Webinar EPC NR 28 mei 2024
Op 28 mei 2024 organiseerde het VEKA een webinar over het EPC NR voor de energiedeskundigen type D. Enkele onderwerpen van dit webinar: wijzigingen van 2024, hoe label A te behalen en label X te vermijden.
Herlees de presentatieslides
Gestelde vragen tijdens het webinar
Wijzigingen 2024 - Hernieuwbare koeling
Dit is een fictief voorbeeld, COP, SCOP, EER en SEER werden tussen de 4 en 5 genomen.
Er is geen vastgelegde werkwijze om te bepalen of de warmtepomp koelt of verwarmt. Sommige fabrikanten geven dit als een standaard uitleesbare parameter bij het toestel, bij anderen kan bv. de insteltemperatuur gelogd worden of de temperatuur van de lucht die wordt ingeblazen. Voor toestellen die gelijktijdig kunnen koelen en verwarmen werd navraag gedaan bij fabrikanten, bij de meeste toestellen wordt er intern gemeten hoeveel er gekoeld of verwarmd wordt voor de regeling van het toestel, deze metingen mogen gebruikt worden, hiervoor is specifiek een ruimere nauwkeurigheid voorzien in het inspectieprotocol (tabel 7).
De meeste courante toestellen (tot 400 kW of 1 MW afhankelijk van het type) vallen onder Ecodesign en hiervoor kan bij ontbreken van de COP/EER het label voor koelen en verwarmen ingevoerd worden. Op basis van dit label wordt een efficiëntie verondersteld. Voor grotere toestellen die buiten Ecodesign vallen is er geen ander kader dan de huidige norm zoals beschreven in het IP.
Op korte termijn zijn er geen plannen om dit aan te passen. De berekening van de energiescore is minder gedetailleerd dan bijvoorbeeld de EPN berekening. We streven geen volledig correcte benadering van het verbruik voor koeling na (dit wordt via de meting sowieso volledig correct gevaloriseerd in het energielabel). We erkennen dus dat er afwijkingen zullen zijn, maar hebben nog geen signalen ontvangen dat de energiebehoefte voor koeling systematisch onderschat wordt.
Voor het energielabel kan dit wel degelijk al ingerekend worden, als een opwekker van het type geocooling. Voor de energiescore kan dit nog niet ingerekend worden.
Wijzigingen 2024 - Restwarmterecuperatie
Om impact op het label te hebben moet je de hoeveelheid gerecupereerde restwarmte inderdaad sowieso meten.
Restwarmterecuperatie is sowieso sterk afhankelijk van de situatie op de site. De meting is echter steeds dezelfde als een andere warmtemeting, net als bij bv. de opwekking van warmte uit een ketel of warmtepomp.
Wijzigingen 2024 - Sanitair warm water
Er is geen voorbeeld van een stavingsstuk. Hoe dit kan aangepast worden is wel vastgelegd in het protocol: “Indien wordt aangegeven dat de gebouweenheid een keuken bevat, kan het aantal bereide maaltijden per dienst ingevoerd worden. Deze waarde wordt gebruikt om het sanitair warm water gebruik voor de keuken te bepalen. De energiedeskundige kan zich hierbij baseren op een onderbouwde verklaring van de gebouweigenaar of -gebruiker, die wordt bijgehouden in het projectdossier.
Toekomstige wijzigingen
Algemeen hanteert u de regels uit het protocol. Bij twijfel kan u ons concrete cases voorleggen. Indien we veel typische zaken zien terugkomen, kan bekeken worden of dit moet/kan aangepast worden in het inspectieprotocol. Om een betrouwbaar EPC te bekomen, is het natuurlijk nodig om minimale voorwaarden aan die staving op te leggen.
Dit kan vandaag al. In geval van twijfel mag je ons altijd contacteren voor je concreet project.
EPC NR: stand van zaken
De open data zullen vermoedelijk kort na de zomer geraadpleegd kunnen worden. U zal de verdeling in functie van energielabel (op basis van gemeten energiegebruik- en productie) en in functie van energiescore (in kWh primair per m² en per jaar) kunnen consulteren.
Hier hebben we geen zicht op, aangezien er geen gegevens zijn van het aantal gebouweenheden die onder het EPC NR vallen.
Dit zijn momenteel de dossiers met label B. Er werd niet nagegaan of deze allemaal correct zijn.
(On)haalbaarheid label A
Op korte termijn zijn hier geen plannen voor, voornamelijk om eerst zoveel mogelijk maatregelen op de eigen site te stimuleren. In een latere fase zullen vermoedelijk ook maatregelen buiten de eigen site kunnen ingerekend worden. Het zal dan vermoedelijk wel eerder energiedelen dan gewoon een groenestroomcontract. Maar er is dus nog geen concrete timing voorzien.
