Webinar over het EPC NR met focus op publieke gebouwen
Op 27 februari 2024 organiseerde het VEKA een webinar over het EPC NR met de focus op publieke gebouwen.
Herlees de presentatieslides
Gestelde vragen tijdens het webinar
Woonzorgcentrum, assistentiewoningen, groepswonen
Een collectieve woongebouw is een residentiële gebouweenheid waarbij verschillende personen buiten gezinsverband wonen met uitzondering van welzijns- of gezondheidsvoorzieningen, internaten in een onderwijsinstelling, slaap-, verblijf- en leefruimtes in kazernes, religieuze gebouwen en penitentiaire voorzieningen. Een erkende welzijns- of gezondheidsvoorziening beschikt over een HCO nummer.
Indien de vestiging beschikt over een HCO nummer, is de bestemming niet-residentieel en is er een EPC NR nodig per gebouweenheid. De indeling in gebouweenheden, en dus bv. of een studio een apart EPC NR nodig heeft, hangt af van de situatie/indeling van het gebouw. U kan hier advies voor vragen aan een energiedeskundige.
Dit hangt af van de indeling van het gebouw. Vaak zijn deze verweven met elkaar en vormen deze één gebouweenheid. In andere gevallen zitten alle assistentiewoningen in één vleugel met aparte toegang, dan vormen alle flats een aparte eenheid (zoals appartementsgebouw). U kan hier advies voor vragen aan een energiedeskundige.
Zie hierboven. Indien de vestiging een HCO nummer heeft, is dit een niet-residentiële bestemming en dus andere dan wonen, ondanks het feit dat personen er wel langdurig verblijven.
EPC-verplichting
Op dit moment inderdaad niet, het label wordt haalbaar gezien voor elke gebouweenheid. In de toekomst, bij verstrenging van de labeleis wordt de haalbaarheid geëvalueerd.
Neen, er zijn geen aparte regels voor beschermde gebouwen.
Er zijn geen aparte regels voor oudere gebouwen. Bouwjaar speelt geen rol
Inderdaad. Vanaf 2030 geldt ook voor de kleine niet-residentiële een minimale labelplicht. (Label E voor vrijstaande en half open bebouwing, label D voor de andere). Merk op dat het al dan niet klein zijn van een niet-residentiële eenheid niet alleen afhangt van de oppervlakte van de eenheid zelf. De volledige definitie kan u vinden op onze website.
Enkel een intentie tot sloop volstaat sowieso niet. Gebouwen waarvoor een effectief een sloopvergunning werd verleend, zijn wel vrijgesteld van de algemene EPC-plicht. De eigenaar (of erfpachter/opstalhouder) meldt dit uiterlijk één maand voor het EPC vernieuwd moet worden en bewijst binnen vijf jaar dat de sloopwerken werden voltooid. Let op: deze uitzondering geldt niet in geval van overdracht. Bij alle notariële overdrachten blijft een EPC NR nodig.
Voor 2028 is er geen labelplicht, alleen de opmaak van een EPC NR (nulmeting) is verplicht.
Deze zullen inderdaad volledig worden afgestemd. Nieuwe elementen uit de herziene EPBD-richtlijn zullen in het EPC NR geïmplementeerd worden.
We zijn ons er inderdaad van bewust dat een bijkomende sensibiliseringscampagne nodig is. Dit webinar is daar al een onderdeel van, maar er zullen nog acties volgen.
Er is geen formeel uitstel voorzien in het geval van een renovatie. U kan eventuele specifieke situaties voorleggen aan het VEKA.
Controles & handhaving
In het energiebesluit is geen mogelijkheid tot uitstel voorzien (behalve als u over een sloopvergunning beschikt). Het is in het voorjaar van 2024 niet onze topprioriteit om publieke gebouwen die te laat zijn met het EPC te gaan beboeten. Momenteel zetten we voornamelijk in op sensibilisering. Zoals u hopelijk uit de presentatie hebt onthouden, is het echter in uw eigen belang om zo snel mogelijk een EPC NR op te maken. Enkel zo kan u zich terdege voorbereiden op de minimale labeleis vanaf 2028, door bijvoorbeeld de nodige meters of hernieuwbare energie te installeren. Bovendien zal het EPC NR, anders dan het EPC publiek, uitgroeien tot een kapstok waaraan het energiebeleid voor de niet-residentiële gebouwen zal vastgehangen worden. Elk NR gebouw moet sowieso mee.
Het VEKA kan in dat geval een administratieve geldboete opleggen. Deze zal sowieso niet bevrijdend zijn, ook na het betalen van de boete blijft die label-eis gelden.
