Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 22049 - Kanscontract Vlaamse Belastingdienst

VB 22049 - Kanscontract

Voorafgaande beslissing
Nummer
22049
Datum beslissing
5 december 2022
Publicatiedatum
6 januari 2023

Heffing

  • Erfbelasting
  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.1.0.3. VCF
  • art. 2.7.1.0.5. VCF
  • art. 2.8.1.0.1. VCF
  • art. 2.8.4.1.1. VCF
  • art. 3.17.0.0.2. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt ertoe bevestiging te verkrijgen dat:

1.1. de kanscontracten in deze aanvraag uiteengezet, af te sluiten tussen echtgenoten, kwalificeren als kanscontracten onder bezwarende titel;

1.2. het afsluiten van deze kanscontracten niet zal onderworpen worden aan de heffing van de schenkbelasting op grond van de artikelen 2.8.1.0.1 VCF en 2.8.4.1.1, §2, VCF;

1.3. het afsluiten van deze kanscontracten bij overlijden van één van de echtgenoten niet zal onderworpen worden aan de heffing van de erfbelasting op grond van de artikelen 2.7.1.0.3, 3°, VCF en 2.7.1.0.5 VCF;

1.4. het afsluiten van de kanscontracten in deze aanvraag uiteengezet, geen fiscaal misbruik uitmaakt in de zin van artikel 3.17.0.0.2 VCF.

2. De aanvragers verzoeken uitdrukkelijk, overeenkomstig artikel 3.22.0.0.1, §4, lid 1, VCF, dat, gelet op het voorwerp van de aanvraag, de termijn waarvoor de beslissing wordt getroffen langer kan en desgevallend zal zijn dan 5 (vijf) jaar. Meer bepaald verzoeken zij om een geldigheidsduur van de afgeleverde beslissing tot en met het overlijden van één van hen beiden.

II. Omschrijving van de verrichting(en)

II.A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

3. De aanvraag wordt gezamenlijk ingediend door de echtgenoten:

3.1. de heer X, van Belgische nationaliteit, geboren te […] op xx.xx.1952, nationaal nummer: […], en;

3.2. mevrouw Y, van Belgische nationaliteit, geboren te […] op xx.xx.1955, nationaal nummer: […],

(hierna samen de "Aanvragers" genoemd, elk afzonderlijk een "Aanvrager").

4. De Aanvragers zijn met elkaar gehuwd voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand te […] op xx.xx.1979 onder het stelsel van volledige scheiding van goederen naar Belgisch recht, bij akte verleden voor meester […], destijds notaris te […], op xx.xx.1979. Een kopie van deze akte is als Bijlage 1 aan de aanvraag gehecht.

Naderhand hebben de Aanvragers geen wijziging meer aangebracht aan hun huwelijkse voorwaarden, noch hebben zij enige verklaring tot handhaving, voor zover van toepassing, afgelegd.

Wel hebben zij elkaar wederzijds, bij afzonderlijke akten verleden voor meester […], destijds notaris te […], op xx.xx.1992, een gift onder de levenden verricht, voor het geval van overleven van de begiftigde, van de volle eigendom van de ganse (roerende en onroerende) nalatenschap van de schenker (weliswaar met toevoeging van het beding dat, bij aanwezigheid van reservataire erfgenamen, de gift beperkt wordt tot het grootst beschikbaar deel, in eigendom en in vruchtgebruik, van de nalatenschap van de schenker) . Een kopie van deze beide akten is als Bijlage 2 en Bijlage 3 aan de aanvraag gehecht.

5. De Aanvragers hebben samen geen kinderen. Bovendien heeft geen van hen kinderen uit een andere relatie. De Aanvragers hebben bijgevolg, behoudens elkaar voor wat betreft een reserve in vruchtgebruik, geen reservataire erfgenamen.

6. De Aanvragers wonen samen te […]. Zij hebben, elk, hun woonplaats reeds meer dan 5 (vijf) jaar in het Vlaamse Gewest.

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

7. De Aanvragers zijn samen de volle eigenaars, elk ten belope van de onverdeelde helft, van een beleggingsportefeuille aangehouden op rekeningen op hun beider namen geopend bij […], er gekend onder portefeuillenummer […], beheerd deels middels een overeenkomst van 'raadgevend vermogensbeheer' en deels middels een overeenkomst van 'discretionair vermogensbeheer', en met een globale waarde per xx.xx.2022 van € […] (hierna de "Beleggingsportefeuille" genoemd).

X is bovendien de enige en uitsluitende titularis van alle rechten verbonden aan de hoedanigheid van verzekeringnemer van een verzekeringspolis […], type 'tak 23', door hem (als verzekeringnemer) afgesloten bij […], er gekend onder polisnummer […], en met een waarde per xx.xx.2022 van € […].

Voorts is Y de enige en uitsluitende titularis van alle rechten verbonden aan de hoedanigheid van verzekeringnemer van:

  • een verzekeringspolis […], type 'tak 23', door haar (als verzekeringnemer) afgesloten bij […], er gekend onder polisnummer […], en met een waarde per xx.xx.2022 van € […];
  • een verzekeringspolis […], type 'tak 23', door haar (als verzekeringnemer) afgesloten bij […], er gekend onder polisnummer […], en met een waarde per xx.xx.2022 van € […].

Deze 3 (drie) verzekeringspolissen worden hierna samen de ''Verzekeringspolissen" genoemd.

8. De Aanvragers wensen over te gaan tot het onderling afsluiten van twee kanscontracten betreffende vermogensbestanddelen die zij elk afzonderlijk aanhouden:

  • een eerste kanscontract, met als voorwerp de Beleggingsportefeuille, waarin elk van de Aanvragers, namens zijn/haar huwelijksvermogensrechtelijk eigen vermogen, ten belope van de onverdeelde helft in volle eigendom gerechtigd is;

en

  • een tweede kanscontract, met als voorwerp de Verzekeringspolissen:

→ de verzekeringspolis met polisnummer […], waarvan X, namens zijn huwelijksvermogensrechtelijk eigen vermogen, als enige en uitsluitende titularis alle rechten verbonden aan de hoedanigheid van verzekeringnemer uitoefent;

→ de verzekeringspolissen met polisnummers […] en […], waarvan Y, namens haar huwelijksvermogensrechtelijk eigen vermogen, als enige en uitsluitende titularis alle rechten verbonden aan de hoedanigheid van verzekeringnemer uitoefent.

Het ontwerp van de beide kanscontracten is als Bijlage 4 en Bijlage 5 aan de aanvraag gehecht. Verschillende passages ervan worden ook letterlijk of quasi-letterlijk in deze aanvraag hernomen.

Het ene kanscontract zou bijgevolg uitsluitend betrekking hebben op vermogensbestanddelen die de Aanvragers in onverdeeldheid aanhouden (de Beleggingsportefeuille), en is derhalve te omschrijven als een beding van aanwas. In haar Standpunt nummer 17044 omschrijft de Vlaamse Belastingdienst (hierna ''Vlabel" genoemd) een beding van aanwas inderdaad als ''een overeenkomst tussen twee of meerdere partijen waarbij overeengekomen wordt dat het onverdeelde aandeel van de eerststervende in

volle eigendom - of in vruchtgebruik - op een bepaald goed, dat ze samen aankopen of dat zij reeds in onverdeeldheid bezitten, onder opschortende voorwaarde van het overlijden van de eerststervende, van rechtswege zal aanwassen en dus verkregen zal worden door de overlevende deelgenoten.".

Daaraan wordt toegevoegd:

''De tegenprestatie bestaat in een evenwichtige kans voor elke deelgenoot om het aandeel van de andere in het goed te verwerven, indien hij de langstlevende is.".

En voorts onder andere ook:

"Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen niet zijn onderworpen aan de erfbelasting of schenkbelasting […] mits [wat roerende goederen betreft,] voldaan is aan de volgende voorwaarden. Het beding van aanwas moet:

[…]

- beperkt zijn, via beschikking onder bijzondere titel;

- ten bezwarende titel zijn.".

Het tweede kanscontract zou uitsluitend betrekking hebben op niet-onverdeelde goederen (de Verzekeringspolissen). Daaromtrent stelt Vlabel in hetzelfde Standpunt nummer 17044:

''Een beding van aanwas van niet-onverdeelde goederen bestaat theoretisch gezien niet. Dit is een contradictio in terminis. Wanneer het evenwel eveneens om een kanscontract (ten bezwarende en bijzondere titel) gaat kan dezelfde fiscale regeling gevolgd worden als bij een beding van aanwas.".

