Gedaan met laden. U bevindt zich op: Installatie-eisen EPB-eisen

Installatie-eisen

Voor renovaties gelden installatie-eisen sinds 2015. Dezelfde eisen zijn ingevoerd voor nieuwe industriegebouwen sinds 1 maart 2017. Voor nieuwbouw met een E-peileis is de globale energieprestatie van de installaties opgenomen in het E-peil. Daar bovenop geldt vanaf 2023 een installatie-eis ‘verwarming op lage temperatuur’ en vanaf 2025 is een minimaal installatierendement vereist.

Wat zijn ‘installatie-eisen'?

Installatie-eisen voor nieuwbouw (met E-peileis)

Binnen de EPB-regelgeving omvat ‘installatie-eisen’ voor nieuwbouw:

Installatie-eisen voor ingrijpende energetische renovaties (met E-peileis)

Binnen de EPB-regelgeving omvat ‘installatie-eisen’ voor ingrijpende energetische renovaties:

Installatie-eisen voor renovaties en voor nieuwbouw industrie

Binnen de EPB-regelgeving omvat ‘installatie-eisen’ voor renovaties:

  • eisen aan de installaties voor verwarming, sanitair warm water, koeling, ventilatie en verlichting (die laatste geldt niet voor residentiële gebouwen);
  • voor aanvragen tot en met 31 december 2021 komt daar nog bij: het plaatsen van energieverbruiksmeters is verplicht voor bepaalde grote installaties. Door het energieverbruik op te volgen via verbruiksmeters, kan energieverlies opgespoord en bijgestuurd worden.

Het grootste deel van de toestellen op de markt voldoen aan de opgelegde installatie-eisen, op voorwaarde dat de gehele installatie (dus het toestel, maar ook de inregeling, isolatie van leidingen en kanalen … ) geplaatst is volgens de goede praktijk.

Voor een overzicht van alle installatie-eisen, zie onderaan. De bekijkt het voldoen aan de eisen via de EPB-software.

Voor welke gebouwen en welke werken?

Installatie-eisen voor nieuwbouw (met E-peileis)

De installatie-eis ‘verwarming op lage temperatuur’ geldt voor de nieuwbouw van residentiële en niet-residentiële gebouwen met een bouwaanvraag vanaf 1 januari 2023.
De installatie-eis ‘minimaal installatierendement’ geldt voor de nieuwbouw van residentiële en niet-residentiële gebouwen met een bouwaanvraag vanaf 1 januari 2025.

Installatie-eisen voor ingrijpende energetische renovaties (met E-peileis)

Voor aanvragen vanaf 1 januari 2025 geldt een minimaal installatierendement voor de ingrijpende energetische renovatie van residentiële en niet-residentiële gebouwen.

Installatie-eisen voor renovaties en voor nieuwbouw industrie

Voor aanvragen vanaf 1 januari 2015 gelden er eisen op de installaties van renovaties.
Voor aanvragen vanaf 1 maart 2017 gelden deze eisen ook voor nieuwe industriegebouwen.

In het algemeen geldt voor renovatiewerken:

Renovatiewerken aan installatiesInstallatie-eisen van toepassing?
Installaties worden nieuw geplaatst, vernieuwd of vervangen.ja
Verplaatsen of uitbreiden van een bestaande installatie (≥ als ‘vernieuwen’ beschouwd).ja
Installaties waaraan geen werkzaamheden worden uitgevoerd.neen
Tijdelijk demonteren en opnieuw plaatsen van dezelfde installatie op exact dezelfde plaats (≥ niet als ‘vernieuwen’ beschouwd).neen
Enkel de sanitaire uitrustingen (lavabo’s, kranen, douches … ) worden vervangen en niet de leidingen of de warmteopwekker.neen

Voorbeelden

Een bestaande woning wordt verbouwd. De medewerking van een architect is vereist en de stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd vanaf 1 januari 2015.

Situatie 1Tijdens de werken worden er geen wijzigingen aangebracht aan de technische installaties. De installatie-eisen zijn niet van toepassing.
Situatie 2Tijdens de werken wordt de gehele verwarmingsinstallatie vernieuwd. De installatie-eisen voor de verwarming zijn van toepassing.
Situatie 3Tijdens de werken wordt een radiator bij geplaatst. De installatie-eisen voor de verwarming zijn van toepassing.

Meer over installatie-eisen