Gedaan met laden. U bevindt zich op: Ventilatieopeningen Ventilatie

Ventilatieopeningen

Voor elke natte ruimte en elke verblijfsruimte worden de aanwezige ventilatieopeningen geïnspecteerd en ingevoerd in de software.

Werkwijze

  • Stap 1

    Bepaal voor elke natte en verblijfsruimte de ventilatieopeningen

    • Mogelijke ventilatieopeningen

      • Natuurlijke ventilatieopeningen met of zonder verticaal afvoerkanaal
      • Mechanische ventilatieopeningen wel of niet permanent draaiend
    • Enkel de aanwezigheid en het type inspecteren

      Volgende parameters worden niet geïnspecteerd:

      • aantal ventilatieopeningen
      • grootte van de ventilatieopening
      • of een ventilatieopening effectief werkt, dus of er effectief luchtstroom is
      • of een ventilatieopening lucht toevoert of lucht afvoert.
  • Stap 2

    Voer de ruimtes en hun ventilatievoorzieningen in de software in

    • Meerdere ventilatieopeningen van hetzelfde type, bijv. meerdere ramen met elk een raamrooster? Duid dit type eenmaal aan.
    • Meerdere ventilatieopeningen van een verschillend type, bijv. raamrooster en mechanische ventilatiemond in dezelfde ruimte? Duid beide types aan
    • Geen ventilatieopeningen in een ruimte? Duid dit ook aan.

Het is mogelijk dat ventilatieopeningen visueel weggewerkt zijn in binnenmeubilair, in lijnroosters in het plafond… Niet-zichtbare ventilatieopeningen kunnen enkel ingevoerd worden, indien bewijsstukken aantonen dat ze aanwezig zijn, zoals bijvoorbeeld het plan van het ventilatiesysteem of het ventilatieprestatieverslag.

Natuurlijke ventilatieopeningen

  • Natuurlijke ventilatieopeningen zijn ventilatieopeningen:
    • waar lucht op natuurlijke wijze doorstroomt
    • die niet gekoppeld zijn aan een mechanisch ventilatietoestel
    • die in contact staan met de buitenlucht → een natuurlijke ventilatieopening in contact met een kelder, een aangrenzende onverwarmde ruimte of een aangrenzende verwarmde ruimte, mag niet ingevoerd worden.
    • wel of niet aangesloten op een verticaal afvoerkanaal
  • Er zijn geen voorwaarden op vlak van regelbaarheid
    • in tegenstelling tot vroegere inspectieprotocol (voor 1-1-2024)
    • in tegenstelling tot EPB-eisen
  • Er moet niet afgetoetst worden of nodige ventilatiedebiet gehaald wordt.
  • In natte ruimtes moeten de luchtstromingen groot genoeg zijn. Dit kan enkel als het rooster aangesloten is op een verticaal kanaal dat zorgt voor voldoende thermische trek. In deze ruimtes wordt een natuurlijke ventilatieopening enkel gevalideerd als deze aangesloten is op een verticaal afvoerkanaal.

De mogelijkheid om vensters, deuren of panelen te openen of handmatig op kipstand te plaatsen, wordt niet beschouwd als een ventilatieopening.

Voorbeelden

Mechanische ventilatieopeningen

  • Ventilatieopeningen waarlangs lucht met mechanische ondersteuning wordt toegevoerd of afgevoerd
  • Permanent draaiend: Verbonden met een permanent draaiend mechanisch ventilatietoestel aangesloten op de buitenomgeving, bijvoorbeeld via een netwerk van ventilatiekanalen of via een rechtstreekse aansluiting.
  • Niet permanent draaiend:
    • verbonden met ventilatoren die enkel draaien na signaal vanuit lichtschakelaar of sensor, al dan niet met timer en nalooptijd
    • dampkap (tenzij uit de technische fiche blijkt dat deze ontworpen is om permanent te draaien)
Waarom worden niet permanent draaiende ventilatievoorzieningen ingevoerd in de software?

Enkel permanent draaiende mechanische ventilatietoestellen mogen ingevoerd worden in de software. Toch is het mogelijk om in een ruimte een niet permanent draaiende ventilatievoorziening aan te vinken. Deze optie is er om dit type ventilatievoorziening te tonen op het EPC zodat de lezer van het certificaat een vollediger beeld krijgt van de aanwezige voorzieningen.

In de evaluatie van de ventilatievoorzieningen wordt een ‘Niet permanent draaiende ventilatieopening’ echter beschouwd als ‘Geen voorziening’. Hiervoor zal er dus een rood kruisje verschijnen op het certificaat.

Ventilatieopeningen in gemengde ruimtes

Als er in een gemengde ruimte één of meerdere types ventilatieopeningen aanwezig zijn, wijst de energiedeskundige elke ventilatieopening toe aan ofwel de natte ruimte ofwel de verblijfsruimte.

  • De energiedeskundige moet dit doen volgens de meest voordelige situatie en houdt hierbij rekening met de manier waarop de ventilatievoorzieningen geëvalueerd worden.
  • Als er slechts één ventilatieopening is, wordt deze slechts aan één van de ruimtes toegekend.
  • De energiedeskundige wijst nooit alle ventilatieopeningen toe aan beide ruimtes. Anders wordt er onterecht dubbel geteld.
  • De plaats van de ventilatieopening in de ruimte heeft hier geen belang.

Voorbeelden

Speciale gevallen