9. Elke echtgenoot wenst voor zichzelf de nodige maatregelen te treffen die hem/haar in staat stelt zijn/haar levenskwaliteit en levensstandaard te garanderen voor het geval hij/zij de langstlevende echtgenoot zou zijn, en dit op de wijze die hem/haar op burgerrechtelijk vlak de grootst mogelijke zekerheid biedt. Zij kiezen daarbij bewust voor twee wederzijdse overeenkomsten, die hen beiden binden voor de volledige duurtijd, zijnde tot en met het (voor)overlijden van één van hen, en die gedurende die volledige duurtijd niet eenzijdig kunnen opgezegd worden. Hierdoor, en door het vereiste van gezamenlijk handelen in de kanscontracten op te nemen, bereikt elke echtgenoot voor zichzelf de grootst mogelijke financiële zekerheid terzake de vermogensbestanddelen die het voorwerp van de overeenkomsten uitmaken, voor het geval hij/zij de langstlevende echtgenoot zou zijn. Dit doel kan niet op een andere wijze (bijvoorbeeld via schenking of bij testament) met dezelfde zekerheid bereikt worden.

10. Vermits de beide kanscontracten uitsluitend roerende goederen tot voorwerp hebben, is er geen juridische noodzaak om deze contracten in een notariële akte op te nemen. Beide kanscontracten zouden dan ook louter onderhands worden afgesloten.

11. Gedetailleerde uiteenzetting van de voorgenomen verrichtingen

11.1 Het kanscontract (aanwascontract) met betrekking tot de Beleggingsportefeuille (een goed in onverdeeldheid)

11.1.1. Het kanscontract met betrekking tot het goed in onverdeeldheid (de Beleggingsportefeuille) - om die reden te kwalificeren als een overeenkomst van aanwas - zou voornamelijk de hiernavolgende clausules bevatten. Voor de volledige tekst van het ontwerp kanscontract wordt verwezen naar Bijlage 4.

11.1.1.1. Geheel van goederen

De Beleggingsportefeuille is te aanzien - en wordt voor zover als nodig gekwalificeerd als - een 'geheel van goederen' (een 'algemeenheid van goederen', een 'universaliteit'), welke kwalificatie tot gevolg heeft dat de 'onderliggende' bestanddelen van de Beleggingsportefeuille vervangbaar zijn, zonder dat deze Beleggingsportefeuille als zodanig door dergelijke vervanging wordt aangetast in haar substantie.

11.1.1.2. Aanwas

De Aanvragers komen, ten titel van wederkerig kanscontract, uitdrukkelijk overeen dat bij het overlijden van de eerststervende onder hen en zonder terugwerkende kracht, de volle eigendom van de onverdeelde helft van de Beleggingsportefeuille van de eerststervende onder hen zal aanwassen bij de onverdeelde helft van de langstlevende onder hen.

X draagt hierbij aldus zijn onverdeelde helft van de Beleggingsportefeuille in volle eigendom over aan Y onder opschortende voorwaarde van zijn vooroverlijden. Als tegenprestatie verkrijgt X hiervoor een gelijke of minstens gelijkaardige kans om de onverdeelde helft van de Beleggingsportefeuille van Y in volle eigendom te verwerven indien hij het langst leeft.

Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor Y. Y draagt hierbij dan ook haar onverdeelde helft van de Beleggingsportefeuille in volle eigendom over aan X onder opschortende voorwaarde van haar vooroverlijden. Als tegenprestatie verkrijgt Y hiervoor een gelijke of minstens gelijkaardige kans om de onverdeelde helft van de Beleggingsportefeuille van X in volle eigendom te verwerven indien zij het langst leeft.

11.1.1.3. Zaakvervanging

Voor zover als nodig, wordt voorzien dat de aanwas niet alleen geldt voor de Beleggingsportefeuille, maar tevens zal gelden voor alle goederen die ingevolge zaakvervanging, vervreemding, (weder)belegging en/of op welke andere wijze dan ook, geheel of gedeeltelijk, in de plaats zouden treden van de Beleggingsportefeuille.

Meer algemeen, en voor zover als nodig, verklaren en erkennen de Aanvragers dat de principes van zaakvervanging, belegging en wederbelegging van toepassing zijn op alle goederen waarop de aanwas betrekking heeft. Indien en van zodra welkdanige vruchten en opbrengsten mee begrepen zijn in het voorwerp van de aanwas, zijn voormelde principes van zaakvervanging, belegging en wederbelegging hierop eveneens van toepassing.

Telkens wanneer er zaakvervanging optreedt, zullen de Aanvragers dit, voor zover als nodig, schriftelijk in een addendum aan de overeenkomst van aanwas bevestigen.

Deze schriftelijke bevestiging zal evenwel niet vereist zijn voor zaakvervanging, vervreemding en/of welkdanige (weder)belegging die plaatsvindt binnen het 'geheel van goederen' ('algemeenheid van goederen', 'universaliteit') dat de Beleggingsportefeuille uitmaakt (daaronder mede begrepen: zaakvervanging, vervreemding of welkdanige (weder)belegging die betrekking heeft op vruchten en opbrengsten van (de samenstellende bestanddelen van) de Beleggingsportefeuille). De Aanvragers verklaren en erkennen in dat verband dat:

  • de Beleggingsportefeuille een enkelvoudig goed is dat een 'geheel van goederen' ('algemeenheid van goederen', 'universaliteit') uitmaakt bestaande uit meerdere bestanddelen (effecten, waarden, tegoeden en/ of liquiditeiten in de meest ruime zin);
  • de samenstelling van de Beleggingsportefeuille gewijzigd kan worden ingevolge zaakvervanging, vervreemding en/of welkdanige (weder)belegging van de bestanddelen die het 'geheel van goederen' uitmaken;
  • dergelijke wijzigingen in de samenstelling van de Beleggingsportefeuille geen weerslag (zullen) hebben op het voorwerp van de aanwas, met name de Beleggingsportefeuille als zodanig.

De Aanvragers zullen er te allen tijde zorg voor dragen dat de 'historiek' van het voorwerp van de aanwas over de volledige duurtijd van de aanwas kan gereconstrueerd worden.

De hier uiteengezette regels van conventionele zaakvervanging zullen evenwel slechts van toepassing zijn indien en in de mate waarin de zaakvervanging van rechtswege niet op de aanwas zou van toepassing zijn.

11.1.1.4. Vruchten, opbrengsten en kosten

De aanwas geldt tevens voor de vruchten en opbrengsten, hoe ook genaamd (interesten, dividenden, meerwaarden, ...), van (de bestanddelen van) de Beleggingsportefeuille en/of van wat ervoor in de plaats zou treden, alsook voor wat op welke wijze dan ook in de plaats zou treden van deze vruchten en opbrengsten.

Deze vruchten en opbrengsten kunnen bij gezamenlijk akkoord worden uitgekeerd aan de Aanvragers, op voorwaarde dat deze uitkeringen op gelijkmatige wijze gebeuren ten aanzien van beide Aanvragers. Vruchten en opbrengsten die derwijze worden uitgekeerd aan de Aanvragers zullen niet (meer) onderworpen zijn aan de aanwas.

Bij (beslissing tot) niet-uitkering van de vruchten en opbrengsten of bij gebrek aan akkoord tussen de Aanvragers, zullen de vruchten en opbrengsten onderworpen blijven aan de aanwas.

De kosten verbonden aan de Beleggingsportefeuille zullen door elk van de Aanvragers voor de helft gedragen worden en zullen in beginsel betaald worden middels de tegoeden van de Beleggingsportefeuille.

11.1.1.5. Daden van beschikking en beheer

Om de uitvoering van de aanwas te verzekeren, verbindt elke Aanvrager zich ertoe om zijn/haar aandeel in de Beleggingsportefeuille tijdens de duur van de overeenkomst noch geheel noch gedeeltelijk te vervreemden, te verpanden of er eender welk ander persoonlijk of zakelijk recht op toe te staan, zonder de uitdrukkelijke toestemming van de andere Aanvrager. Evenmin zal één Aanvrager tijdens de duur van de overeenkomst zonder het akkoord van de andere Aanvrager de uit-onverdeeldheid-treding kunnen vorderen met betrekking tot de Beleggingsportefeuille.

De Aanvragers zijn aldus uitdrukkelijk overeengekomen dat zij enkel over het geheel of een deel van hun respectief deel van de Beleggingsportefeuille zullen kunnen beschikken, ten kosteloze titel of ten bezwarende titel, mits akkoord van beide Aanvragers.

