VB 17025 - Beding van aanwas
- Nummer
- 17025
- Datum beslissing
- 4 september 2017
- Publicatiedatum
- 5 september 2017
Heffing
- Erfbelasting
- Schenkbelasting
Wettelijke basis
- art. 2.7.1.0.3. VCF
- art. 2.8.1.0.1. VCF
I. Voorwerp van de aanvraag
1. De aanvraag strekt er toe bevestiging te krijgen dat het voorgelegde beding van aanwas tussen de heer X en mevrouw Y rechtsgeldig is en kwalificeert als een kansbeding onder bezwarende titel en dat - op het ogenblik dat het uitwerking krijgt - het niet valt onder de toepassing van artikel 2.8.1.0.1. VCF, jo. Artikel 2.8.4.1.1. VCF en bijgevolg niet onderworpen zal zijn aan de schenkbelasting; maar wel valt onder toepassing van het verkooprecht, te weten artikel 2.9.1.0.1. VCF jo. artikel 2.9.4.1.1. VCF.
II. Omschrijving van de verrichtingen
II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen
2. De aanvraag wordt ingediend door de heer ‘A’, namens de betrokken partijen.
3. De betrokken partijen zijn:
De heer X, en zijn echtgenote mevrouw Y,
De heer X en mevrouw Y zijn gehuwd onder het stelsel van scheiding der goederen, middels huwelijkscontract verleden voor notaris ‘B’ dd. 4 juli 2002 en gewijzigd op 21 februari 2017 door toevoeging van een contractuele erfstelling, zonder dat het stelsel werd gewijzigd.
De heer X en mevrouw Y hebben samen geen kinderen, noch heeft één van hen kinderen uit een vorige relatie.
4. De betrokken onroerend goederen zijn:
4.1. APPARTEMENT A
Een appartement op een perceel grond, en een oppervlakte van 130m2
Het APPARTEMENT, omvattende:
• in privatieve en exclusieve eigendom:
Het eigenlijke appartement bestaande uit: hall, keuken, badkamer, één slaapkamer en living met terras;
• in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid:
de negenendertig/tweeduizendsten (39/2.000sten) in de algemene gemene delen van het gebouw;
de negenendertig/duizendsten (39/1.000sten) in de bijzondere gemene delen van de residentie […] waaronder de grond.
De KELDER, gelegen in de kelderverdieping omvattende:
• in privatieve en exclusieve eigendom:
de eigenlijke kelderberging met haar toegangsdeur;
• in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid:
de drie/tweeduizendsten (3/2.000sten)
•in de algemene gemene delen van het gebouwcomplex;
de drie/duizendsten (3/1.000sten) in de bijzondere gemene delen van de sectie B van de residentie […] waaronder de grond.
4.2. APPARTEMENT B
Een appartement gelegen op de derde verdieping in de residentie […]met een oppervlakte van 255m2
Het APPARTEMENT, omvattende:
• in privatieve en exclusieve eigendom:
de inkomhall, het toilet, een berging, de badkamer, twee slaapkamers, de living met eetplaats en terras;
• in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid:
zevenhonderd en vier/tienduizendste (704/10.000sten) in de gemene delen, waaronder de grond.
II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)
5. De heer X en mevrouw Y ondertekenden op 12 mei 2017 een onderhandse overeenkomst met betrekking tot de aankoop van een onroerend goed ‘appartement A’. Daarnaast ondertekenden zij op 15 juni 2017 een onderhandse overeenkomst met betrekking tot de aankoop van een onroerend goed ‘appartement B’.
Aanvragers wensen de langstlevende onder hen te beschermen bij overlijden van de eerststervende. Deze wens is mede ingegeven door het feit dat aanvragers kinderloos zijn.
6. Beide onderhandse overeenkomsten bevatten daarom een clausule van aanwas, dat thans als volgt geformuleerd is:
"De kopers verklaren ten opzichte van de verkoper, die daarvan akte neemt, dat de aankoop wat hen betreft geschiedt met een beding van aanwas. Bij overlijden van de eerst stervende van de eigenaars zal zijn aandeel in het onroerend goed aangroeien bij dat van de overlevende, zonder dat deze laatste iets verschuldigd is aan de erfgenamen van de eerst stervende. Aldus staat ieder van de kopers zijn aandeel af aan de andere, onder opschortende voorwaarde van zijn vooroverlijden. Als tegenprestatie voor deze afstand verkrijgt degen die afstaat een gelijke kans om het aandeel van de andere te verwerven indien hij langer leeft.