De 2% die momenteel wordt opgelegd is gekozen in lijn met het technisch reglement voor distributienetten van de VREG. De eisen die gesteld worden aan de elektriciteitsmeters zijn dus dezelfde als deze die in het algemeen gesteld worden aan meters voor distributienetten.
Het feit dat er geen ‘nauwkeurigheidsattest’ is, is al minstens een even groot probleem als dat de nauwkeurigheid niet aan de 2% voldoet. Als niet kan aangetoond worden hoe nauwkeurig deze toestellen meten, kunnen deze sowieso niet aanvaard worden.
De eerste minimale labeleis is label E. Momenteel wordt verondersteld dat dit voor elk gebouw haalbaar is, aangezien deze vrij beperkt is (minstens 5% van totale energiegebruik is hernieuwbaar of restwarmterecuperatie). Indien er concrete cases zijn waar dit niet kan gehaald worden, kan u ons deze bezorgen.
Hierbij geldt wat hetzelfde als op de vorige vraag. Als u een concrete case hebt, waarvoor het onhaalbaar is om te voldoen, mag u deze bezorgen.
Energiedelen
Indien de windmolens niet direct gekoppeld zijn aan de gebouwen op de site en dus uitsluitend alle elektriciteit aan het net leveren, kan dit op dit moment niet ingerekend worden in het energielabel.
Type gebouw
In het label van het EPC NR worden alle energiegebruiken van de gebouweenheid beschouwd. Voor een wellness wordt dus ook de energie nodig om de sauna’s en baden te verwarmen meegerekend. Momenteel wordt verondersteld dat het minimale label E (vanaf 2028/2030) kan gehaald worden door elk type gebouw. Indien er specifieke knelpunten zijn voor bepaalde bestemmingen zal dit in de toekomst mee geëvalueerd worden in de methode.
Zie hiervoor het antwoord op bovenstaande vraag.
Zoals ook in de webinar aangehaald hoeven de eigenaars zich geen zorgen te maken als ze vandaag niet aan label A kunnen voldoen, ook niet als heel hun dak al vol ligt met PV. Met de huidige methodiek en technologie zou het mogelijk moeten zijn om label E te halen.
Het HCO nummer bepaalt of een groep van assistentiewoningen als niet-residentieel wordt bekeken (HCO-nummer aanwezig) of als residentieel (HCO-nummer niet aanwezig). Dit staat los van de vraag of elke assistentiewoning een eigen gebouweenheid vormt. Dit wordt voor residentieel en niet-residentieel op eenzelfde manier beoordeeld, volgens de wegwijzer op de EPC-pedia.
Meetgegevens van een meetperiode waarin (een deel van) het gebouw leeg stond mogen gebruikt worden voor het EPC NR.
Indien de scope alleen het kantoor beslaat en de eigen meter van het kantoorgebouw alle elektriciteitsgebruik van dit kantoorgebouw meet, mag u alleen de eigen meter beschouwen en de nutsmeter negeren. Merk op dat de eigen meter dan wel aan de kwaliteitsvoorwaarden moet voldoen.
Momenteel wordt label E verondersteld als haalbaar voor elke eenheid, los van het gebruik. In de toekomst zal dit probleem (belangen/impact van zowel huurder als eigenaar) verder bekeken worden.
Vermijden label X
Algemeen hanteert u de regels uit het protocol. Bij twijfel kan u ons concrete cases voorleggen.
Neen, dat klopt niet. Als u gegevens hebt van 1/1/22 tot 1/1/23 mag dat worden ingevoerd. Het moet gaan om metingen over een geheel aantal kalenderjaren, tot 5 jaar voor de datum van het plaatsbezoek.
Tenzij je vroeger ook al meterstanden bijhield. De energiedeskundige mag meterstanden gebruiken die de eigenaar aanlevert. Hierbij moet de energiedeskundige wel nagaan of de meterstanden realistisch zijn. Zie ook het voorbeeld in de webinar.
Dit mag inderdaad zo toegepast worden. Indien de eindmeterstand aan het einde van de meetperiode niet gekend is, mag u voor nutsmeters ook 0 als beginmeterstand invoeren en als eindmeterstand het totale energiegebruik over de meetperiode gemeten met die energiemeter.
Voor de bepaling van het energielabel is het belangrijk dat alle metingen binnen dezelfde meetperiode werden opgenomen. Bij twijfelgevallen kan u ons deze best voorleggen. Vanaf het opstellen van het EPC is de eigenaar/gebruiker sowieso verplicht om jaarlijks meterstanden op te nemen, waardoor er automatisch metingen zullen zijn over de juiste meetperiode. Ook met digitale meters kan normaal het energiegebruik binnen eenzelfde meetperiode opgehaald worden.
Dit werd ingevoerd om eigenaars van heel energie-efficiënte gebouwen maar zonder hernieuwbare energie niet af te schrikken bij de opmaak van het eerste EPC. Op termijn zal dit sowieso verdwijnen en verschijnt label X alleen nog maar indien niet alle minstens verplichte metingen beschikbaar zijn.
Gegevens van nutsmeters mogen ingevoerd worden op basis van gegevens van de netbeheerder. Zie ook de EPC-pedia voor meer info rond uitlezen van AMR meters.
Indien het energiegebruik van de meter niet gekend is, maar wel de eindmeterstand, kan u de eindmeterstand als begin- en eindmeterstand ingeven. In dit geval moet u wel nog steeds aangeven dat de minimaal verplichte metingen niet gekend zijn, indien u dit toepast voor minstens één meter die verplicht zou moeten opgenomen worden. Maar op deze manier is de huidige meterstand alvast wel al geregistreerd zodat die gebruikt kan worden bij de hernieuwing van het EPC.
Gebouwenregister
Momenteel wordt er bij combinaties van kantoren en industrie geoordeeld dat deze één gebouweenheid vormen indien er een doorgang is tussen de twee delen. We houden deze lijn zo aan, tot er meer duidelijkheid komt over de definitie van de gebouweenheid.
Deze 30% wordt bepaald op basis van de bruikbare vloeroppervlakte per gebouw. Kantoren in een apart gebouw zullen vermoedelijk wel een EPC NR moeten hebben. Kantoren in eenzelfde gebouw met een deel industrie kunnen een EPC NR nodig hebben, afhankelijk van de delen binnen het beschermd volume.
In geval van delen die duidelijk bij een bepaald deel horen (bv. toiletten alleen voor industrie gedeelte) gaat u uit van dezelfde bestemming als dat deel. Bij delen waar de bestemming niet duidelijk is of bij twijfel, gaat u uit van de bestemming niet-residentieel.
Dat is de verantwoordelijkheid van de gemeente en is dus afhankelijk van hoe snel zij de aanpassing uitvoeren.
Bij het aanpassen van het gebouwregister kunnen er inderdaad bus- of huisnummer bijkomen of verdwijnen.
Binnen het lopende traject naar verduidelijking van de definities van het gebouwregister wordt er gestreefd naar beter informeren van de gemeentes en ook wettelijk vast te leggen dat ze de definities van het register eenduidig moeten volgen. De behandeltijd zal hierbij vermoedelijk ook verkorten.
Dit hangt af van het geval. In de meeste situaties zal het voldoende zijn het EPC bij hernieuwing gewoon aan de juiste gebouweenheid-ID te koppelen. Indien u een EPC opstelde voor een verkeerde ID en dit EPC moet verwijderd worden, kan u dit aan het VEKA vragen, dan trekken wij dit EPC in
Overige vragen
Er zal inderdaad bekeken worden hoe een gedeelde verantwoordelijkheid tussen eigenaar en huurder ingevoerd kan worden.
Zowel de gebouweigenaar als de gebruiker is verplicht deze gegevens te delen voor het opstellen van het EPC NR. Dit is vastgelegd in het energiebesluit en vermeld bij de taken en verantwoordelijkheden.
Een ingediend EPC kan op elk moment hernieuwd worden. Dit kan door het ingediende EPC te dupliceren, de aanpassingen door te voeren, en het EPC opnieuw in te dienen. Het vorige EPC wordt daarbij automatisch overschreven. De meetperiode en metingen moeten wel steeds in lijn zijn met het inspectieprotocol. Merk wel op dat het EPC niet later dan 6 maanden na het plaatsbezoek mag ingediend worden. Indien u de extra metingen dus na meer dan 6 maanden wil aanpassen is een nieuw plaatsbezoek nodig.
In Vlaanderen moet de eigenaar jaarlijks de meterstanden registreren. We werken aan een applicatie hiervoor, maar in afwachting daarvan houdt de eigenaar deze gewoon ergens bij. Hier komt geen energiedeskundige aan te pas. Bij de eigenlijke hernieuwing van het EPC, ten laatste na 5 jaar, is een nieuw plaatsbezoek door de energiedeskundige wel verplicht. Behalve de meterstanden, moet hij dan ook het gebouw zelf opnieuw inspecteren.
De optie om te simuleren is niet specifiek voorzien. U kan wel steeds simuleren met dummy opdrachten en deze dan dupliceren.
Zie vorige vraag.