Voorts zijn de Aanvragers overeengekomen dat zij tijdens de duur van de overeenkomst ook het beheer en het bestuur van de Beleggingsportefeuille in gezamenlijk akkoord zullen waarnemen.

Opnames uit de Beleggingsportefeuille, al dan niet van vruchten en opbrengsten, zijn enkel toegestaan mits akkoord van beide Aanvragers en op voorwaarde dat deze opnames op gelijkmatige wijze gebeuren door beide Aanvragers. Ingeval van een opname uit de Beleggingsportefeuille zal een addendum aan de overeenkomst van aanwas worden opgemaakt, ondertekend door beide Aanvragers, en aan de overeenkomst worden gehecht.

Er zullen geen bijkomende inbrengen in de Beleggingsportefeuille verricht worden.

De Aanvragers verklaren te weten dat sommige bancaire praktijken (zo bijvoorbeeld, in het geval van digitale orders, al dan niet via online platformen) niet toelaten dat voor daden van beheer en van bestuur van een beleggingsportefeuille die op twee namen wordt aangehouden, met twee handtekeningen wordt gewerkt. Gelet hierop, komen de Aanvragers in verband met daden van beheer en van bestuur van de Beleggingsportefeuille overeen dat, jegens derden -in eerste instantie de financiële instelling waar de Beleggingsportefeuille wordt aangehouden -, één Aanvrager zich bij volmacht zal kunnen laten vertegenwoordigen door de andere Aanvrager als lasthebber, met dien verstande weliswaar:

  • dat, in dit geval, de Aanvragers zich ertoe verbinden om de volmacht in de praktijk enkel te zullen aanwenden wanneer het werken met twee handtekeningen om de gezegde reden niet haalbaar/ mogelijk is, en voorts
  • dat dergelijke werkwijze vanzelfsprekend geen afbreuk doet aan het feit dat elke bij volmacht te stellen verrichting steeds het al dan niet mondeling akkoord van de beide Aanvragers vergt.

Voor het overige zal één Aanvrager zich enkel bij volmacht jegens derden kunnen laten vertegenwoordigen door de andere Aanvrager als lasthebber, mits hij/zij (de Aanvrager-lastgever) wilsonbekwaam is én terzake deze wilsonbekwaamheid de nodige schikkingen werden getroffen (bijvoorbeeld middels een overeenkomst of akte houdende buitengerechtelijke bescherming (zorgvolmacht)).

11.1.1.6. Overeenkomst ten bezwarende titel

De overeenkomst wordt door elk van de Aanvragers aangegaan 'animo speculandi' en betreft dan ook een wederkerig kanscontract.

De Aanvragers verklaren en erkennen dat de aanwas in gelijke verhouding wordt aangegaan en dat zij elk een gelijke of minstens gelijkaardige kans hebben om (de ander) te overleven, rekening houdende met alle relevante factoren waaronder hun geslacht, leeftijd en gezondheidstoestand, wat tevens blijkt uit de attesten opgemaakt door dokter […] op xx.xx.2022, waarvan een kopie als bijlage aan de overeenkomst wordt gehecht. (Kopie van deze attesten is bovendien als Bijlage 6 en Bijlage 7 aan deze aanvraag gehecht.)

De aanwas vindt aldus plaats ten bezwarende titel.

De langstlevende Aanvrager in wiens voordeel de aanwas plaatsvindt, zal aan de erfgenamen en/of rechtsopvolgers van de eerstoverleden Aanvrager geen enkele vergoeding verschuldigd zijn uit hoofde van de aanwas.

11.1.1.7. Overeenkomst ten bijzondere titel

De aanwas wordt gesloten met betrekking tot de respectieve onverdeelde helft van de Aanvragers in de Beleggingsportefeuille, nauwkeurig in (de bijlagen bij) de overeenkomst omschreven. Dit onverdeeld deel in de Beleggingsportefeuille betreft een welbepaald huwelijksvermogensrechtelijk eigen goed van de respectieve Aanvragers.

De aanwas vindt dan ook plaats ten bijzondere titel.

11.1.1.8. Duur

De aanwas wordt aangegaan voor een bepaalde duur die loopt tot en met het overlijden van een Aanvrager, waardoor de aanwas uitwerking zal krijgen en de duurtijd alsdan van rechtswege zal verstrijken.

Weliswaar zal de aanwas vóór het verstrijken van die bepaalde duur worden beëindigd -waardoor zij dus zonder uitwerking zal blijven - op de dag waarop het huwelijk tussen de Aanvragers zou worden ontbonden omwille van een andere reden dan het overlijden van één van hen, of nog, op de dag waarop de Aanvragers gedurende een ononderbroken periode van 6 (zes) maanden feitelijk zouden gescheiden leven om redenen van ontwrichting van hun relatie (hun huwelijk) (ontbindende voorwaarde). De aanwas zal evenmin uitwerking krijgen indien beide Aanvragers samen zouden (geacht worden te) overlijden.

Voorts kunnen de Aanvragers op elk ogenblik in gezamenlijk akkoord beslissen om de aanwas te beëindigen.

12. Het kanscontract met betrekking tot de Verzekeringspolissen (niet-onverdeelde goederen)

12.1. Het kanscontract met betrekking tot de goederen niet in onverdeeldheid (de Verzekeringspolissen) zou voornamelijk de hiernavolgende clausules bevatten . Voor de volledige tekst van het ontwerp kanscontract wordt verwezen naar Bijlage 5 bij de aanvraag.

12.1.1. Kanscontract

De Aanvragers komen, ten titel van wederkerig kanscontract, uitdrukkelijk overeen dat bij het overlijden van de eerststervende onder hen en zonder terugwerkende kracht, de verzekeringsprestatie van de verzekeringspolis(sen) waarvan de eerststervende de titularis was, in volle eigendom zal toekomen aan de langstlevende onder hen.

Aldus zal de verzekeringsprestatie van de verzekeringspolis met polisnummer […], waarvan X de verzekeringnemer is, in volle eigendom toekomen aan Y, onder de opschortende voorwaarde van het vooroverlijden van X. Als tegenprestatie verkrijgt X hiervoor een gelijke of minstens gelijkaardige kans om de verzekeringsprestatie van de verzekeringspolissen met polisnummers […] en […], waarvan Y de verzekeringnemer is, in volle eigendom te verkrijgen indien hij het langst leeft.

Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor Y. De verzekeringsprestatie van de verzekeringspolissen met polisnummers […] en […], waarvan Y de verzekeringnemer is, zal in volle eigendom toekomen aan X, onder de opschortende voorwaarde van het vooroverlijden van Y. Als tegenprestatie verkrijgt Y hiervoor een gelijke of minstens gelijkaardige kans om de verzekeringsprestatie van de verzekeringspolis met polisnummer […], waarvan X de verzekeringnemer is, in volle eigendom te verkrijgen indien zij het langst leeft.

Met het oog op de uitvoering en de uitwerking van één of ander, zullen de Aanvragers ervoor zorgen - en desgevallend het nodige doen - (op)dat de Verzekeringspolissen gedurende hun volledige looptijd te allen tijde verzekeringspolissen zijn met een 'AAB'-configuratie.

12.1.2. Zaakvervanging

Voor zover als nodig, wordt voorzien dat het kanscontract niet alleen geldt voor de Verzekeringspolissen, maar tevens zal gelden voor alle goederen die ingevolge zaakvervanging, vervreemding, (weder)belegging en/of op welke andere wijze dan ook, geheel of gedeeltelijk, in de plaats zouden treden van de Verzekeringspolissen.

Meer algemeen, en voor zover als nodig, verklaren en erkennen de Aanvragers dat de principes van zaakvervanging, belegging en wederbelegging van toepassing zijn op alle goederen waarop het kanscontract betrekking heeft. Indien en van zodra welkdanige vruchten en opbrengsten mee begrepen zijn in het voorwerp van het kanscontract, zijn voormelde principes van zaakvervanging, belegging en wederbelegging hierop eveneens van toepassing.

Telkens wanneer er zaakvervanging optreedt, zullen de Aanvragers dit, voor zover als nodig, schriftelijk in een addendum aan de overeenkomst bevestigen. (Dit zal overigens, in principe, voor het eerst het geval zijn wanneer de 'onderliggende belegging' van de verzekeringspolis met polisnummer […] binnen afzienbare tijd op eindvervaldag komt; het is de bedoeling om de verzekeringsprestatie van de verzekeringspolis met polisnummer […] alsdan te integreren in de verzekeringspolis met polisnummer […].)

