Elke gemeente heeft stembureaus die de kiezers op een veilige en ordentelijke manier hun stemmen laten uitbrengen. Gemeenten waar gestemd wordt op papier, hebben ook telbureaus die verantwoordelijk zijn voor de telverrichtingen. Een magistraat wijst de voorzitters, bijzitters en plaatsvervangende bijzitters van de stem-en telbureaus aan. De voorzitter wijst een secretaris aan. Kandidaten mogen geen lid zijn van een stem- of telbureau.
Samenstelling stembureau
In de gemeenten waar gestemd wordt met potlood en papier, bestaat het stembureau uit:
- 1 voorzitter
- 4 bijzitters
- 4 plaatsvervangende bijzitters
- 1 secretaris.
In de gemeenten waar gestemd wordt met stemcomputers, bestaat het stembureau uit:
- 1 voorzitter
- 5 bijzitters
- 5 plaatsvervangende bijzitters
- 1 secretaris.
Bekijk de relevante formulieren:
Samenstelling telbureau
Telbureaus zijn verantwoordelijk voor de telverrichtingen in gemeenten waar gestemd wordt met potlood en papier. Er zijn 2 soorten telbureaus:
- de telbureaus G tellen de stembiljetten voor de verkiezing van de gemeenteraad
- de telbureaus P tellen de stembiljetten voor de verkiezing van de provincieraad.
In de gemeenten met rechtstreekse OCMW-raadsverkiezingen waar met potlood en papier gestemd wordt (Drogenbos en Linkebeek) tellen de telbureaus G ook de stembiljetten voor die OCMW-raadsverkiezingen.
Een telbureau bestaat uit
- 1 voorzitter
- 1 secretaris
- 2 tot 4 bijzitters en plaatsvervangende bijzitters
Het aantal (plaatsvervangende) bijzitters is afhankelijk van het aantal te verkiezen gemeenteraadsleden per gemeente of provincieraadsleden per provinciedistrict:
- 2 bijzitters en plaatsvervangende bijzitters als er minder dan 19 te verkiezen raadsleden zijn
- 3 bijzitters en 3 plaatsvervangende bijzitters als er 19 tot 27 te verkiezen raadsleden zijn
- 4 bijzitters en 4 plaatsvervangende bijzitters als er meer dan 27 te verkiezen raadsleden zijn (dit komt niet meer voor bij de telbureaus P).
Bekijk de relevante formulieren:
Toewijzing stembureau aan telbureau
In gemeenten met minder dan 3 stembureaus telt het gemeentelijk hoofdbureau de stembiljetten zelf. In alle andere gevallen gebeurt de telling door afzonderlijke telbureaus. Ieder telbureau telt in beginsel de stembiljetten van 3 stembureaus. Als het aantal stembureaus niet deelbaar is door 3, tellen 1 of 2 telbureaus de stemmen van slechts 2 stembureaus.
Het college van burgemeester en schepenen moet ten laatste 5 dagen voor de stemming de stembureaus toewijzen aan telbureaus waarvan de stemafdelingen geografisch aan elkaar grenzen. Omwille van fijnmazige stemresultaten, streeft de gemeente ernaar de telbureaus zoveel mogelijk stemmen te laten tellen van de stembureaus uit hetzelfde geografische deelgebied. In de praktijk is dat niet altijd mogelijk. Het college kan daarom van deze regel gemotiveerd afwijken.
Het college brengt de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau onmiddellijk op de hoogte van de toewijzing. Vervolgens brengt de voorzitter van het gemeentelijk hoofdbureau de voorzitters van de stem- en telbureaus zo snel mogelijk schriftelijk op de hoogte van de toewijzing die voor hen relevant is.