Gedaan met laden. U bevindt zich op: Stavingsstukken installatie-eisen Installatie-eisen

Stavingsstukken installatie-eisen

Geldig voor bouwaanvragen vanaf 01.01.2022

In de herziening van de Europese Richtlijn in 2018 legt Europa eisen op voor het adequaat installeren, dimensioneren, afstellen en controleren van de technische bouwsystemen die in bestaande gebouwen worden geïnstalleerd.

Om daaraan te beantwoorden zijn handelingen nodig die het energiegebruik van bouwsystemen moeten verminderen. Die handelingen moeten aangetoond worden door stavingsstukken. 

De onderstaande stavingsstukken gelden specifiek voor de installatie-eisen. De andere stavingsstukken volgen de algemene bepalingen die in de EPB-regelgeving gelden.

Installatie-eis nieuwbouw 'verwarmen op lage temperatuur'

De ontwerpvertrektemperatuur van een nieuwbouw moet gestaafd worden via een conforme dimensioneringsnota waaruit blijkt dat het afgiftesysteem bij de gerapporteerde temperaturen het berekende warmteverlies per ruimte kan invullen.

Installatie-eis nieuwbouw en IER 'minimaal installatierendement'

Voor het minimaal installatierendement voor nieuwbouw en ingrijpende energetische renovaties wordt gerekend met gegevens die al voor de E-peilberekening worden ingevoerd. Er zijn geen bijkomende berekeningen en bijkomende stavingsstukken vereist.

Installatie-eisen voor renovaties en nieuwbouw industrie

Adequaat dimensioneren thermisch vermogen

Een goede dimensionering van het thermisch vermogen van een verwarmingstoestel is van belang voor een goede en energiezuinige prestatie. De aanwezigheid van een conforme dimensioneringsnota voor het thermisch vermogen vermijdt een nadelige correctie van het systeemrendement van het verwarmingstoestel in de EPB-rekenmethode.

De vereisten voor de dimensioneringsnota worden vastgelegd in de regelgeving.

Adequaat afstellen

Een goede afstelling van een verwarmingstoestel en van een ventilatietoestel zorgt voor een energiezuinige werking, én zorgt ervoor dat iedere ruimte voldoende bediend wordt.

Voor warmteopwekkers met een vermogen van meer dan 290 kW wordt een hydraulisch of aerolisch inregelrapport gevraagd, naargelang de warmteafgifte door middel van water of lucht is. De afwezigheid van een conform inregelrapport zorgt voor een nadelige correctiefactor op het systeemrendement van het verwarmingstoestel, in de EPB-rekenmethode.
Voor ventilatiesystemen kan er een gunstige factor ingerekend worden wanneer er een conform aerolisch inregelrapport aanwezig is.

De vereisten voor de hydraulische en aerolische inregelrapporten worden vastgelegd in de regelgeving.

Regelgeving