De Aanvragers zullen er te allen tijde zorg voor dragen dat de 'historiek' van het voorwerp van het kanscontract over de volledige duurtijd van de overeenkomst kan gereconstrueerd worden.

De hier uiteengezette regels van conventionele zaakvervanging zullen evenwel slechts van toepassing zijn indien en in de mate waarin de zaakvervanging van rechtswege niet op het kanscontract zou van toepassing zijn.

12.1.3. Vruchten, opbrengsten en kosten

Het kanscontract geldt tevens voor de opbrengsten van de Verzekeringspolissen, en voor de vruchten en opbrengsten, hoe ook genaamd (interesten, dividenden, meerwaarden, ...), van (de bestanddelen van) wat ervoor in de plaats zou treden, alsook voor wat op welke wijze dan ook in de plaats zou treden van deze vruchten en opbrengsten.

Deze vruchten en opbrengsten kunnen bij gezamenlijk akkoord worden uitgekeerd aan de Aanvragers, op voorwaarde dat een uitkering aan één Aanvrager uit de vermogensbestanddelen waarvan hij/zij de enige (niet-onverdeelde) titularis is, gepaard gaat met een in waarde gelijke uitkering aan de andere Aanvrager uit de vermogensbestanddelen waarvan zij/hij de enige (niet­ onverdeelde) titularis is. Vruchten en opbrengsten die derwijze worden uitgekeerd aan de Aanvragers zullen niet (meer) onderworpen zijn aan het kanscontract.

Bij (beslissing tot) niet-uitkering van de vruchten en opbrengsten of bij gebrek aan akkoord tussen de Aanvragers, zullen de vruchten en opbrengsten onderworpen blijven aan het kanscontract.

De kosten verbonden aan de Verzekeringspolissen zullen betaald worden middels de tegoeden van de respectieve Verzekeringspolissen.

12.1.4. Daden van beschikking en beheer

Om de uitvoering van het kanscontract te verzekeren, verbindt elke Aanvrager zich ertoe om de verzekeringspolis(sen) waarvan hij/zij de verzekeringnemer is, tijdens de duur van de overeenkomst noch geheel noch gedeeltelijk te vervreemden, af te kopen, te verpanden of er eender welk ander persoonlijk of zakelijk recht op toe te staan, zonder de uitdrukkelijke toestemming van de andere Aanvrager. Evenmin zal één Aanvrager tijdens de duur van de overeenkomst zonder het akkoord van de andere Aanvrager de configuratie van een verzekeringspolis wijzigen in een andere dan een 'AAB'-configuratie.

De Aanvragers zijn aldus uitdrukkelijk overeengekomen dat zij enkel over hun respectieve verzekeringspolis(sen) zullen kunnen beschikken, ten kosteloze titel of ten bezwarende titel, mits akkoord van beide Aanvragers.

Voorts zijn de Aanvragers overeengekomen dat zij tijdens de duur van het kanscontract ook het beheer en het bestuur van de Verzekeringspolissen in gezamenlijk akkoord zullen waarnemen.

Opnames uit een verzekeringspolis, via afkoop of anderszins, zijn enkel toegestaan mits akkoord van beide Aanvragers en op voorwaarde dat een uitkering aan één Aanvrager uit de verzekeringspolis(sen) waarvan hij/zij de verzekeringnemer is, gepaard gaat met een in waarde gelijke uitkering aan de andere Aanvrager uit de verzekeringspolis(sen) waarvan zij/hij de verzekeringnemer is. In geval van een opname, aldus, zal een addendum aan de overeenkomst worden opgemaakt, ondertekend door beide Aanvragers, en aan de overeenkomst worden gehecht.

Er zullen geen bijkomende inbrengen (premiestortingen) in de Verzekeringspolissen verricht worden. (Wel kan desgevallend - en zal wellicht - de verzekeringsprestatie van één verzekeringspolis waarvan Y de verzekeringnemer is geïntegreerd worden in de andere verzekeringspolis waarvan zij de verzekeringnemer is, maar dit betreft dan zaakvervanging, en geen inbreng van 'nieuwe' tegoeden.)

Gelet op het feit dat elke Aanvrager de enige titularis is van de verzekeringspolis(sen) waarvan hij/zij de verzekeringnemer is, zal voor daden van beschikking met betrekking tot een dergelijke verzekeringspolis, voor een opname uit een dergelijke verzekeringspolis (via afkoop of anderszins), alsook voor daden van beheer en van bestuur van een dergelijke verzekeringspolis, jegens derden - in eerste instantie de verzekeringsmaatschappij waarbij de Verzekeringspolissen werden afgesloten - enkel de handtekening van de respectieve Aanvrager-verzekeringnemer vereist zijn, al doet dit geen afbreuk aan de vereiste dat dergelijke verrichtingen steeds het al dan niet mondeling akkoord van de beide Aanvragers vergen.

Het in de vorige alinea uiteengezette verhindert niet, in hoofdzaak met het oog op het gezamenlijk beheer en bestuur van de Verzekeringspolissen, dat de Aanvragers elkaar wederzijds volmacht kunnen verstrekken met betrekking tot de respectieve verzekeringspolis(sen) waarvan elke Aanvrager de verzekeringnemer is. Evenwel zal van de volmacht jegens derden enkel gebruikgemaakt worden door de Aanvrager-lasthebber, mits de Aanvrager-lastgever wilsonbekwaam is én terzake deze wilsonbekwaamheid de nodige schikkingen werden getroffen (bijvoorbeeld middels een overeenkomst of akte houdende buitengerechtelijke bescherming (zorgvolmacht)).

12.1.5. Overeenkomst ten bezwarende titel

De overeenkomst wordt door elk van de Aanvragers aangegaan 'animo speculandi' en betreft dan ook een wederkerig kanscontract.

De Aanvragers verklaren en erkennen dat het kanscontract in quasi-gelijke verhouding wordt aangegaan en dat zij elk een gelijke of minstens gelijkaardige kans hebben om (de ander) te overleven, rekening houdende met alle relevante factoren waaronder hun geslacht, leeftijd en gezondheidstoestand, wat tevens blijkt uit de attesten opgemaakt door dokter […] op xx.xx.2022, waarvan een kopie als bijlage aan de overeenkomst wordt gehecht. (Kopie van deze attesten zijn bovendien als Bijlage 6 en Bijlage 7 aan de aanvraag gehecht.)

Het kanscontract vindt aldus plaats ten bezwarende titel.

De langstlevende Aanvrager in wiens voordeel het kanscontract plaatsvindt, zal aan de erfgenamen en/of rechtsopvolgers van de eerstoverleden Aanvrager geen enkele vergoeding verschuldigd zijn uit hoofde van het kanscontract.

12.1.6. Overeenkomst ten bijzondere titel

Het kanscontract wordt gesloten met betrekking tot (de verzekeringsprestaties van) drie verzekeringspolissen - één verzekeringspolis met X als verzekeringnemer, en twee verzekeringspolissen met Y als verzekeringnemer -, nauwkeurig in de overeenkomst omschreven. De Aanvragers hebben deze verzekeringspolissen onderschreven namens hun respectief huwelijksvermogensrechtelijk eigen vermogen. Bijgevolg betreffen deze verzekeringspolissen een welbepaald huwelijksvermogensrechtelijk eigen goed van de respectieve Aanvragers.

Het kanscontract vindt dan ook plaats ten bijzondere titel.

12.1.7. Duur

Het kanscontract wordt aangegaan voor een bepaalde duur die loopt tot en met het overlijden van een Aanvrager, waardoor het kanscontract uitwerking zal krijgen en de duurtijd alsdan van rechtswege zal verstrijken.

Weliswaar zal het kanscontract vóór het verstrijken van die bepaalde duur worden beëindigd - waardoor het dus zonder uitwerking zal blijven - op de dag waarop het huwelijk tussen de Aanvragers zou worden ontbonden omwille van een andere reden dan het overlijden van één van hen, of nog, op de dag waarop de Aanvragers gedurende een ononderbroken periode van 6 (zes) maanden feitelijk zouden gescheiden leven om redenen van ontwrichting van hun relatie (hun huwelijk) (ontbindende voorwaarde). Het kanscontract zal evenmin uitwerking krijgen indien beide Aanvragers samen zouden (geacht worden te) overlijden.

Voorts kunnen de Aanvragers op elk ogenblik in gezamenlijk akkoord beslissen om het kanscontract te beëindigen.