De aanwas zal gebeuren ten voordele van iedere overlevende voor ... [aandeel vermelden] met ingang op datum van het overlijden van de eerst stervende doch zonder terugwerkende kracht en zonder dat het verdeelrecht verschuldigd is (artikel 2.10.1.0.4. van de Vlaamse Codex Fiscaliteit).
Deze aanwas zal zich uitstrekken over alle gebouwen, verbeteringen of wijzigingen die aan het onroerend goed zouden aangebracht zijn. Bijgevolg zullen de erfgenamen van de eerst stervende geen enkel verhaal kunnen uitoefenen tegen de langstlevende uit hoofde van de kostprijs van de bouwwerken, verbeteringen of wijzigingen die door de eerst stervende zouden zijn betaald. De bedragen die uit hoofde van dergelijke werken nog zouden zijn verschuldigd bij het overlijden van de eerst stervende, zullen evenwel uitsluitend ten laste zijn van degene die de eigendom verwerft.
Om de uitvoering van het beding van aanwas te verzekeren zullen de partijen hun aandeel in het onroerend goed, voorwerp van deze overeenkomst op geen enkele wijze mogen afstaan, hetzij kosteloos hetzij ten bezwarende titel, noch met enig zakelijk recht bezwaren, tenzij met uitdrukkelijke toestemming van de andere."
De authentieke akte werd nog niet verleden.
7. De authentieke akten zullen een aangepast beding van aanwas bevatten, dat als volgt zal luiden:
“BEDING VAN AANWAS
Teneinde de langstlevende te beschermen bij het overlijden van één van hen, komen de heer X en mevrouw Y (hierna: de "kopers" of "partijen"), overeen een bijzondere onverdeeldheid tussen hen in het leven te roepen voor het bij deze aangekochte onroerend goed, dat als een doelvermogen wordt aangezien.
De kopers komen met name overeen dat, bij het overlijden van de eerststervende onder hen en zonder terugwerkende kracht, de volle eigendom van het deel van de eerststervende in het goed zal aanwassen bij het deel van de overlevende. Aldus staat elk van de kopers de volle eigendom van zijn deel af aan de andere onder de opschortende voorwaarde van zijn vooroverlijden; als tegenprestatie voor deze afstand verkrijgt de overdrager een kans om de volle eigendom van het deel van de andere in het onroerend goed te verkrijgen, indien hij het langst leeft.
Deze overeenkomst is wederkerig toegestaan en aanvaard ten bezwarenden titel, als kanscontract, onder de hiernavolgende modaliteiten en voorwaarden:
1) Beide partijen schatten voor zichzelf de kans om te overleven gelijk.
2) De aanwas zal gebeuren ten voordele van de langstlevende van hen voor het volledig aandeel van de eerststervende in het onroerend goed, met ingang van het overlijden van de eerststervende, zonder terugwerkende kracht. Indien de heer X als eerste overlijdt, zal mevrouw Y bij zijn overlijden bijgevolg de volle eigendom bekomen van het onverdeeld aandeel van de heer X in het onroerend goed. Indien mevrouw Y als eerste overlijdt, zal de heer X bij haar overlijden bijgevolg de volle eigendom bekomen van het onverdeeld aandeel van mevrouw Y in het onroerend goed.
3) De aanwas heeft eveneens betrekking op alle eventuele bouwwerken, verbouwingen of veranderingen die op of aan het goed zouden uitgevoerd worden. Bij gebrek aan tegenbewijs wordt de stilzwijgende instemming van de beide partijen hieromtrent vermoed.
4) De langstlevende van beide kopers in wiens voordeel de aanwas tot stand komt, zal aan de erfgenamen of rechtsopvolgers van de eerststervende geen enkele vergoeding verschuldigd zijn uit hoofde van deze overeenkomst, gezien het hier om een kanscontract gaat. Het bezwarend karakter van deze overeenkomst wordt onderstreept door het oogmerk van elke koper om te worden beschermd voor het geval hij de langstlevende zou zijn.
5) Er wordt bedongen dat de langstlevende van beide kopers alle financieringen en openstaande bedragen dient verder te betalen, aangegaan met het oog op de gezamenlijke aankoop, eventuele bebouwing, verbouwing of verandering, na aanwending van eventuele schuldsaldoverzekeringen. De kopers erkennen door ondergetekende notaris te zijn gewezen op het belang van de keuze van de begunstigde van deze verzekeringen.
