Aaneenschrijven - 01. Hoofdregels (los of aaneen, koppelteken of trema)
Regel 1 - Woordgroepen
HOOFDREGEL: Schrijf een spatie tussen de woorden van een woordgroep.
Een woordgroep is een opeenvolging van woorden die bij elkaar horen, maar niet samen één woord vormen.
Regel 2 - Samenstellingen en afleidingen
HOOFDREGEL: Schrijf samenstellingen en afleidingen aaneen.
Een samenstelling is een woord dat bestaat uit twee delen die beide ook zelfstandig kunnen voorkomen (keukentafel = keuken en tafel). Een samenstelling kan zelf ook weer het linker- of rechterdeel van een nieuwe samenstelling zijn (keukentafelgesprek, designkeukentafel). Een afleiding is een woord dat bestaat uit een grondwoord en een of meer voor- of achtervoegsels (onschuldig). Voor- en achtervoegsels zijn delen die niet als afzonderlijk woord bestaan (on- en -ig).
Regel 3 - Samenstellingen met een woordgroep
Schrijf ook samenstellingen met een woordgroep aaneen als die woordgroep bestaat uit een bijvoeglijk naamwoord (of telwoord) en een zelfstandig naamwoord.
In zo’n woordgroep is het rechterdeel de kern, bijvoorbeeld mensen in de woordgroep grote mensen.
Regel 4 - Koppelteken voor de duidelijkheid
Schrijf in samenstellingen eventueel een extra koppelteken om de leesbaarheid te vergroten.
Zie ook
Naast de bovenstaande hoofdregels voor het aaneenschrijven bestaan er ook specifieke regels voor het gebruik van het koppelteken (-) en het trema (¨). Die tekens gebruiken we als we de delen van een woord niet zonder meer aaneen kunnen schrijven, bijvoorbeeld als er klinkerbotsing is (auto-ongeluk, poëzie) of als er op de grens tussen twee delen een hoofdletter staat (anti-Amerikaans). Een koppelteken of trema heeft dan als functie de delen zowel te scheiden als te verbinden, en zo de leesbaarheid van een woord te garanderen. In de onderstaande koppelingen vindt u de specifieke regels voor het aaneenschrijven.