13. Impact van de contractuele erfstellingen

De Aanvragers hebben elkaar wederzijds, bij afzonderlijke akten verleden voor meester […], destijds notaris te […], op xx.xx.1992, een gift onder de levenden verricht, voor het geval van overleven van de begiftigde, van de volle eigendom van de ganse (roerende en onroerende) nalatenschap van de schenker - zie Bijlage 2 en Bijlage 3 bij deze aanvraag.

Het bestaan van dergelijke contractuele erfstellingen vormt op geen enkele wijze een beletsel om de beide voorgestelde kanscontracten af te sluiten. Immers, het bestaan van een contractuele erfstelling verhindert niet dat onder bezwarende titel wordt beschikt over het geheel of een deel van de in de contractuele erfstelling begrepen goederen (VAN QUICKENBORNE, M., Contractuele erfstelling, APR-reeks, Story-Scientia, 1991, 119-123, nrs. 230-237; zie ook RUYSSEVELDT, J., Praktijkgids Successieplanning 2021-2022, Knokke-Heist, 2021, 62-63, nr. 1.68).

Welnu, zoals hierna, naar de overtuiging van de Aanvragers zal worden aangetoond, betreffen de beide voorgenomen kanscontracten wel degelijk overeenkomsten onder bezwarende titel.

In bepaalde omstandigheden - in casu weliswaar niet aan de orde - zou een beschikking onder bezwarende titel kunnen gelden als een gedeeltelijke herroeping van de contractuele erfstelling (zie VAN QUICKENBORNE, M., a.w., 120, nr. 233). Maar ook dat zou -indien het aan de orde zou zijn, quad non -geen beletsel hoeven te zijn: schenkingen tussen echtgenoten tijdens het huwelijk verricht anders dan in de huwelijksovereenkomst, zijn steeds herroepelijk (artikel 4.240 van het Burgerlijk Wetboek). De herroeping kan desgevallend stilzwijgend gebeuren, wanneer de bedoeling tot herroeping althans ondubbelzinnig blijkt (zie VAN QUICKENBORNE, M., a.w.., 173, nr. 336).

III. Motivering van de aanvraag

14. Kanscontracten - algemeen - standpunt van de Vlaamse Belastingdienst

14.1. De Aanvragers zijn van mening dat zij middels de vooropgestelde ontwerpen twee overeenkomsten ten bezwarende titel voor ogen hebben, in de vorm van een kanscontract.

Kanscontracten zijn wederkerige overeenkomsten waarvan de gevolgen, met betrekking tot winst en verlies, hetzij voor alle partijen, hetzij voor één of meer van hen, van een onzekere gebeurtenis afhangen (artikel 1964 van het oud Burgerlijk Wetboek). In de beoogde verrichtingen, is de onzekere gebeurtenis niet het overlijden op zich - een overlijden is een zekere gebeurtenis -, maar wel de volgorde van het overlijden. Elke Aanvrager kan de langstlevende zijn. Ingevolge de overeenkomsten bestaat de kans op winst in de verkrijging van vermogensbestanddelen die toebehoorden aan de eerststervende. Het verlies is dan het overlijden als eerste van beide Aanvragers, als gevolg waarvan de vermogensbestanddelen die toebehoorden aan de eerststervende, toekomen aan de langstlevende.

14.2. In haar Standpunt nummer 17044 zet Vlabel de voorwaarden uiteen waaraan een kanscontract met betrekking tot onverdeelde goederen (een aanwasbeding) moet voldoen opdat het op fiscaal vlak zou kunnen aanvaard worden-bedoeld wordt: opdat de goederen onder aanwas niet onderworpen zullen worden aan de heffing van de erfbelasting of van de schenkbelasting.

Overeenkomstig het betreffende Standpunt is daartoe vereist dat het aanwasbeding (i) opgenomen is in een notariële akte indien het betrekking heeft op onroerende goederen, (ii) beperkt is via een beschikking onder bijzondere titel en (iii) ten bezwarende titel is.

14.3. Het feit dat een beding van aanwas wordt afgesloten tussen echtgenoten, maakt dit beding op zich niet ongeldig, zo bevestigt ook Vlabel. Wel is vereist dat het beding, wanneer het tussen echtgenoten wordt afgesloten, betrekking heeft op goederen die behoren tot het huwelijksvermogensrechtelijk eigen vermogen van elk der echtgenoten. Een beding van aanwas tussen echtgenoten kan geen betrekking hebben op goederen die tot de huwgemeenschap behoren.

14.4. De regels die gelden voor goederen die in onverdeeldheid aan partijen toebehoren, gelden evenzeer voor goederen die hun niet in onverdeeldheid toebehoren. Alleen heeft men het dan niet over een beding van aanwas -aanwas veronderstelt immers het bestaan van een onverdeeldheid - maar over een (overdracht ten titel van) kanscontract.

14.4. In casu voldoen, naar de mening van de Aanvragers, de beide voorgelegde kanscontracten aan alle voorwaarden door Vlabel uiteengezet in haar Standpunt nummer 17044.

15. Onderhandse overeenkomsten

De beide voorgenomen kanscontracten zullen onderhands, en dus niet-notarieel, worden afgesloten.

In haar Standpunt nummer 17044 stelt Vlabel uitdrukkelijk dat de notariële vorm enkel als voorwaarde geldt indien het kanscontract betrekking heeft op onroerende goederen. Vermits de beide voorgelegde kanscontracten enkel betrekking hebben op roerende goederen (een beleggingsportefeuille, en de verzekeringsprestaties van verzekeringspolissen), belet niets de Aanvragers om de kanscontracten onderhands af te sluiten.

16. Overeenkomsten onder bijzondere titel

De beide voorgenomen kanscontracten zijn, naar de overtuiging van de Aanvragers, contracten ten bijzondere titel.

In haar Standpunt nummer 17044 stelt Vlabel dat een beding van aanwas onder bijzondere titel is, “wanneer de overeenkomst of het beding niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij. bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch af zijn onroerende goederen, af zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.".

Aan deze voorwaarde is voldaan, aangezien de voorgelegde kanscontracten enkel betrekking hebben op specifiek omschreven roerende goederen (en de goederen die er bij wijze van zaakvervanging voor in de plaats zouden komen. Ook een beleggingsportefeuille, als 'geheel van goederen', als 'universaliteit', is een specifiek omschreven roerend goed.

Bovendien voorzien de beide voorgelegde kanscontracten uitdrukkelijk dat inbrengen van nieuwe goederen (onder andere, wat de Verzekeringspolissen betreft, bij wijze van premiestorting), anders dan bij wijze van zaakvervanging, niet toegelaten zijn.

Gelet op één en ander, kwalificeren de beide kanscontracten aldus als kanscontracten ten bijzondere titel.

17. Overeenkomsten onder bezwarende titel

17.1. De beide voorgenomen kanscontracten zijn, naar de overtuiging van de Aanvragers, ook contracten ten bezwarende titel.

Een kanscontract wordt traditioneel gekwalificeerd als een overeenkomst onder bezwarende titel. Het bezwarend karakter volgt dan uit het feit dat de partijen gelijke kansen bezitten om het goed/ de goederen, voorwerp van het kanscontract, in zijn/hun totaliteit te verkrijgen. Daartoe is wel vereist dat er een effectieve kansengelijkheid tussen de betrokken partijen bestaat, te beoordelen op het ogenblik waarop de overeenkomst wordt afgesloten

Vlabel stelt in haar Standpunt nummer 17044 dat een kanscontract wordt aanzien als een overeenkomst onder bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Vlabel vereist niet dat de kansen gelijk zijn. Evenwicht van kansen veronderstelt dat partijen een gelijkaardige levensverwachting hebben, enerzijds, en dat de wederzijdse inleg gelijkwaardig is, anderzijds.

17.2. Om van een kanscontract onder bezwarende titel te kunnen spreken, is dus vooreerst vereist dat partijen een gelijkaardige levensverwachting hebben. Bij de concrete beoordeling van de gelijkaardigheid van de overlevingskansen stelt de rechtspraak zich soepel op. Er zijn gevallen bekend van rechterlijke uitspraken waarbij leeftijdsverschillen van 10 tot zelfs 16 jaar niet verhinderden om te besluiten tot gelijkaardigheid van kansen.

Of overlevingskansen gelijkaardig zijn, wordt echter niet enkel beoordeeld op basis van leeftijd en sterftetabellen, maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, enzovoort.