6) Zolang deze overeenkomst van kracht blijft tussen de kopers kunnen zij het goed niet vervreemden, noch ten bezwarenden titel, noch om niet, de verdeling of veiling ervan niet vragen, het goed niet hypothekeren, er geen enkele erfdienstbaarheid of ander zakelijk recht op toestaan, tenzij met de uitdrukkelijke instemming van de andere partij bij deze overeenkomst.
De kopers komen eveneens overeen dat, behoudens onderling akkoord, het beding van aanwas de vervroegde uitonverdeeldheidtreding in de weg staat, zolang dit beding van aanwas geldt.
Tevens hebben de kopers, zolang deze overeenkomst van kracht blijft tussen hen, het gezamenlijk genot van het onroerend goed op last gezamenlijk de lasten ervan te dragen, elk in verhouding tot zijn eigendomsrechten.
7) De kopers verklaren te weten dat, op basis van de huidige stelling van de Vlaamse Belastingdienst en onder voorbehoud van latere wijzigingen van de wetteksten/of gebruiken in fiscale aangelegenheden, de langstlevende gehouden zal zijn de registratierechten (verkooprecht) te betalen op de waarde van de volle eigendom van de onverdeelde rechten van de eerststervende in het goed.
8) Tussen de partijen is overeengekomen dat, indien dit beding van aanwas een nietige bepaling zou bevatten deze nietige bepaling voor niet geschreven zal worden gehouden, zodat zij volgens de uitdrukkelijke wil van de partijen niet de nietigheid van het volledige beding van aanwas tot gevolg kan hebben. Tussen de partijen is aldus ondermeer overeengekomen dat, indien dit beding van aanwas een bepaling zou bevatten die het beding strijdig maakt met het verbod van bedingen betreffende toekomstige nalatenschappen, deze bepaling voor niet geschreven moet worden gehouden, zodat een dergelijke bepaling niet tot de nietigheid van het volledige beding van aanwas kan leiden.
9) Dit beding van aanwas is tussen partijen afgesloten vanaf heden voor onbepaalde duur.”
III. Motivering van de aanvraag
8.1. Het aanwasbeding is niet strijdig met artikel 1130 BW
Naar Belgisch recht is het beding van aanwas niet strijdig met het in artikel 1130 BW vervatte verbod van overeenkomsten over niet-opengevallen nalatenschappen, en dus perfect rechtsgeldig. Dit werd meermaals bevestigd in de rechtspraak en door de meerderheid van de rechtsleer.
8.2. Een aanwasbeding is mogelijk tussen echtgenoten
Het beding van aanwas tussen echtgenoten is voorts niet strijdig met artikel 1595 BW, dat betrekking heeft op het verkoopverbod tussen echtgenoten. Het beding van aanwas kan namelijk niet als een koop gekwalificeerd worden. In tegenstelling tot een koopcontract, staat het bij een beding van aanwas immers niet vast welke partij van de aanwas zal genieten.
Het beding van aanwas is een kanscontract ten bezwarende titel dat onderscheiden moet worden van de verkoop omschreven in artikel 1582 BW. Aangezien de gevolgen van het aanwasbeding afhangen van een onzekere gebeurtenis en aangezien beide echtgenoten dezelfde kans hebben om het goed te verkrijgen, bezit het beding een aleatoir karakter. Het verbod van artikel 1595 BW is van strikte interpretatie en kan niet naar analogie worden uitgebreid.
8.3. Een aanwasbeding is mogelijk tussen echtgenoten gehuwd onder het stelsel van scheiding der goederen
In de rechtsleer wordt aanvaard dat een beding van aanwas mogelijk is tussen echtgenoten die gehuwd zijn onder het stelsel van scheiding der goederen, zoals dat in casu het geval is.
Niet alleen de Vlaamse Belastingdienst oordeelde reeds in die zin, ook het Grondwettelijk Hof heeft zulks reeds uitdrukkelijk aanvaard:
"Wanneer echtgenoten die gehuwd zijn onder het stelsel van scheiding van goederen samen een onroerend goed verwerven en de onverdeelde eigenaar wensen te beschermen in geval van overlijden van een van de echtgenoten, staat het hun vrij om bij de aankoop te voorzien in een beding van aanwas in volle eigendom, dat de volle eigendom van het onverdeelde goed zou toewijzen aan de langstlevende mede-eigenaar" (GWH 24 september 2015)
9. Het aanwasbeding is een evenwichtig kansbeding
9.1. Principe
Het beding van aanwas wordt traditioneel gekwalificeerd als een beding onder bezwarende titel. Het bezwarende karakter volgt uit het feit dat de partijen gelijke kansen bezitten om het goed in totaliteit te verkrjjgen. Het is hierbij evenwel van belang dat er een effectieve kansengelijkheid tussen de partijen bestaat. De gelijkheid van kansen wordt beoordeeld op het moment van het sluiten van het beding.
