Invoer in de software: nieuwbouwproject (voor bouwaanvragen van 01-01-18 t.e.m 31-12-18)
EPB-software 3G: invoer ketel voor warm tapwater
- Stap 1
Maak systeem voor sanitair warm water aan.
Maak onder de knoop ‘Sanitair warm water’ een systeem voor sanitair warm water aan.
- Stap 2
Geef de opwekker in
Geef op het tabblad ‘Warmteopwekkingssystemen’ de opwekker in. Voor een ketel is dit ‘Verbrandingstoestel voor Sanitair Warm tapWater (SWW)’ bij ‘Soort toestel’.
- Stap 3
Vul de vragen in het vak ‘toepassing van de Ecodesign richtlijn’ in
Op basis hiervan bepaalt de software of het toestel onder Ecodesign valt. In welke gevallen u moet aangeven of er warmteopslag is, vindt u bij invoergegevens EPB-software. Meer informatie over wanneer een toestel onder Ecodesign valt, vindt u op de pagina Warm tapwater en Ecodesign.
- Stap 4
Als het toestel onder een Ecodesign verordening valt: voer het capaciteitsprofiel en de energie-efficiëntie van het toestel in
Als het toestel onder een Ecodesign verordening valt, voer het capaciteitsprofiel en de energie-efficiëntie van het toestel in, bepaald volgens die verordening. Voor toestellen met een vermogen ≤ 70 kW kunt u de energie-efficiëntieklasse invoeren als de energie-efficiëntie niet gekend is.
- Stap 5
Als het toestel niet onder een Ecodesign verordening valt: voer het vermogen van de opwekker en de eventuele opslag in
Als het toestel niet onder een Ecodesign verordening valt, wordt een vaste waarde voor het product van het opslag- en bepaald op basis van het type toestel. Hier moet u alleen nog het vermogen van de opwekker en de eventuele opslag invoeren.
EPB-software 3G: invoer ketel voor ruimteverwarming
- Stap 1
Kies voor ‘niet-condenserende waterketel’ of ‘condenserende waterketel’.
Bij soort toestel kunt u kiezen voor ‘niet-condenserende waterketel’ of ‘Condenserende waterketel’. Daaronder geeft u de energiedrager van het toestel in.
- Stap 2
Geef aan of het toestel voor 26/09/2015 op de markt kwam en of de ketel type B1 is.
Hierna geeft u aan of het toestel voor 26 september 2015 op de markt kwam en of het een ketel van het type B1 is. Op basis van deze invoer bepaalt de software of het toestel onder Ecodesign valt.
- Stap 3
Als u niet beschikt over het deellastrendement of de temperatuur waarbij dit rendement werd bepaald.
Als u niet beschikt over het of de temperatuur waarbij dit rendement werd bepaald, kunt u de waarde bij ontstentenis voor het rendement gebruiken. Hiervoor vinkt u ‘Ja’ aan bij ‘Waarde bij ontstentenis voor het rendement’.
- Stap 4
Als de ketel binnen het beschermde volume staat.
Als de ketel binnen het beschermde volume staat, vinkt u ‘Neen’ aan bij ‘Het toestel staat buiten het beschermd volume’.
- Stap 5
Als de ketel niet uitgerust is met een regeling die de ketel permanent warm houdt.
Als de ketel niet uitgerust is met een regeling die de ketel permanent warm houdt, vinkt u ‘Neen’ aan bij ‘De ketel wordt op temperatuur gehouden’. Merk op: wanneer u niet kunt staven dat de ketel niet uitgerust is met een dergelijke regeling, moet u ‘Ja’ aanvinken.
- Stap 6
Als de ontwerpretourtemperatuur van het afgiftesysteem gekend is.
Als de ontwerpretourtemperatuur van het afgiftesysteem gekend is, kunt u die ingeven op het tabblad ‘Afgiftesystemen’. Vink ‘Neen’ aan bij ‘Waarden bij ontstentenis voor de temperaturen’ en vul de vertrek- en retourtemperatuur in. Is deze temperatuur niet gekend dan wordt een waarde bij ontstentenis gebruikt op basis van het afgiftesysteem. Meer informatie vindt u bij Afgifte.
Onder de knoop ’Verwarming’ kunt u een ketel voor ruimteverwarming invoeren.
Tijdslijn
- Invoer in de software: nieuwbouwproject (voor bouwaanvragen van 01-01-18 t.e.m 31-12-18)