Alles wat geen natte of verblijfsruimte is: NIET aftoetsen op ventilatie, dus NIET invoeren
Ventilatie
Sinds 1 januari 2024 is de invoer van ventilatie in het EPC aangepast. Hier vindt u het stappenplan van de nieuwe werkwijze en uitgewerkte voorbeelden. EPC’s die vanaf deze datum ingediend worden, moeten deze werkwijze volgen.
Basisprincipes
- De basisprincipes van de nieuwe invoer van ventilatie worden beschreven in Deel IX van het inspectieprotocol 2024(PDF bestand opent in nieuw venster).
- Wat wordt er wel vastgesteld?
- aanwezigheid van ventilatieopeningen
- aanwezigheid en eigenschappen van permanent draaiende, mechanische ventilatietoestellen
- Wat wordt er niet vastgesteld?
- type ventilatiesysteem (A, B, C, D)
- (goede) werking van het systeem
- aftoetsen aan ventilatienorm of EPB-eisen
- debieten of doorstroomopeningen
- EPC-software zal automatisch aftoetsen of er voldoende geschikte ventilatievoorzieningen aanwezig zijn.
Stappenplan EPC (klein niet-)Residentieel
Bij de inspectie van een residentiële of kleine niet-residentiële eenheid volgt de energiedeskundige steeds 3 stappen. Eerst moet hij de natte ruimtes en verblijfsruimtes detecteren, pas dan kan hij nakijken welke ventilatievoorzieningen er in deze ruimtes aanwezig zijn. Tot slot controleert hij of er mechanische ventilatietoestellen aanwezig zijn.
Centrale, decentrale en bijzondere systemen
Stappenplan EPC Gemeenschappelijke Delen
Bij de inspectie van een EPC Gemeenschappelijke Delen moet de energiedeskundige enkel inspecteren of er collectieve, permanent draaiende ventilatietoestellen zijn. Het stappenplan bestaat dus slechts uit één stap.
Wat wordt er niet vastgesteld?
- ventilatieopeningen en ruimtes
- mechanische ventilatietoestellen die enkel instaan voor de gemeenschappelijke ruimtes
- individuele mechanische ventilatietoestellen die slechts 1 eenheid bedienen
Ventilatietoestellen die meer dan 1 eenheid bedienen