Deze hele regelgeving is gebaseerd op de Europese EPBD-richtlijn. In de hele EU zal een gelijkaardige regelgeving worden uitgerold. De regelgeving lijkt ons niet dermate zwaar dat ze tot een verhuis buiten de EU zou leiden. Merk ook op dat deze regelgeving alleen geldt voor niet-residentiële eenheden en niet voor industriële eenheden.
Het is belangrijk te begrijpen dat het label niet bepaald wordt op basis van absolute verbruiken, maar op basis van de verhouding tussen hernieuwbare energie en restwarmte ten opzichte van het totale energiegebruik. In dat opzicht kan bijvoorbeeld het ter plaatse wassen leiden tot een beter energielabel, aangezien een boiler zou kunnen ingezet worden om overschot van geproduceerde hernieuwbare energie lokaal te stockeren en gebruiken in plaats van in het distributienet te injecteren. Op die manier verhoogt de zelfconsumptie, en dus ook het energielabel. De energiedeskundige kan advies geven over hoe het eigengebruik/energielabel kan geoptimaliseerd worden.
De effectieve datum van release van de gebouwenpas is nog niet vastgelegd. We hopen dat nog eind dit jaar te kunnen doen. Het is de bedoeling dat hier eigenaars of hun gevolmachtigden de beschikbare informatie over hun gebouwen kunnen terugvinden en aanvullen.
Van zodra er voldoende data verzameld is via EPC NR, zal deze via de energiekaart ter beschikking worden gesteld.
Een gebouw is publiek als het wordt gebruikt door een publieke organisatie en daarom door het publiek wordt bezocht. Een welzijnsvoorziening is een publieke organisatie als ze over een HCO-nummer beschikt. Als dat het geval is, is het gebouw waar Familiehulp zetelt als het vaak door het publiek (andere dan eigen werknemers natuurlijk) wordt bezocht.
Uiterlijk op 31 december 2025 is een gebouwautomatisering- en controlesysteem verplicht voor alle niet-residentiële gebouwen die beschikken over minstens één van de volgende systemen:
- Een verwarmingssysteem met een nominaal vermogen > 290 kW
- Een gecombineerd verwarmings- en ventilatiesysteem met een nominaal vermogen > 290 kW
- Een systeem voor koeling met een nominaal vermogen > 290 kW
- Een gecombineerd koel- en ventilatiesysteem met een nominaal vermogen > 290 kW
Gebouwenregister & indeling in gebouweenheden
U moet eerst nagaan of het gelijkvloers een afzonderlijke gebouweenheid vormt of niet. Dat kan via deze webpagina. Als het een afzonderlijke eenheid vormt, en minstens 500m² groot, valt het onder de verplichtingen van EPC NR. Als het kleiner is dan 500m², valt het onder de verplichtingen van EPC kNR.
Als het effectief één geheel vormt, en dus in mekaar overloopt via onderlinge doorgangen, vormen ze inderdaad samen één gebouweenheid en moet u de hoofdbestemming bepalen. Als het gemeentehuis minder dan 30% van de totale bruikbare vloeroppervlakte inneemt, is de hoofdbestemming industrie en is geen EPC NR vereist.
U kijkt naar de functies binnen het beschermd volume. In het energiebesluit staat er ook ‘bruikbare vloeroppervlakte’ dit is de oppervlakte binnen het beschermde volume.
Indien er een rechtstreekse verbinding is tussen de delen, wordt dit gezien als één geheel en één gebouw. Voor dit gebouw moet dan nagegaan worden hoeveel eenheden dit bevat, er moet één EPC per gebouweenheid opgemaakt worden. Vaak zien we dat bij een niet-residentieel gebouw (bv. ziekenhuizen of scholen) één gebouw één eenheid vormt en dus één EPC NR, maar dit is niet noodzakelijk het geval.
Deze is niet beschikbaar bij het EPC NR, indien het EPC niet op tijd kan opgesteld worden voor verkoop of verhuur door een probleem in het register wordt dit gezien als een geval van overmacht en kan de verkoop/verhuur doorgaan. Het EPC moet wel opgemaakt en overhandigd worden van zodra het probleem in het register werd opgelost.
Voor een schoolgebouw zijn sanitaire voorzieningen niet nodig voor de functionele zelfstandigheid.
Gebouweenheden met bestemming industrie vallen niet onder het toepassingsgebied. Er moet dus geen afzonderlijk EPC NR voor opgemaakt worden. Het kan natuurlijk altijd wel dat er zich een industrieel gebouw bevindt op een site waar ook niet-residentiële gebouwen aanwezig zijn. In dat geval heeft de eigenaar de keuze om de industriële gebouwen al dan niet mee te nemen in de opdracht.
