Gedaan met laden. U bevindt zich op: Overzicht van de installatie-eisen (voor bouwaanvragen van 01-01-2022 t.e.m. 31-12-2022) Overzicht van de installatie-eisen (voor bouwaanvragen van 01-01-2023 t.e.m. 31-12-2024)

Overzicht van de installatie-eisen (voor bouwaanvragen van 01-01-2022 t.e.m. 31-12-2022)

Geldig voor bouwaanvragen van 01.01.2022 tot 31.12.2022 Bekijk tijdslijn

Voor renovaties en nieuwe industriegebouwen gelden eisen op verschillende installaties in het gebouw: verwarming, sanitair warm water, ventilatiesystemen, koeling, verlichting.

    Ruimteverwarming

    InstallatieMinimale eisen

    Ketels (gasvormige en vloeibare brandstof)

    Het verwarmingssysteem met de ketel dient een minimale systeemefficiëntie te halen. Dat systeemrendement wordt bepaald op basis van het ketelrendement en een aantal eigenschappen van de installatie zoals de ontwerpretourtemperatuur, de isolatie van de leidingen, de regeling van de ketel, de monitoring, …

    Elektrische warmtepompen

    Het verwarmingssysteem met de warmtepomp dient een minimale systeemefficiëntie te halen. Dat systeemrendement wordt bepaald op basis van het rendement van de warmtepomp en een aantal eigenschappen van de installatie zoals de ontwerpretourtemperatuur, de isolatie van de leidingen, de regeling van de warmtepomp, de monitoring, …

    Directe elektrische verwarming

    De installatie heeft een maximaal elektrisch vermogen. Het totale afgiftevermogen bedraagt maximaal 15 W per m² bruikbare oppervlakte van het te renoveren gebouw of nieuwe gebouwdeel.

    Externe warmteleveringVanaf de begrenzing van het systeem van externe warmtelevering, gelden er installatie-eisen die worden afgetoetst aan de hand van een minimale systeemfactor. Die wordt bepaald op basis van een minimale isolatie van de warmtewisselaar, isolatie van leidingen, regeling van de kamertemperatuur per zone, …
    Alle andere opwekkersOnder “alle andere opwekkers” vallen onder andere: elektrische dx en/of dc warmtepompen, elektrische warmtepompen op waterlus en riothermie, gassorptiewarmtepompen, warmtepompen met gasaangedreven motor, restwarmte, ketels op vaste brandstoffen , WKK installaties, …. Voor deze opwekkers wordt het rendement van de warmteopwekker zelf niet meegenomen in de beoordeling van de installatie-eisen. Het verwarmingssysteem wordt enkel beoordeeld op basis van een systeemfactor die beoordeelt of het verwarmingssysteem adequaat gedimensioneerd, geïnstalleerd, afgesteld en gecontroleerd is.

    Merk op:

    • Als bij een centraal verwarmingssysteem meerdere warmteopwekkers zijn aangesloten op eenzelfde watercircuit, moet u enkel rekening houden met de preferente opwekker.
    • Een groep van identieke warmteopwekkers moet u gezamenlijk als één warmteopwekker bekijken.
    • Bij de combinatie van plaatselijke verwarming en centrale verwarming, moeten beide systemen voldoen aan de installatie-eisen.

    Sanitair warm water

    InstallatieMinimale eisen

    Elektrische boilers en doorstromers

    De warmwaterproductietoestellen hebben een maximaal elektrisch vermogen. Het maximaal vermogen wordt bepaald in functie van de oppervlakte van het gebouw.

    Circulatieleidingen en combilus

    Circulatieleidingen en combilus leidingen moeten verplicht worden geïsoleerd.

    Ventilatiesystemen

    InstallatieMinimale eisen

    Ventilatiesysteem B

    Een nieuw geplaatst of gewijzigd ventilatiesysteem met mechanische toevoer en natuurlijke afvoer dient minimum in één energiebesparende maatregel te voorzien om zo een voldoende systeemfactor te bekomen.
    Ventilatiesysteem CEen nieuw geplaatst of gewijzigd ventilatiesysteem met natuurlijke toevoer en mechanische afvoer dient minimum in één energiebesparende maatregel te voorzien om zo een voldoende systeemfactor te bekomen.
    Ventilatiesysteem DEen nieuw geplaatst of gewijzigd ventilatiesysteem met mechanische toevoer en mechanische afvoer dient minimum in één energiebesparende maatregel te voorzien om zo een voldoende systeemfactor te bekomen. Een centraal ventilatiesysteem D moet bovendien voorzien zijn van een warmteterugwinapparaat.

    Koeling

    InstallatieMinimale eisen

    Ijswatersystemen

    Het koelsysteem met een ijswatermachine dient een minimale systeemefficiëntie te halen. Dat systeemrendement wordt bepaald op basis van het rendement van de ijswatermachine en een aantal eigenschappen van de installatie zoals de isolatie van de leidingen, de regeling van de ijswatermachine, de monitoring, …

    Verlichting (enkel voor niet-residentiële gebouwen)

    InstallatieMinimale eisen

    Vaste verlichtingstoestellen (aan plafond, muur en vloer)

    Per ruimte geldt een maximaal equivalent specifiek geïnstalleerd vermogen. Dat maximaal vermogen is afhankelijk van het type ruimte. Bij het aftoetsen van de eis wordt het werkelijke geïnstalleerde specifiek vermogen gecorrigeerd in functie van aanwezigheidsdetectie, daglichtsturing en/of dimmen.

    Eisen rond visueel comfort?

    In de beleidsvoorbereidende studie zijn opties overwogen om ook het visuele comfort in rekening te brengen. Die bleken echter niet haalbaar om te gebruiken in een wetgevend kader (te ingewikkeld of niet handhaafbaar). Het feit dat het visuele comfort niet opgenomen is als eis, ontslaat de ontwerper niet van zijn verantwoordelijkheid om te voldoen aan de gangbare normen. Het niveau van de vermogenseis is zodanig gekozen dat een correct ontwerp vlot aan de eis voldoet zonder in te boeten op het visuele comfort. Enkel minder doordachte en energie-verslindende ontwerpen worden geweerd.

    Richtlijnen rond visueel comfort zijn terug te vinden in de norm voor werkplekverlichting NBN EN12464-1. Daarin worden onder andere de minimale verlichtingssterktes opgegeven voor elk type werkplek. Die norm wordt ook aangehaald in de Basiseisen voor Arbeidsplaatsen(opent in nieuw venster).