Gedaan met laden. U bevindt zich op: Elektriciteitsmeters EPC NR: Energiemeters

Elektriciteitsmeters

Op deze pagina vindt u meer info over elektriciteitsmeters.

Meeteenheid en type vermogen

Elektriciteitsmeters worden ook wel kWh-meters (kilowattuurmeters) genoemd. Elektrische energie wordt immers uitgedrukt in kWh.

Elektrische energie kan aangeleverd worden aan de hand van gelijkspanning of wisselspanning met 1 of 3 fasen. Hier spitsen we ons toe op elektriciteitsmeters voor wisselspanning, aangezien dit de vorm is waarop deze van en naar het distributienet gaat.

Voor de metingen in het kader van het EPC NR en de nauwkeurigheid van de meters wordt uitsluitend over het actieve vermogen gesproken. Afhankelijk van de arbeidsfactor, kan er ook een reactief vermogen zijn.

Digitale en analoge elektriciteitsmeters

Voorbeeld van een 3-fase digitale elektriciteitsmeter (directe meting)

De meerderheid van de elektriciteitsmeters, zullen digitale meters zijn. Analoge elektriciteitsmeters zijn doorgaans (oudere) nutsmeters.

Bij een digitale elektriciteitsmeter wordt voor elke fase de stroom (I) en spanning (U) gemeten. Hieruit wordt dan de geproduceerde en/of verbruikte energie berekend. Bij hoge vermogens, lopen de te meten stromen vaak sterk op. Hier kan dan geopteerd worden voor een indirecte elektriciteitsmeting (zie hieronder), waarbij de stroom per fase eerst wordt omgezet naar een kleinere stroom en vervolgens wordt gemeten. Wanneer de stroom rechtstreeks wordt gemeten, is er sprake van een directe elektriciteitsmeting.

Naast digitale elektriciteitsmeters bestaan ook elektromechanische energiemeters met draaiend telwerk: type Ferraris. Maar deze zijn stilaan uitgefaseerd en worden bijna nergens meer toegepast.

Indirecte elektriciteitsmetingen

Voorbeeld van een 3-fase indirecte elektriciteitsmeter, met een stroomtransformator per fase

Zoals hierboven vermeld, wordt bij grotere vermogens de stroom eerst omgezet naar een lagere stroom. Dit gebeurt met een stroomtransformator. Deze heeft een vaste wikkelverhouding en dus stroomverhouding, dewelke ingesteld moet worden in de elektriciteitsmeter. De stroomverhouding is de verhouding tussen de primaire en de secundaire stroom van de transformator.

Een transformator heeft altijd een primaire en secundaire zijde met bijhorende primaire en secundaire stromen. Bij een indirecte energiemeting is de primaire stroom altijd de te meten stroom en de secundaire stroom de omgezette verkleinde stroom. De secundaire zijde wordt dus aangesloten op de meter.

Nutsmeters

Analoge nutsmeter (links) en digitale nutsmeter (rechts).

Een elektriciteitsmeter kan zowel een nutsmeter als een niet-nutsmeter zijn. Een nutsmeter elektriciteit wordt geplaatst door een nutsmaatschappij. Momenteel zijn er zowel analoge als digitale nutsmeters voor elektriciteit in omloop. De komende jaren zullen de analoge nutsmeters stelselmatig vervangen worden door digitale.

Een analoge nutsmeter heeft één of twee vensters waar de meterstand kan afgelezen worden. In geval van twee meterstanden gaat het om een meter voor dag- en nachttarief. De meterstand voor dagtarief wordt aangeduid met een zonnetje en deze voor nachttarief met een maantje.

Een digitale nutsmeter heeft maar één display. Via de bedieningsknoppen kunnen de verschillende meterstanden geraadpleegd worden op het display (aangeduid met codes 1.8.1 tot 2.8.2).

Een digitale nutsmeter telt het gebruik tijdens de dag en nacht altijd apart, ook wanneer de gebruiker maar een enkelvoudig uurtarief heeft. U moet deze vier meterstanden dus steeds opnemen.

Een AMR-meter (Automatic Meter Reading) is een specifiek type digitale nutsmeter. AMR-meters komen vrij vaak voor bij niet-residentiële gebouwen, aangezien deze typisch worden toegepast bij hogere vermogens.

In tegenstelling tot de gekende digitale meter voor kleinere vermogens, zijn er veel verschillende types AMR meters geplaatst. Elk type heeft zijn eigen manier en codes voor de uitlezing ter plaatse. Bij twijfel kunt u best de netbeheerder contacteren.

Door de grotere vermogens werkt een AMR-meter bijna altijd via een indirecte meting. Hiermee moet u rekening houden bij het uitlezen van de meterstand ter plaatse. De verhouding van de meettransformator varieert per meter, u kan deze terugvinden op de meterkast (op een sticker). Deze verhouding moet u toepassen op wat u op het display afleest. Hieronder wordt een voorbeeld getoond van een dergelijke sticker. De waarde die u afleest moet u voor deze meter dus eerst vermenigvuldigen met 80 om de werkelijke meterstand te kennen.

Merk op: er kan ook een verhouding bij TP ingevuld staan, u gebruikt dus steeds de verhouding TIxTP, zoals onderaan op de sticker weergegeven.

Niet-nutsmeters

Het uitzicht van elektriciteitsmeters die geen nutsmeters zijn is variabel en hangt af van de producent. Het display van het toestel lijkt doorgaans op dat van een warmtemeter. Bij een elektriciteitsmeter vermeldt de opdruk op het toestel echter meestal het toegelaten interval voor voltage (V), frequentie (Hz) en ampères (A), bv.: 3x100 V … 3x230 V; 50/60 Hz; 0,05 – 5 A.