U kan steeds de opdracht dupliceren, gebouwen toevoegen en de opdracht terug indienen. Merk op dat dit in regel moet zijn met het inspectieprotocol (maximale tijd tussen plaatsbezoek en indienen).
Ja, de eigenaar mag zelf kiezen of de verschillende gebouwen in één scope worden opgenomen of in verschillende opdrachten.
U geeft altijd zo veel mogelijk alle verschillende opbouwen van schildelen in. Indien er veel (kleine) delen zijn, kan u deze bundelen op een verdedigbare wijze. Voor de ‘gebundelde’ opbouw geeft u dan de gegevens in van het slechtst presterende deel van deze opbouw.
Dit is een minimaal te halen labeleis, ingeschreven in het Energiebesluit. Indien deze niet gehaald wordt kan een administratieve boete opgelegd worden.
Het energielabel is gebaseerd op energiegebruik op de site. Op het EPC staan de werkelijke, gemeten verbruiken vermeld. De andere indicator, de energiescore, is uitgedrukt in primair energiegebruik. De Europese regelgeving legt op dat er minstens een indicator is gebaseerd op primair energiegebruik. Op deze manier is de energiescore beter geschikt om een zinvolle vergelijking te maken met andere gebouwen, met mogelijk andere energiedragers.
Dit is niet noodzakelijk zo. Een publieke gebouweenheid die onder het toepassingsgebied van het EPC kNR valt, mag ook een EPC kNR laten opstellen. Dit is de keuze van de eigenaar.
EPB
Uw klant voldoet aan al de EPC-eisen, zolang de geldigheidsduur van het EPC bouw nog niet verstreken is. Pas wanneer het EPC bouw vervalt, moet de eigenaar een EPC NR laten opmaken. Op het EPC bouw staat standaard label X omdat er nog geen metingen zijn. Het label X geeft wel aan dat je er niet zeker van mag zijn dat je na 5 jaar ook voldoet aan de label-eis. De EPB-aangifte is immers gebaseerd op een theoretische berekening, en niet op metingen.
Zolang het EPC bouw geldig is, is er geen labeleis. Als een nieuwbouw voldoet aan alle EPB-eisen, is de kans reëel dat label E gehaald wordt, maar het is zeker geen garantie.
Hiervoor zijn nog geen concrete documenten opgesteld, maar we bekijken de mogelijkheid hiervoor in de toekomst.
De EPB-regelgeving zorgt ervoor dat het nieuwe gebouw, los van zijn latere gebruik, voldoet aan minimale eisen naar energie-efficiëntie. Het EPC NR stimuleert vooral om in de gebruiksfase van het gebouw naar koolstofneutraliteit te gaan.
Projectdossier
Meerdere schema’s mogen in dit geval gecombineerd worden, u kan op het plan van de eenheid bv. ook aangeven dat alle delen verwarmd worden door één centrale opwekker.
Momenteel zijn er geen voorbeeldgebouwen of -dossiers. Zoals vermeld in de presentatie zijn we wel op zoek naar dergelijke voorbeelden. We hebben ook zeer veel informatie op de EPC-pedia gezet, aanvullend aan het inspectieprotocol, dat de basis van de methodiek vormt. Indien u hierbij concrete vragen heeft, kan u deze steeds voorleggen aan het VEKA. Indien u te weinig tijd kan besteden aan het u eigen maken van deze methodiek, kan u misschien overwegen om alsnog uit te besteden aan deskundigen die wel fulltime met deze materie bezig zijn.
Jawel, een werknemer van een organisatie die geslaagd is voor het centrale examen voor energiedeskundigen type D, mag EPC’s opstellen voor gebouwen van deze organisatie. Dit kan nog zeker tot eind 2025. Vanaf 2026 kan dit mogelijk veranderen, maar wanneer dit concreet zal beperkt worden is nog niet duidelijk.
EPC-pedia/communicatie
Er worden zeker communicatie-acties opgezet naar deze doelgroep. Tot nu toe werd er vooral gecommuniceerd naar de eigenaars van publieke gebouwen, maar naarmate 2025 dichterbij komt is dit inderdaad ook van belang voor de andere gebouwen.
Het is inderdaad de taak van het VEKA om te sensibiliseren rond de verplichting. We zien echter voor de energiedeskundige ook een rol om de eigenaars te sensibiliseren rond hoe een bepaald label kan gehaald worden voor een bepaald gebouw en welke maatregelen op welke termijn logisch zijn.
Dit werd in de nieuwe aanstiplijst(PDF bestand opent in nieuw venster) al aangepakt, daarnaast is er ook een pagina rond taken en verantwoordelijkheden.
Dat zullen we doen.
Blijf op de hoogte
Schrijf u in op de EPC-nieuwsbrief