Gedaan met laden. U bevindt zich op: EPB-eenheden (voor bouwaanvragen 01-01-2006 t.e.m. 31-12-2013) EPB-eenheden (huidig)

EPB-eenheden (voor bouwaanvragen 01-01-2006 t.e.m. 31-12-2013)

Geldig voor bouwaanvragen van 01.01.2006 tot 31.12.2013 Bekijk tijdslijn

Definitie

Een deelproject wordt opgesplitst in één of meerdere ‘subdossiers’. Een subdossier is elke eenheid van aangrenzende lokalen die:

  • ontworpen of aangepast zijn om afzonderlijk te worden gebruikt
  • dezelfde bestemming hebben
  • ten hoogste één wooneenheid bevatten

Afspraken

  • Het van het gebouw wordt, naargelang het geval, opgesplitst in één of meer delen op basis van de aanwezige . Het is hierbij niet de bedoeling dat de indeling in subdossiers op ruimteniveau gebeurt. Het indelen gebeurt intuïtief en zal aangrenzende lokalen met een gelijkaardige functie bundelen in een subdossier.
  • Twee delen met dezelfde die niet aan elkaar grenzen, vormen steeds afzonderlijke subdossiers.
  • In een gebouw kunnen meerdere aangrenzende gebouwdelen voorkomen die dezelfde bestemming hebben maar die onafhankelijk van elkaar functioneren. In dat geval heeft u de keuze om voor ieder gebouwdeel een afzonderlijk subdossier aan te maken. Dit geldt niet in het geval van wooneenheden.

Subdossier per wooneenheid

Gebouwen of gebouwdelen met een residentiële bestemming deelt u op in wooneenheden. Een wooneenheid (ook een genoemd) is een eenheid die over de nodige woonvoorzieningen beschikt om autonoom te kunnen functioneren, meer bepaald:

  • een verblijfsruimte
  • een toilet
  • een douche of bad
  • en een keuken of kitchenette

Een subdossier kan maximaal één wooneenheid bevatten. Voor appartementsgebouwen, zorgwoningen, … wordt dus een subdossier per wooneenheid aangemaakt.

Samenvoegregels

Onder bepaalde voorwaarden mag u bepaalde subdossiers samennemen. Dit is evenwel geen verplichting. Volgende combinaties zijn mogelijk :

  • wonen + kantoor: bij een wooneenheid kan één kantoorruimte of een groepje kantoorruimten behoren. Als deze kantoorruimte(n) een heeft (hebben) dat kleiner is dan 800 m³, kunt u ze samennemen met de wooneenheid.
  • wonen + : bij een wooneenheid kan één of een groepje ASB’s behoren. Als deze ASB(‘s) een beschermd volume heeft (hebben) dat kleiner is dan 800 m³, kunt u ze samennemen met de wooneenheid.
  • kantoor + ASB: bij een kantoor kan één ASB of een groepje ASB’s behoren. Als deze ASB(‘s) een beschermd volume heeft (hebben) dat kleiner is dan 800 m³, kunt u ze samennemen met het kantoor.
  • school + ASB: bij een school kan één ASB of een groepje ASB’s behoren. Als deze ASB(‘s) een beschermd volume heeft (hebben) dat kleiner is dan 800 m³, kunt u ze samennemen met de school.
  • ASB + kantoor: aangrenzende kantoorruimten mogen mee worden opgenomen in een subdossier ‘andere specifieke bestemming’ op voorwaarde dat
    • ze grenzen aan het volume met een ‘andere specifieke bestemming’;
    • ze deel uitmaken van hetzelfde gebouw;
    • het beschermde volume van elk groepje kantoorruimten kleiner dan of gelijk aan 800 m³ is;
    • het beschermde volume van alle groepjes kantoorruimten samen minder is dan 40% van het totale volume van de delen met bestemming ‘kantoor’ en de delen met een ‘andere specifieke bestemming’.
  • industrie + kantoor: aangrenzende kantoorruimten mogen mee worden opgenomen in een subdossier ‘industrie’ op voorwaarde dat
    • ze grenzen aan het volume met bestemming ‘industrie’;
    • ze deel uitmaken van hetzelfde gebouw;
    • het beschermde volume van elk groepje kantoorruimten kleiner dan of gelijk aan 800 m³ is;
    • het beschermde volume van alle groepjes kantoorruimten samen minder is dan 40% van het totale volume van de delen met bestemming ‘kantoor’ en de delen met bestemming ‘industrie’

In de EPB-software

Elk subdossier krijgt automatisch een code bij het invoeren in de software. De code bestaat uit ‘SD’ gevolgd door drie cijfers.