17.3. Naar de overtuiging van de Aanvragers hebben zij een gelijkaardige levensverwachting.

Tussen de Aanvragers is er een leeftijdsverschil van iets meer dan 2,5 jaar: X werd geboren op xx.xx.1952, en Y werd geboren op xx.xx.1955.

Bovendien verkeren beide Aanvragers in een goede gezondheidstoestand - wat voor elk van de Aanvragers werd bevestigd in een recent medisch attest; zie Bijlage 6 en Bijlage 7 bij de aanvraag -, en zijn er, voor zover bekend, geen andere relevante factoren die een impact (kunnen) hebben op hun respectieve levensverwachting.

Mede onder verwijzing naar rechtspraak die leeftijdsverschillen die een veelvoud van 2,5 jaar bedragen niet als een belemmering ziet, gaan de Aanvragers dan ook uit van een wederzijdse gelijkaardige levensverwachting.

Voor zover als nodig, verwijzen de Aanvragers, niet limitatief, ook naar enkele Voorafgaande beslissingen waarin een (veel) groter leeftijdsverschil dan in casu aan de orde was, en waarin Vlabel van oordeel was dat dit leeftijdsverschil geen afbreuk deed aan de gelijkaardigheid van kansen:

Tenslotte verwijzen de Aanvragers, voor zover als nodig, ook nog naar de Voorafgaande beslissing nummer 19036 van 16 september 2019, waarin Vlabel van oordeel was dat een leeftijdsverschil vergelijkbaar met het leeftijdsverschil in casu, doch bij aanvragers met significant hogere leeftijd dan in casu, geen afbreuk deed aan de gelijkaardigheid van kansen (weliswaar ging het ook hier om een negatieve Voorafgaande beslissing, doch, ook hier, niet om redenen van kansenongelijkheid).

Uit al deze elementen dient derhalve te worden besloten dat tussen de Aanvragers een gelijkheid, minstens gelijkaardigheid van overlevingskansen bestaat.

17.4. Wat het aanwascontract betreft (dus met betrekking tot de Beleggingsportefeuille), is de wederzijdse inleg van beide Aanvragers volstrekt gelijk. Dit is zo op datum van indiening van deze aanvraag, en zal ook zo zijn op datum waarop het aanwascontract zal worden afgesloten. Beide Aanvragers zijn immers elk ten belope van de onverdeelde helft de volle eigenaar van de Beleggingsportefeuille.

Zij zullen deze Beleggingsportefeuille bovendien samen beheren, in die zin dat alle daden van beheer en bestuur, maar ook alle daden van beschikking (vervreemding, ...), principieel enkel zullen gesteld worden na gezamenlijk akkoord.

Het aanwascontract zal een bepaalde duur hebben, tot en met het (voor)overlijden van één Aanvrager [1].

Geen van de Aanvragers zal het aanwascontract vóór het verstrijken van de duurtijd eenzijdig kunnen opzeggen of anderszins beëindigen. Enkel een wederzijds akkoord tussen de Aanvragers zal tot de voortijdige beëindiging kunnen leiden, met dien verstande weliswaar dat het aanwascontract vóór het verstrijken van de bepaalde duur zal worden beëindigd op de dag waarop het huwelijk tussen de Aanvragers zou worden ontbonden omwille van een andere reden dan het overlijden van één van hen, of nog, op de dag waarop de Aanvragers gedurende een ononderbroken periode van 6 (zes) maanden feitelijk zouden gescheiden leven om redenen van ontwrichting van hun relatie (hun huwelijk).

17.5. Wat het kanscontract betreft (dus met betrekking tot de Verzekeringspolissen), is de wederzijdse inleg van beide Aanvragers op datum van indiening van deze aanvraag quasi-gelijk: er is per 12 september 2022 een verschil in waarde ten bedrage van € 145,67 (honderd vijfenveertig euro zevenenzestig eurocent) tussen de verzekeringspolis waarvan X de verzekeringnemer is en de verzekeringspolissen waarvan Y de verzekeringnemer is. De Verzekeringspolissen zijn niet in onverdeeldheid tussen beide Aanvragers. Bijgevolg zal de waarde van de verzekeringspolis met polisnummer […] (X als verzekeringnemer), enerzijds, en de waarde van de verzekeringspolissen met polisnummers […] en […] (Y als verzekeringnemer), anderzijds, in principe niet gelijk evolueren, waardoor een groter of kleiner waardeverschil kan, en wellicht zal optreden tussen datum van indiening van deze aanvraag en datum van afsluiting van het kanscontract. Daags vóór afsluiting van het kanscontract zal dit verschil door de Aanvrager waarvan de verzekeringspolis( sen) een kleinere waarde heeft (hebben), worden bijgepast middels een bijkomende premiestorting, om te komen tot een zoveel als mogelijk gelijke wederzijdse inbreng bij afsluiting van het kanscontract.

Ook naderhand zal de waarde van de verzekeringspolis met polisnummer […], enerzijds, en de waarde van de verzekeringspolissen met polisnummers […] en […], anderzijds, in principe niet gelijk evolueren, waardoor een nieuw waardeverschil kan, en wellicht zal optreden. Dit is evenwel niet relevant: de gelijkwaardigheid van inleg wordt beoordeeld bij het afsluiten van het contract, niet bij de latere realisatie van de opschortende voorwaarde, zo wordt ook in het Standpunt nummer 17044 gesteld.

Bovendien zullen de Aanvragers de Verzekeringspolissen samen beheren, in die zin dat alle daden van beheer en bestuur, maar ook alle daden van beschikking (vervreemding, afkoop, ...), ook al betreffen deze niet-onverdeelde goederen, principieel enkel zullen gesteld worden na gezamenlijk akkoord.

Het kanscontract zal een bepaalde duur hebben, tot en met het (voor)overlijden van één Aanvrager.

Geen van de Aanvragers zal het kanscontract vóór het verstrijken van de duurtijd eenzijdig kunnen opzeggen of anderszins beëindigen. Enkel een wederzijds akkoord tussen de Aanvragers zal tot de voortijdige beëindiging kunnen leiden, met dien verstande weliswaar dat het kanscontract vóór het verstrijken van de bepaalde duur zal worden beëindigd op de dag waarop het huwelijk tussen de Aanvragers zou worden ontbonden omwille van een andere reden dan het overlijden van één van hen, of nog, op de dag waarop de Aanvragers gedurende een ononderbroken periode van 6 (zes) maanden feitelijk zouden gescheiden leven om redenen van ontwrichting van hun relatie (hun huwelijk).

17.6. Samenvattend, kwalificeren de beide voorgenomen kanscontracten bijgevolg, naar de overtuiging van de Aanvragers, als kanscontracten onder bezwarende titel. Het bezwarend karakter wordt ondersteund door de volgende feitelijke gegevens, waaruit blijkt dat de Aanvragers evenwichtige kanscontracten voor ogen hebben en 'animo speculandi' wensen te handelen:

- de Aanvragers hebben een gelijkaardige levensverwachting;

- de inleg die de Aanvragers verrichten in het voorgenomen aanwascontract, is wat elk van hen betreft volstrekt gelijk; de waarde van de respectieve inleg van elke Aanvrager in het voorgenomen kanscontract is weliswaar misschien niet volstrekt gelijk, maar het eventueel verschil in waarde is verwaarloosbaar, zodat ook hier van een wederzijds gelijkwaardige inleg kan gesproken worden;

- de beide voorgenomen kanscontracten bevatten een strikt vervreemdingsverbod; de Aanvragers verbinden zich wederzijds om de vermogensbestanddelen die het voorwerp van de kanscontracten uitmaken, niet eenzijdig te vervreemden, te verpanden, erover te beschikken, enzovoort; dit strikt vervreemdingsverbod komen de Aanvragers overeen zelfs voor de vermogensbestanddelen die hun niet in onverdeeldheid toebehoren (in casu de Verzekeringspolissen);

- ook alle verrichtingen van beheer en bestuur zullen in gezamenlijk akkoord worden genomen, ook voor de vermogensbestanddelen die hun niet in onverdeeldheid toebehoren (in casu de Verzekeringspolissen);

- er zal enkel bij volmacht gewerkt worden, limitatief, (i) wanneer en zodra dit omwille van de gezondheidstoestand van één van de Aanvragers niet anders kan (wilsonbekwaamheid) dan wel (ii) wanneer de bancaire praktijk daartoe noopt, en zonder dat dit op enige wijze afbreuk doet aan de vereiste van gezamenlijk akkoord tussen de Aanvragers;

- gedurende de volledige duurtijd van de kanscontracten zal geen van de Aanvragers over het recht beschikken om deze contracten eenzijdig te beëindigen, de modaliteiten ervan eenzijdig te wijzigen, enzovoort; de contracten worden afgesloten voor een bepaalde duur, met name een duur die loopt tot en met het overlijden van één Aanvrager, waardoor de kanscontracten uitwerking zullen krijgen en de duurtijd alsdan van rechtswege zal verstrijken.

