Om de laatste stap te zetten richting BEN (maximaal E30 voor woongebouwen vanaf 2021) is het een goede zaak om de nadruk te leggen op de logische volgorde van energiebesparende maatregelen.

1. We dringen de energievraag terug door aandacht te besteden aan een goed geïsoleerde en luchtdichte gebouwschil.
2. Voor de weinige energie die nog nodig is, zetten we performante hernieuwbare energietechnieken in.

De schil is cruciaal, want is moeilijker te vervangen dan bijvoorbeeld de installaties.

Van 2010 en tot 2016 verstrengden de maximale U-waarden tweejaarlijks. Met de komst van het S-peil wordt niet louter de isolatiegraad beoordeeld, maar ook de luchtdichtheid, beschaduwing, grootte, oriëntatie en type beglazing, het vermijden van oververhitting (open definitie) , de nuttige zonnewinsten en de vormefficiëntie. Het S-peil geeft inzicht in de verschillende energetische aspecten van de gebouwschil.

Het S-peil vervangt voor woongebouwen (met bouwaanvraag vanaf 2018) het K-peil en de maximaal toegelaten netto-energiebehoefte voor verwarming. Het maakt daarmee komaf met hun nadelen:

• het K-peil geeft enkel de isolatiekwaliteit van een gebouwschil weer, maar niet hoeveel energie een gebouw nodig heeft om te verwarmen of te koelen.
• De netto-energiebehoefte geeft wel aan hoeveel energie nodig is om te verwarmen en te koelen, maar zegt dan weer niks over de isolatiewaarde van de gebouwschil.

Hier vindt u meer informatie over het verschil tussen het K-peil en het S-peil.

Aan de invoer van het S-peil ging de studie ‘EPB-eisenpakket residentiële nieuwbouw (2015)’ vooraf. U kunt deze studie terugvinden op de pagina EPB-beleid: Studies.