bijvoeglijke naamwoorden.