18. Niet-toepasselijkheid vormvoorwaarden erfovereenkomsten

18.1. Krachtens artikel 4.243 van het Burgerlijk Wetboek zijn overeenkomsten of bedingen onder bezwarende titel altijd toegelaten, als ze onder bijzondere titel zijn gesloten of gemaakt, zelfs als ze de toekomstige nalatenschap van een partij betreffen, en zelfs als die partij zich het recht voorbehoudt om tijdens zijn leven over het voorwerp van die overeenkomst of dat beding te beschikken. Voor dergelijke overeenkomsten of bedingen dienen, krachtens hetzelfde artikel 4.243, de strikte vormvoorwaarden die gelden voor erfovereenkomsten, opgenomen in de artikelen 4.249 tot en met 4.253 van het Burgerlijk Wetboek, niet te worden in acht genomen.

Vermits de voorgenomen kanscontracten onder bezwarende titel en onder bijzondere titel zijn, en uitsluitend roerende goederen tot voorwerp hebben, kunnen zij bijgevolg geldig op louter onderhandse wijze worden afgesloten (wat overigens door Vlabel met zoveel woorden wordt bevestigd in haar Standpunt nummer 17044).

19. De algemene antimisbruikbepaling

19.1. In haar Standpunt nummer 17044 stelt Vlabel terecht het volgende terzake bedingen van aanwas, maar bij uitbreiding evenzeer terzake kanscontracten met betrekking tot niet-onverdeelde goederen:

"Indien het beding van aanwas in een contract is opgenomen vanaf 1 juni 2012 kan het afgetoetst worden aan de anti-misbruikbepalingen. Het beding van aanwas maakt geen fiscaal misbruik uit indien er ook niet-fiscale motieven aan ten grondslag liggen. Herkwalificatie is mogelijk indien de belastingplichtige niet kan aantonen dat de geviseerde verrichting ook niet-fiscale doelstellingen heeft, en dat deze niet-fiscale doelstellingen voldoende opwegen tegen de fiscale motieven. Dit geldt afortiori indien het beding van aanwas deel uit maakt van een gecombineerde constructie (bv. uitbreng van goederen uit het gemeenschappelijk vermogen) gevolgd door het sluiten van het beding van aanwas).".

19.2. Artikel 3.17.0.0.2 VCF luidt als volgt:

Aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie kan niet worden tegengeworpen, de rechtshandeling noch het geheel van rechtshandelingen dat een zelfde verrichting tot stand brengt, wanneer die entiteit door vermoedens of door andere bewijsmiddelen, vermeld in artikel 3.17.0.0.1, en aan de hand van objectieve omstandigheden aantoont dat er sprake is van fiscaal misbruik.

Er is sprake van fiscaal misbruik wanneer de belastingplichtige door middel van de door hem gestelde rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen één van de volgende verrichtingen tot stand brengt :
1° hetzij een verrichting waarbij hij zichzelf in strijd met de doelstellingen van een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten buiten het toepassingsgebied van die bepaling plaatst;
2° hetzij een verrichting waarbij aanspraak wordt gemaakt op een belastingvoordeel, voorzien door een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten, en de toekenning van dit voordeel in strijd zou zijn met de doelstellingen van die bepaling en die in wezen het verkrijgen van dit voordeel tot doel heeft.

Het komt aan de belastingplichtige toe te bewijzen dat de keuze voor zijn rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen door andere motieven verantwoord is dan het ontwijken van de belasting. Als de belastingplichtige het tegenbewijs niet levert, dan wordt de verrichting aan een belastingheffing overeenkomstig het doel van deze codex onderworpen alsof het misbruik niet heeft plaatsgevonden.
”.

19.3. De Aanvragers zien niet in op welke wijze de voorgenomen rechtshandeling (het afsluiten van de kanscontracten) de toepassing zou frustreren van enige fiscale bepaling, waarbij overigens de bewijslast van de aanwezigheid van fiscaal misbruik in eerste instantie bij Vlabel ligt. Niettemin houden de Aanvragers eraan de niet-fiscale motieven uiteen te zetten die de keuze voor de voorgenomen rechtshandelingen verantwoorden.

Elke Aanvrager wenst voor zichzelf te bekomen dat de vermogensbestanddelen die in de kanscontracten betrokken worden, aan hem/haar in natura zullen toekomen, voor het geval hij/zij de langstlevende zou zijn, en dit op de wijze die op familiaal, burgerrechtelijk vlak de grootst mogelijke zekerheid biedt dat deze vermogensbestanddelen hem/haar effectief zullen toekomen. Dit doel wordt bekomen door het afsluiten van de voorgelegde kanscontracten, waarbij de Aanvragers zich wederzijds tegenover elkaar verbinden voor de volledige duurtijd van de overeenkomsten - dit is: tot en met het overlijden van één van hen -, zonder mogelijkheid voor één Aanvrager om eenzijdig aan de uitwerking van de kanscontracten te ontsnappen, en met een principieel vereiste van gezamenlijk akkoord voor alle daden van beheer, bestuur en beschikking van de betrokken vermogensbestanddelen. Dit doel kan niet op een andere wijze (bijvoorbeeld via schenking of bij testament) met dezelfde zekerheid bereikt worden.

Het opnemen van een ontbindende voorwaarde (met name de ontbinding van het huwelijk van de Aanvragers omwille van een andere reden dan het overlijden van één van hen, of nog, het gedurende een ononderbroken periode van 6 (zes) maanden feitelijk gescheiden leven van de aanvragers om redenen van ontwrichting van hun relatie (hun huwelijk)) vormt terzake geen beletsel. De geldigheid van een dergelijke ontbindende voorwaarde wordt immers op heden uitdrukkelijk aanvaard.

Gelet op één en ander, zijn de Aanvragers ervan overtuigd, voor zover als nodig, dat er voldoende én afdoende niet-fiscale motieven zijn om de voorgenomen kanscontracten af te sluiten, en dat deze bijgevolg geen fiscaal misbruik maken in de zin van artikel 3.17.0.0.2 VCF.

20. BESLUIT

Gelet op het voorgaande menen de Aanvragers dat de voorgenomen kanscontracten, in deze aanvraag in extenso uiteengezet, volwaardige kanscontracten onder bezwarende en bijzondere titel zijn, en dat het afsluiten ervan, op de wijze in deze aanvraag in extenso uiteengezet, bijgevolg geen aanleiding zal geven tot de heffing van erfbelasting op grond van artikel 2.7.1.0.3, 3°, VCF of van artikel 2.7.1.0.5 VCF noch tot de heffing van schenkbelasting op grond van artikel 2.8.1.0.1 VCF of van artikel 2.8.4.1.1, §2, VCF, telkenmale al dan niet in combinatie met artikel 3.17.0.0.2 VCF.

IV. Beslissing

21. Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

22. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad.

23. De Vlaamse Belastingdienst doet geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerlijk vlak.

24. Volgende artikelen uit de VCF worden onderzocht:

- Artikel 2.8.1.0.1 VCF dat luidt als volgt:

Overeenkomstig artikel 1, artikel 19 en artikel 31 van het federale Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten wordt de schenkbelasting gevestigd naar aanleiding van de registratie of de verplichting tot registratie van akten of geschriften die tot bewijs strekken van een schenking onder de levenden.”;

- Artikel 2.8.4.1.1, §2, VCF dat luidt als volgt:

Het tarief van de schenkbelasting voor de schenkingen van roerende goederen bedraagt :

1° 3% voor een verkrijging in de rechte lijn en tussen partners;

2° 7% voor een verkrijging door alle andere personen.

Dat tarief is niet van toepassing op de schenkingen onder de levenden van roerende goederen die met legaten worden gelijkgesteld met toepassing van artikel 2.7.1.0.3, 3°.”;

- Artikel 2.7.1.0.3 VCF dat luidt als volgt:

Worden met het oog op de heffing van het successierecht als legaten beschouwd :

1° alle schulden die uitsluitend bij uiterste wil erkend zijn;

2° alle schuldbekentenissen van sommen die voorkomen als een contract onder bezwarende titel, maar die een bevoordeling inhouden en die niet aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen zijn onderworpen;

3° alle schenkingen van roerende goederen die de erflater heeft gedaan onder de opschortende voorwaarde of termijn die vervuld wordt ingevolge het overlijden van de schenker.

