Informatie voor energiedeskundigen type C
Gebouwen of gebouweenheden waarin publieke organisaties gevestigd zijn die aan een groot aantal personen overheidsdiensten verstrekken en die groter zijn dan 250 m² moeten permanent beschikken over een geldig EPC.
Vroeger werd aan deze verplichting voldaan door een EPC Publiek, dit EPC wordt echter gradueel vervangen door het EPC Niet-Residentieel. Vanaf 1 januari 2025 kan een EPC Publiek voor geen enkele publieke gebouweenheid meer gebruikt worden om te voldoen aan de verplichting.
Een EPC voor publieke gebouwen wordt opgemaakt door een erkende energiedeskundige type C of een interne energiedeskundige en is gebaseerd op de gemeten (werkelijke) jaarverbruiken van de publieke organisatie.
Algemene EPC plicht voor niet-residentiële gebouwen, wat met publieke gebouwen?
Publieke gebouwen of gebouweenheden met een bruto vloeroppervlakte groter dan 250 m² moeten verplicht over een energieprestatiecertificaat (EPC) beschikken. Het voorblad van dit EPC moet op een zichtbare plaats opgehangen worden, om het publiek te tonen hoe energiezuinig het gebouw is.
Vroeger werd deze verplichting ingevuld door de opmaak van een EPC voor publieke gebouwen (EPC Publiek), maar dit wordt tegen 1 januari 2025 volledig vervangen door het EPC Niet-Residentieel.
Dat betekent dat sinds 1 januari 2024 elk groot publiek gebouw en elk groot overheidsgebouw over een EPC NR moet beschikken. EPC’s Publiek die op dat moment nog geldig zijn, kunnen niet meer gebruikt worden om te voldoen aan de verplichting. Er is een EPC Niet-Residentieel nodig om aan de uithangplicht te voldoen.
Voor kleine publieke gebouwen kan tot uiterlijk 1 januari 2025 een EPC Publiek gebruikt worden om te voldoen aan de uithangplicht, op voorwaarde dat de metingen opgestart zijn voor 1 januari 2023 en dat het EPC Publiek uiterlijk op 1 februari 2024 werd ingediend.
Wat met de energiedeskundige type C?
Het EPC Publiek zal op korte termijn verdwijnen: uiterlijk op 1 januari 2025 voor kleine niet-residentiële eenheden die aan de bovenstaande voorwaarden voldoen. Dit betekent dat ook het profiel van ‘energiedeskundige type C’ zal ophouden te bestaan.
Het nieuwe EPC voor niet-residentiële gebouwen (EPC NR) zal opgemaakt worden door een nieuw type energiedeskundige, de ‘energiedeskundige type D’.
De erkenning van de energiedeskundige type C kan niet zomaar omgezet worden in een erkenning voor type D. Voor de opmaak van het EPC NR zijn immers - naast het energiegebruik - ook andere metingen nodig. Daarnaast wordt een energiescore berekend op basis van ingevoerde gebouw- en installatieparameters, met een nieuwe methodiek en een nieuwe software.
Een energiedeskundige type C kan daarom niet zomaar aan de slag als energiedeskundige type D, maar dient - net als andere kandidaat-energiedeskundigen type D - te slagen voor een centraal examen. Deelname aan dat examen is gratis. Een opleiding tot energiedeskundige type D volgen is niet verplicht, maar wel sterk aanbevolen.
Opmaak van een EPC Publieke Gebouwen
- De werkwijze voor de opmaak van een EPC Publiek staat beschreven in de Toelichting voor de (kandidaat-) energiedeskundige type C voor de opmaak van het EPC voor publieke gebouwen(PDF bestand opent in nieuw venster).
- Bepaalde invoergegevens moeten omgerekend worden, hiervoor kan gebruik gemaakt worden van onderstaande rekenbladen:
- Rekenmodule voor de berekening van de bruikbare vloeroppervlakte in geval van wijzigende vloeroppervlakte tijdens de meetperiode(Excel bestand opent in nieuw venster)
- Rekenmodule voor omzetting van andere brandstoffen(Excel bestand opent in nieuw venster):
Deze rekenmodule helpt bij het berekenen van de jaarverbruiken van de minder courante energietypes zoals steenkool, propaan, butaan, LPG, houtpellets en houtsnippers. Voor de jaarverbruiken van elektriciteit, aardgas en stookolie kan deze rekenmodule niet gebruikt worden, aangezien voor deze energietypes de meterstanden geregistreerd moeten worden. - Rekenmodule voor berekening van uw energiebesparingen op jaarbasis(Excel bestand opent in nieuw venster):
De rekenmodule berekent hoeveel energie bespaard moet worden op jaarbasis om een verbetering van het kengetal en bijgevolg de kleurenzone op het energieprestatiecertificaat te bekomen.
- Het EPC Publiek wordt opgemaakt in de Energieprestatiedatabank(opent in nieuw venster). In de Richtlijnen Webapplicatie voor het EPC voor publieke gebouwen(PDF bestand opent in nieuw venster) staat beschreven hoe:
- een energiedeskundige zich registreert in de Energieprestatiedatabank
- een EPC opgemaakt wordt.
Verplicht gebruik van stookoliedebietmeter
Voor de opmaak van een EPC voor publieke gebouwen zijn de jaarverbruiken nodig. Het jaarverbruik van stookolie wordt bepaald op basis van de registratie van de meterstanden van de stookoliedebietmeter(s). De begin- en eindmeterstand van de stookoliedebietmeter(s) worden opgenomen onder de verantwoordelijkheid van de energiedeskundige voor publieke gebouwen. Tussen de begin- en de eindmeterstand ligt een periode van exact één jaar, teneinde effecten van zomer en winter in te calculeren in het verbruik.
Instanties die stookolie gebruiken en nog niet beschikken over een stookoliedebietmeter moeten ervoor zorgen dat er tijdig een stookoliedebietmeter geïnstalleerd wordt.
Volgens UBIC (Unie Belgische Installateurs Centrale Verwarming) kunnen de stookoliedebietmeters geïnstalleerd worden door de installateurs centrale verwarming.
Zowel UBIC als Cedicol (informatiecentrum voor het rationeel gebruik van mazout) vermelden volgende invoerders van stookoliedebietmeters in België:
- Aquametro Belgium
- Euro-index België
- Sovac nv
Het ministerieel besluit van 12 oktober 2007(opent in nieuw venster) vermeldt o.a. dat stookolie gemeten moet worden met behulp van een stookoliedebietmeter.
Wetgeving
- Energiedecreet van 8 mei 2009(opent in nieuw venster)
- Energiebesluit van 19 november 2010(opent in nieuw venster)
Erkenningsbesluiten betreffende de opleidingen tot energiedeskundige type C:
Erkenningsbesluit houdende de opleiding tot externe energiedeskundige voor publieke gebouwen bij Syntra Vlaanderen
Erkenningsbesluit houdende de opleiding tot externe energiedeskundige voor publieke gebouwen bij KaHo (nu Odisee)
Het energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen (en energiecertificering van gebouwen in het algemeen) is het gevolg van de Europese Richtlijn van 16 december 2002 betreffende de energieprestaties van gebouwen en werd herzien in de Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen.