Welzijnsactoren: van werkgever tot overlegcomité
Welzijn op de werkvloer is een gedeelde verantwoordelijkheid. Op deze pagina lees je meer over die welzijnsactoren en hun wettelijk bepaalde verantwoordelijkheden.
Voor wie?
- Je werkt rond het welzijn bij de Vlaamse overheid. Of je wilt meer weten over het thema.
Werkgever
De werkgever moet zorg dragen voor de veiligheid, gezondheid en welzijn van de medewerkers. Het is dus de leidend ambtenaar die het welzijnsbeleid uitstippelt en instructies geeft aan de leidinggevenden om dat beleid in de praktijk te brengen. De werkgever draagt de eindverantwoordelijkheid.
Leidinggevenden: hiërarchische lijn
Alle leidinggevenden voeren het welzijnsbeleid van de werkgever mee uit. En dat binnen hun niveau en bevoegdheid.
Werknemers
Iedere werknemer moet naar best vermogen zorg dragen voor de eigen veiligheid en gezondheid, en die van collega’s en derden. Daarbij rekening houdend met zijn opleiding en de instructies van de werkgever/leidinggevende.
Preventieadviseurs
Elke werkgever moet een beroep doen op een preventiedienst, die let op de veiligheid en gezondheid op het werk. De meeste entiteiten van de Vlaamse overheid zijn hiervoor aangesloten bij de Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (GDPB). Zijn er bepaalde taken zijn die deze dienst niet kan opnemen? Dan voorziet de GDPB een externe preventieadviseur, bijvoorbeeld voor arbeidsgeneeskunde is dat IDEWE.
De preventieadviseur adviseert voornamelijk de werkgever, de leidinggevenden en het overlegcomité. Samen werken ze aan een welzijnsbeleid.
Contactpersonen Welzijn
In elke entiteit wordt een contactpersoon welzijn aangesteld. Die contactpersonen moeten minimaal beschikken over een getuigschrift preventieadviseur niveau 3. De GDPB organiseert in samenwerking met de externe preventiedienst IDEWE deze basisopleiding preventieadviseur niveau 3 voor de contactpersonen welzijn en voor andere collega’s die zijn betrokken bij het welzijnsbeleid van de entiteiten.
Vertrouwenspersonen
Meer informatie vind je op de webpagina ‘Een gesprek met een vertrouwenspersoon’.
Ergocoaches beeldschermwerk
De ergocoach beeldschermwerk is het eerste aanspreekpunt in je entiteit voor tips en ondersteuning rond ergonomisch werken met beeldschermen. Je kan bij de ergocoach terecht als je vragen hebt over de juiste instelling van je werkplek of een goede werkhouding en werkwijze bij beeldschermwerk. Ook als je beginnende fysieke klachten door beeldschermwerk ervaart, ga je best eerst te rade bij de ergocoach.
Sociaal overleg over welzijn op het werk
De comités voor preventie en bescherming op het werk zijn overlegcomités. Alle bevoegdheden die in bedrijven opgedragen zijn aan de Comités voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW’s) worden bij de overheid uitgeoefend door het bevoegde overlegcomité. Binnen de Vlaamse overheid zijn er een aantal overlegcomités:
- HOC: Hoogoverlegcomité
- EOC: Entiteitsoverlegcomité
- SEOC: Subentiteitsoverlegcomité.
Al die comités zijn paritair samengesteld en bestaan dus uit vertegenwoordigers van de werkgever en vertegenwoordigers van de werknemers. Een overlegcomité is samengesteld uit de werkgevers- en werknemersafvaardiging, preventieadviseur van de GDPB, arbeidsgeneesheer en andere personen zoals de vertrouwenspersoon, contactpersoon Welzijn en HR-medewerker van de entiteit.
Binnen dit overlegorgaan worden voornamelijk de welzijns- en veiligheidsthema’s van de entiteit of Vlaamse overheid besproken. Werknemers en werkgever overleggen rond preventie en bescherming op het werk. Het gaat voornamelijk over adviezen rond risicobeheersing. De overlegcomités hebben een adviserende bevoegdheid over alle voorstellen, maatregelen en toe te passen middelen die gevolgen met zich kunnen meebrengen voor de veiligheid, de gezondheid en welzijn van de werknemer.
Het Hoog Overlegcomité moet akkoord geven over de aanstelling of verwijdering van de preventieadviseur en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en heeft een controlerende functie met betrekking tot de manier van werken van de preventieadviseur. Het volgt de werking van de GDPB op en stimuleert die.