Het VEKA is zich bewust van de problemen met het gebouwregister en probeert hier ook actief te zoeken naar oplossingen. Globaal is het niet zo dat bijna alle eenheden fout in het register ingetekend zijn, dit probleem komt wel inderdaad iets vaker voor bij niet-residentiële dan bij residentiële eenheden.
Taken & verantwoordelijkheden
Momenteel zijn er al meer dan 220 energiedeskundigen erkend en er komen steeds bij, de examens zijn steeds volzet. Momenteel geen signalen dat er onvoldoende energiedeskundigen zouden zijn.
Op EPC-pedia is er een overzicht terug te vinden van de opleidingsinstellingen die deze vrije opleiding aanbieden. Het klopt wel dat deze lijst recent niet geüpdatet werd. We zullen de opleidingsinstellingen hierover contacteren.
Op EPC-pedia is er een overzicht terug te vinden van de opleidingsinstellingen die deze vrije opleiding aanbieden. Het klopt wel dat deze lijst recent niet geüpdatet werd. We zullen de opleidingsinstellingen hierover contacteren.
Dit hangt sterk af van de situatie en het gebouw. De prijs is niet vastgelegd door het VEKA. U kan dus best een offerte vragen bij meerdere energiedeskundigen en ook bespreken wat deze juist inhoudt, een iets hogere prijs kan ook immers een iets betere service inhouden.
U vindt wat praktische informatie hierover in deze startkaart(PDF bestand opent in nieuw venster).
De verbruiksgegevens kunnen opgevraagd worden bij de netbeheerder of op basis van een factuur bepaald worden. Indien de meterstanden niet gekend zijn, kan het energiegebruik over de meetperiode ingevoerd worden.
Factuurgegevens voor nutsmeters zijn inderdaad toegestaan, merk wel dat ze de correcte meetperiode moeten beslaan.
De energiedeskundige is verantwoordelijk om de correctheid na te gaan en de gegevens te verwerpen indien deze niet realistisch worden geacht. Uiteraard kan de energiedeskundige niet nagaan of de meetgegevens tot op de kWh correct zijn, wel gaat de energiedeskundige na of deze realistisch zijn. De argumentatie wordt bewaard in het projectdossier.
Minstens jaarlijks opnemen van de meterstanden is verplicht. Indien u deze maandelijks opneemt kan dit een extra inzicht geven in de evolutie van het gebruik en kan u sneller ingrijpen als er iets misloopt, bv. bij een defect van een meter of een installatie.
Scope
Dit kan, er kan een EPC opgesteld worden per gebouweenheid. U kan gebouweenheden bundelen of apart een EPC laten opstellen.
Indien beide VZW’s eenzelfde gebouweenheid gebruiken is dit inderdaad niet mogelijk. Indien het om twee losstaande gebouwen gaat, gaat het sowieso om twee aparte gebouweenheden en kan dit wel. Indien het om twee aanpalende gebouwen gaat, waar een doorgang is van de nieuwe naar de oude vleugel, vormen deze wel één gebouw en vermoedelijk één gebouweenheid. Een EPC kan steeds maar voor één gebouweenheid opgesteld worden, ongeacht het aantal gebruikers van die eenheid.
Energiescore
Ja, dit is onafhankelijk van het gedrag (in tegenstelling tot het label). Voor het berekenen van de energiescore zijn een aantal parameters (binnentemperatuur, bezetting,…) vastgelegd.
Inderdaad. Elk EPC NR zal over een energiescore beschikken.
Verlichting wordt ingerekend op basis van het ingevoerde type (bv. LED, TL,…) en de regeling in functie van daglicht en aanwezigheid.
Energielabel
Een overzicht van alle technieken die een positief effect hebben op het label kan u vinden op de EPC-pedia.
Energiegebruik buiten de eenheid zoals bv. laadpalen of verlichting van een publieke parking mogen in mindering gebracht worden bij het gemeten energiegebruik.
Momenteel wordt een relatief lage labeleis bewust gecombineerd met een strikte invulling van het label, om uitstellen van concrete maatregelen tegen te gaan. Zie ook de EPC-pedia voor meer info rond de haalbaarheid van het label A.
Het EPC bouw voor EPN-eenheden is sinds de zomer van 2023 aangepast naar een opmaak die aansluit bij deze van het EPC NR. Het EPC bouw bevat geen label (label X) door het ontbreken van energiemetingen bij een nieuwbouw
De energiescore beoordeelt het gebouw, los van het gebruik. Het energielabel beoordeelt het gebouw in zijn huidige gebruik. Om deze reden werden inderdaad twee indicatoren gebruikt.
Groene warmte
Restwarmte wordt gezien als equivalent aan hernieuwbare energie en heeft dus een positief effect op het label.
Dit is restwarmte die voldoet aan de voorwaarden zoals vastgelegd in deel I.2.1.3 van het inspectieprotocol(PDF bestand opent in nieuw venster).
Alleen hernieuwbare warmte en restwarmte hebben een positief effect op het energielabel. Dit geldt ook voor warmte geleverd door een warmtenet.
Geothermie zowel als bron voor een warmtepomp als voor koeling (zowel passief als actief) wordt meegenomen in het label. Warmte uit geothermie valt onder omgevingswarmte.
Alleen restwarmte die voldoet aan de voorwaarden zoals vastgelegd in deel I.2.1.3 van het inspectieprotocol(PDF bestand opent in nieuw venster) wordt meegenomen in het energielabel.
Meters
Dit kan, indien de meterstanden niet gekend zijn, kan het gebruik ingevoerd worden
Dit is op dit moment nog niet mogelijk, maar het is zeker de bedoeling om in de toekomst zoveel mogelijk integraties en automatisaties door te voeren.
De data moeten natuurlijk ergens beschikbaar zijn, maar als u beschikt over intelligente submeters, of bijvoorbeeld een gebouwbeheerssysteem, moet een automatische koppeling mogelijk zijn. Maar zoals gezegd, dat is momenteel nog niet beschikbaar.
In theorie kan dat, zolang deze meters in de omvormer maar voldoen aan de eisen zoals vastgelegd in het inspectieprotocol. De ervaring leert dat dit doorgaans niet het geval is.
Dan mogen de meetgegevens, verkregen via deze meters, niet gebruikt worden voor het energielabel.
Aangezien het energielabel van het EPC NR gebaseerd is op gemeten energiegebruik, is de impact van bepaalde maatregelen pas gekend wanneer de metingen effectief geregistreerd worden en op basis hiervan een label bepaald wordt. Vaak worden nog niet alle metingen opgenomen om een label te kunnen bepalen. Het doel van de nulmeting is dus om voor elk gebouw zicht te krijgen op het label en welke stappen nog nodig zijn richting 2028/2030
Het Energiebesluit stelt dat u deze jaarlijks moet registreren. Momenteel is er nog niet meer in detail bepaald waar en hoe u deze moet registreren. U kan deze dus gewoon ergens lokaal bij u bijhouden. Het is de bedoeling dat deze registratie later via de gebouwenpas zal verlopen. We zullen bekijken om integratie met andere platformen mogelijk te maken
Label X & label verbeteren
Label X wordt toegekend als er onvoldoende meetgegevens zijn én als er geen hernieuwbare energie of restwarmte is. Enerzijds komt dit label dus voor door onbeschikbaarheid van gegevens (bv. stookoliemeters) of niet voor correcte meetperiode. In andere gevallen is er gewoon geen hernieuwbare energie of restwarmterecuperatie op de site.
Momenteel is dit label X inderdaad, vanaf het invoeren van minimale labeleisen zal dit een label G worden.
Ofwel een digitale meter ofwel een andere meter voor het meten van de injectie. Maar een digitale meter lijkt in dit geval de meest logische en vermoedelijk goedkoopste oplossing.
Momenteel is hier geen leidraad voor, de situaties en gebouwen zijn zo verschillend dat hierover geen generiek advies kan gegeven worden. Bij de opmaak van een EPC NR zal de energiedeskundige hier wel advies kunnen geven.
Het klopt dat als er geen hernieuwbare energie aanwezig is, u sowieso label X zal krijgen. Het klopt echter niet dat het opmaken van een certificaat dan verloren geld is. Enerzijds zal er immers sowieso een energiescore berekend worden, en zal u daarbij een overzicht krijgen van welke schildelen en installatie goed presteren, en welke slecht. Anderzijds zal de energiedeskundige u heel concreet kunnen meegeven welke meters u best kan plaatsen, en hoe u zo kostenoptimaal mogelijk hernieuwbare energie kan voorzien, waarmee u zeker voldoet aan de eerstvolgende labelverplichtingen. Hoe sneller u over een EPC NR beschikt, hoe beter u zich kan voorbereiden op de minimale labeleis
Energiedelen
Dit kan momenteel niet ingerekend worden. Indien de gebouweenheden op eenzelfde site staan, kan dit door het opnemen in eenzelfde scope wel uitgemiddeld worden over de site
Dit kan momenteel niet ingerekend worden. Indien de gebouweenheden op eenzelfde site staan, kan dit door het opnemen in eenzelfde scope wel uitgemiddeld worden over de site. Mogelijk wordt dit in de toekomst wel geïntegreerd, maar daar is vandaag nog geen zekerheid over.
Blijf op de hoogte
Schrijf u in op de EPC-nieuwsbrief