De berekening van de kansengelijkheid gebeurt door een inschatting van de effectieve levensverwachting van ieder van de partijen. Men houdt daarbij rekening met de gemiddelde levensverwachting, maar eveneens met specifieke omstandigheden, zoals de gezondheidstoestand of de ongelijke financiële inleg. De specifieke intentie van de partijen wordt niet in acht genomen.
De rechtspraak stelt zich soepel op bij de concrete beoordeling van de gelijke kansen. Een groot leeftijdsverschil of een ongelijke financiering vormen voor de hoven en rechtbanken geen beletsel voor de gelijkwaardigheid van kansen. Zo oordeelde de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout dat een groot leeftijdsverschil niet in se problematisch is. In casu betrof het verschil 16 jaar. Ook het hof van beroep Antwerpen oordeelde in die zin over een leeftijdsverschil van 14 jaar en een leeftijdsverschil van 10 jaar
Het is overigens perfect mogelijk voor echtgenoten om met elkaar overeenkomsten onder bezwarende titel af te sluiten. Immers, in tegenovergestelde zin oordelen, zou ongeoorloofde discriminaties tot stand brengen op vermogensrechtelijk vlak ten aanzien van wettelijk samenwonenden.
9.2. In casu
Dat de heer X en mevrouw Y voornemens zijn een evenwichtig kansbeding met gelijkheid van kansen te sluiten, blijkt uit volgende concrete omstandigheden:
- een gelijkaardige leeftijd, te weten de heer X 53 jaar en mevrouw Y 61 jaar;
- eenzelfde goede gezondheid;
- financiële gelijkwaardigheid.
Ook uit de bewoordingen van het kansbeding - o.a. het vervreemdingsverbod - blijkt dat partijen een evenwichtig kansbeding wensen te sluiten.
Daarnaast wordt het aanwasbeding uitdrukkelijk niet in de tijd beperkt. Immers, een niet in de tijd beperkt aanwasbeding onder bezwarende titel, kan slechts worden gewijzigd of opgeheven met wederzijds akkoord van beide echtgenoten, terwijl een schenking buiten huwelijkscontract ad nutum wijzigbaar of herroepbaar is. Kortom, de echtgenoten blijven beiden gebonden door het aanwasbeding. Het aanwasbeding geldt immers onverkort tussen echtgenoten tenzij ze er, in gezamenlijk overleg, een einde aan stellen.
Terzake verwijzen cliënten naar de Voorafgaande Beslissing nr. 16009 dd. 21 maart 2016 aangaande een beding van aanwas tussen echtgenoten gehuwd onder het stelsel van scheiding der goederen.
Teneinde de kansengelijkheid te bewijzen, zijn de heer X en mevrouw Y overigens bereid om een medisch getuigschrift toe te voegen aan het dossier.
Uit al deze elementen samen, dient dus te worden besloten dat er tussen de heer X en mevrouw Y een gelijkheid van overlevingskansen bestaat. Het kansbeding dat zij wensen te sluiten, dient dan ook te worden gekwalificeerd als zijnde een evenwichtig kansbeding onder bezwarende titel.
IV. Beslissing
10. Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:
11. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad.
De Vlaamse Belastingdienst doet bijgevolg geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerlijk vlak.
12. De Vlaamse Belastingdienst zal een aanwasbeding tussen echtgenoten in principe als een schenking belasten. Indien echter uit de bewoordingen en de voorwaarden van de akte blijkt dat het om een werkelijk kanscontract gaat, wordt de aanwas fiscaal beschouwd als ten bezwarende titel.
13. Uit de concrete omstandigheden (o.a. quasi-gelijke leeftijd van de echtgenoten, verklaring i.v.m. de financiële gelijkwaardigheid en eenzelfde goede gezondheid) en de bewoordingen van de overeenkomst (o.a. het vervreemdingsverbod en het niet uitdrukkelijk in de tijd beperkt zijn van het aanwasbeding) blijkt dat het de bedoeling is van partijen om een evenwichtig kansbeding te sluiten.
Bijgevolg aanvaardt de Vlaamse Belastingdienst het bezwarend karakter ervan.
13. Bij uitwerking van het beding van aanwas is niet de schenkbelasting maar het verkooprecht verschuldigd.
Deze beslissing heeft alleen betrekking op registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.