Het eerste lid, 3°, is niet van toepassing bij de realisatie van een beding van terugval die de erflater heeft bedongen in het voordeel van een derde voor een vruchtgebruik dat de erflater zich heeft voorbehouden.”;

- Artikel 2.7.1.0.5 VCF dat luidt als volgt:

§ 1. De goederen waarvan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie het bewijs levert dat de erflater er kosteloos over beschikte gedurende de drie jaar vóór zijn overlijden, worden geacht deel uit te maken van zijn nalatenschap, tenzij de bevoordeling onderworpen is aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen onder de levenden. De erfgenamen of legatarissen hebben een verhaalsrecht ten aanzien van de begiftigde voor de successierechten die op die goederen voldaan zijn.

Als door de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie of door de erfgenamen en legatarissen bewezen wordt dat de bevoordeling toekwam aan een bepaalde persoon, wordt die als legataris van de geschonken zaak beschouwd.

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt een bevoordeling waarvoor een vrijstelling van de schenkbelasting is toegepast, gelijkgesteld met een bevoordeling die aan de schenkbelasting of aan het registratierecht op de schenkingen onder de levenden is onderworpen.

§ 2. De termijn van drie jaar, vermeld in paragraaf 1, wordt evenwel op zeven jaar gebracht als het gaat om aandelen en activa als vermeld in artikel 2.8.6.0.3.

De termijn van zeven jaar, vermeld in het eerste lid, wordt teruggebracht tot drie jaar als de kosteloze beschikking dagtekent van voor 1 januari 2012.”.

- Artikel 3.17.0.0.2 VCF dat luidt als volgt:

Aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie kan niet worden tegengeworpen, de rechtshandeling noch het geheel van rechtshandelingen dat een zelfde verrichting tot stand brengt, wanneer die entiteit door vermoedens of door andere bewijsmiddelen, vermeld in artikel 3.17.0.0.1, en aan de hand van objectieve omstandigheden aantoont dat er sprake is van fiscaal misbruik.

Er is sprake van fiscaal misbruik wanneer de belastingplichtige door middel van de door hem gestelde rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen één van de volgende verrichtingen tot stand brengt :
1° hetzij een verrichting waarbij hij zichzelf in strijd met de doelstellingen van een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten buiten het toepassingsgebied van die bepaling plaatst;
2° hetzij een verrichting waarbij aanspraak wordt gemaakt op een belastingvoordeel, voorzien door een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten, en de toekenning van dit voordeel in strijd zou zijn met de doelstellingen van die bepaling en die in wezen het verkrijgen van dit voordeel tot doel heeft.

Het komt aan de belastingplichtige toe te bewijzen dat de keuze voor zijn rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen door andere motieven verantwoord is dan het ontwijken van de belasting. Als de belastingplichtige het tegenbewijs niet levert, dan wordt de verrichting aan een belastingheffing overeenkomstig het doel van deze codex onderworpen alsof het misbruik niet heeft plaatsgevonden.

25. Het feit dat een beding van aanwas/kanscontract tussen echtgenoten wordt afgesloten maakt dit contract op zich niet ongeldig. Wanneer een dergelijk beding van aanwas/kanscontract wordt afgesloten tussen echtgenoten, zoals in onderhavig geval, moet het slaan op de eigen goederen van de echtgenoten die zij al dan niet in onverdeeldheid bezitten

26. Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen niet zijn onderworpen aan de schenkbelasting (maar bij onroerende goederen wel aan het verkooprecht) mits het contract beperkt is, via beschikking onder bijzondere titel, en ten bezwarende titel is.

27. Het contract is onder bijzondere titel, wanneer de overeenkomst niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.

28. Het contract is in casu onder bijzondere titel aangezien het contract betrekking heeft op de roerende goederen die specifiek in de overeenkomsten worden omschreven.

29. De beleggingsportefeuille wordt beschouwd als een feitelijke universaliteit. Bijgevolg aanvaardt Vlabel dat het contract m.b.t. de effectenportefeuille betrekking heeft op de effectenportefeuille in zijn geheel, zonder dat hiermee afbreuk wordt gedaan aan de vereiste dat het contract onder bijzondere titel moet zijn.

30. De Vlaamse Belastingdienst aanvaardt dat de zakelijke subrogatie speelt als die conventioneel is voorzien of die plaatsheeft uit kracht van de wet, overeenkomstig artikel 3.10 BW.

Wat de beleggingsportefeuilles betreft zal het contract dus uitwerking krijgen op de effectenportefeuilles zoals deze zijn samengesteld op het ogenblik van het overlijden van één van de echtgenoten ongeacht de gewijzigde samenstelling hiervan ingevolge transacties van wederbelegging.

31. Het contract wordt aanzien als een kanscontract ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.

32. Een gelijkaardige levensverwachting kan niet enkel worden beoordeeld op basis van sterftetabellen maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, een overlijden dat kort volgt op het sluiten van het contract, etc...

33. De gelijkaardigheid van de levensverwachting dient aanwezig te zijn bij het afsluiten van het contract. Het is evenwel mogelijk dat pas bij de realisatie van het contract blijkt dat bij het afsluiten van het contract niet aan deze voorwaarde was voldaan.

34. Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt dat er in casu sprake is van een gelijkaardige levensverwachting. De echtgenoten hebben respectievelijk een leeftijd van 70 jaar en 67 jaar. Zij verklaren beiden in dezelfde goede gezondheidstoestand te verkeren wat wordt gestaafd met medische attesten die aan de akte zullen worden gehecht.

35. De gelijkwaardigheid van inleg wordt beoordeeld bij het afsluiten van het contract, niet bij het realiseren van de opschortende voorwaarde (een goed kan in waarde stijgen of dalen).

36. Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt dat de inleg van de aanvragers op het moment van het afsluiten van het kanscontract en de overeenkomst betreffende het beding van aanwas gelijkwaardig zal zijn.

37. Op basis van de elementen en feiten vermeld in de aanvraag tot voorafgaande beslissing en haar bijlagen kan worden besloten dat het in casu om een kanscontract/overeenkomst betreffende een beding van aanwas gaat waarop bijgevolg noch erfbelasting, noch schenkbelasting geheven zal worden in toepassing van de artikelen 2.7.1.0.3 VCF, 2.7.1.0.5 VCF, 2.8.1.0.1 VCF en 2.8.4.1.1, §2, VCF.

38. Indien de rechtshandelingen worden gesteld vanaf 1 juni 2012 kunnen ze afgetoetst worden aan de anti-misbruikbepalingen. De contracten maken in casu geen fiscaal misbruik in de zin van art. 3.17.0.0.2 VCF aangezien er ook niet-fiscale motieven aan de contracten ten grondslag liggen, tenzij uit de feiten blijkt dat de kansen uiteindelijk niet gelijkwaardig waren omdat één van de partijen kort na het sluiten van de contracten niet onverwacht is komen te overlijden.

Deze beslissing heeft alleen betrekking op de schenk – en de erfbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen. Deze beslissing spreekt zich bovendien niet uit over de mogelijke toepassing van niet door de aanvrager opgeworpen artikelen van de VCF.

Voetnoten


[1] Cf. de artikelen 5.75 en 5.76 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek (nog niet in werking getreden op datum van indiening van deze aanvraag):

Art. 5.75. Contract van onbepaalde duur

Een contract wordt voor een onbepaalde duur gesloten wanneer het geen uitdovende tijdsbepaling bevat.

Iedere partij kan het te allen tijde opzeggen, met inachtneming van de vereisten die de wet of het contract oplegt of, bij gebreke daarvan, door de kennisgeving aan de andere partij van een opzegging die een redelijke opzegtermijn vermeldt.

Art. 5.76. Contract van bepaalde duur

Een contract wordt voor een bepaalde duur gesloten wanneer het een uitdovende tijdsbepaling bevat.

De duur van het contract mag niet langer zijn dan toegelaten door de wet of, bij gebrek daaraan, 99 jaar. Een langere duur wordt herleid tot de maximaal toegestane duur.

Een contract van bepaalde duur kan niet worden opgezegd, behoudens de uitzonderingen die de wet, het contract of de gebruiken opleggen.