Aan de basis van de EPB-regelgeving ligt de berekeningsmethode ter bepaling van de energieprestatie van gebouwen.
Energiezuinig bouwen stimuleren
De rekenmethodes houden meer en meer rekening met de reële eigenschappen van producten. Zo worden toeleveranciers aangemoedigd om de prestaties van hun producten te bewijzen en te verbeteren. Nieuwe gebouwen zullen zo effectief van hogere energetische kwaliteit zijn en minder verbruiken. Dat zal op termijn zorgen voor een structurele ommekeer in de bouwsector. Meer energiezuinige ontwerpkeuzes en uitvoeringen worden beloond en dus gestimuleerd.
Prestaties van een gebouw vaststellen
Om na te gaan of het gebouw aan de eisen voldoet, worden de prestaties op een conventionele en uniforme manier berekend op basis van een aantal vooropgestelde basisprincipes.
Belangrijk: gemiddeld tegenover reële verbruik
Het is niet de bedoeling om met de rekenmethodes nauwkeurig het exacte, reële energieverbruik gebouw per gebouw te voorspellen. Uit metingen in bijna identieke gebouwen (bv. in een project met rijwoningen) blijkt namelijk dat vooral het individuele gebruikersgedrag de schommelingen t.o.v. het gemiddelde energieverbruik veroorzaakt.
Het is aangewezen om voor detailanalyses en dimensionering van installaties specifieke berekeningsmethodes te gebruiken. De EPB-berekeningsmethodes zijn daarvoor niet geschikt. Specifieke rekentools houden rekening met projectspecifieke randvoorwaarden. Die wijken vaak af van de gemiddelden in de EPB-berekeningsmethodes.