Gedaan met laden. U bevindt zich op: Aaneenschrijven - 03. Samenkoppelingen (koppelteken) Aaneenschrijven

Aaneenschrijven - 03. Samenkoppelingen (koppelteken)

Een samenkoppeling is een combinatie van twee of meer woorden die samen een vaste eenheid vormen. Die eenheid wordt in de spelling aangegeven met koppeltekens (een kruidje-roer-me-niet). Bij een samenkoppeling is er geen duidelijk kernwoord, zoals bij een gewone samenstelling (bijvoorbeeld keukentafel), waarin het rechterdeel het kernwoord is.

Regel 1 - Samenkoppeling op zich

HOOFDREGEL: Schrijf koppeltekens tussen de delen van een samenkoppeling.

Voorbeelden

het anders-zijn, het kind-zijn, kant-en-klaar, kruidje-roer-me-niet, lelietje-van-dalen, (Onze-)Lieve-Heer, (Onze-)Lieve-Vrouw, spring-in-’t-veld

Regel 2

Behoud de koppeltekens in samenstellingen en afleidingen met een samenkoppeling.

Schrijf het rechterdeel van de samenstelling of het achtervoegsel van de afleiding vast aan het laatste deel van de samenkoppeling.

Voorbeelden
  • in samenstellingen: heen-en-weerkaartje, kant-en-klaarmaaltijd, Onze-Lieve-Vrouwekerk, spring-in-’t-veldgedoe
  • in afleidingen: doe-het-zelver, laag-bij-de-grondser, vergeet-me-nietje

Regel 3

Schrijf in een samenstelling met een samenkoppeling als linkerdeel eventueel een extra koppelteken om de leesbaarheid te vergroten.

Voorbeelden

heen-en-weer-kaartje, kant-en-klaar-maaltijd

Regel 4 - Samenkoppeling in een samenstelling

HOOFDREGEL: Schrijf koppeltekens tussen de delen van een woordgroep zonder duidelijk kernwoord als die het linkerdeel van een samenstelling vormt.

Het gaat meestal om een woordgroep van drie of meer woorden, dikwijls met een voorzetsel (zoals aan, voor, met) of met een voegwoord (zoals en). De woordgroep wordt dan binnen de samenstelling als een samenkoppeling beschouwd. Schrijf het rechterdeel van de samenstelling vast aan het laatste deel van de woordgroep.

Voorbeelden
  • woordgroepen: alles kits, nek aan nek, sport en spel, stand van zaken, stap voor stap, stoppen met roken, ver van mijn bed
  • in samenstellingen: alles-kitsgevoel, nek-aan-nekrace, sport-en-speldag, stand-van-zakengesprek, stap-voor-stapaanpak, stoppen-met-rokenprogramma, ver-van-mijn-bedshow

Regel 5

Schrijf in een samenstelling met een samenkoppeling als linkerdeel eventueel een extra koppelteken om de leesbaarheid te vergroten.

Voorbeelden

alles-kits-gevoel, nek-aan-nek-race, sport-en-spel-dag, stand-van-zaken-gesprek, stap-voor-stap-aanpak, stoppen-met-roken-programma

Regel 6

Kies eventueel voor een typografische oplossing.

Markeer de woordgroep met aanhalingstekens of cursivering, en schrijf een koppelteken vóór het rechterdeel van de samenstelling. Een typografische oplossing is vooral bruikbaar bij samenstellingen die in de praktijk niet zo vaak voorkomen.

Voorbeelden

‘alles moet kunnen’-mentaliteit of alles moet kunnen-mentaliteit, ‘donder nu maar op’-blik of donder nu maar op-blik, ‘stoppen met roken’-programma of stoppen met roken-programma, ‘twee maten en twee gewichten’-politiek of twee maten en twee gewichten-politiek

Zie ook