VB 19040 - Beding van aanwas
- Nummer
- 19040
- Datum beslissing
- 19 augustus 2019
- Publicatiedatum
- 20 november 2019
Heffing
- Schenkbelasting
Wettelijke basis
- art. 2.8.1.0.1. VCF
- art. 2.8.4.1.1. VCF
I. Voorwerp van de aanvraag
1.1. De aanvraag strekt ertoe bevestiging te verkrijgen dat de voorgelegde overeenkomst van aanwas tussen de heer X en mevrouw Y rechtsgeldig is en kwalificeert als een contract onder bezwarende titel (kanscontract) en dat - indien de overeenkomst in België wordt geregistreerd - de artikelen 2.8.1.0.1 VCF en artikel 2.8.4.1.1, §2, VCF niet van toepassing zullen zijn en er derhalve geen schenkbelasting zal verschuldigd zijn.
1.2. De verzoekers vragen dat de geldigheid van de voorafgaande beslissing zich in de tijd zou uitstrekken tot aan het overlijden van één van de echtgenoten.
II. Omschrijving van de verrichtingen
II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen
2. De aanvraag wordt ingediend door Meester […] te […], namens:
2.1. De heer X, geboren te […] op xx.xx.1931, van Nederlandse nationaliteit, met nationaal nummer […], houder van het document ter staving van duurzaam verblijf met nummer […], gehuwd met mevrouw Y, hierna genoemd, wonende te […];
en zijn echtgenote,
2.2. mevrouw Y, geboren te […] op xx.xx.1930, van Nederlandse nationaliteit, met nationaal nummer […], houdster van het document ter staving van duurzaam verblijf met nummer […], gehuwd met de heer X, hierboven genoemd, wonende te […].
3. De echtgenoten X-Y, voormeld, huwden onder het Nederlandse stelsel van uitsluiting van gemeenschap met toevoeging van een periodiek verrekenbeding.
4. Het huwelijkscontract werd verleden bij akte van xx.xx.1977 voor meester […], notaris met standplaats te […] en is tot op heden ongewijzigd gebleven.
5. De echtgenoten hebben geen kinderen.
II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)
6. Elke echtgenoot wenst voor zichzelf de nodige maatregelen te nemen die hem/haar in staat stellen zijn/haar levenskwaliteit en - standaard als langstlevende echtgenoot te garanderen en hem/haar tegelijkertijd in staat stellen een maximale flexibiliteit te behouden. Met dat doel voor ogen wensen zij de flexibiliteit van hun huwelijksvermogensrechtelijk regime te maximaliseren teneinde elk voor zich als langstlevende echtgenoot de nodige zekerheid en bescherming te bekomen.
Te dien einde hebben de echtgenoten gekozen voor een huwelijk onder het stelsel van scheiding van goederen.
7. De echtgenoten beschikken over de effectenportefeuilles en bankrekeningen op hun gezamenlijke naam, ieder voor de onverdeelde helft.
Deze feitelijke realiteit van het gezamenlijk beheer en de beschikking van deze effectenportefeuilles en bankrekeningen hebben zij bekrachtigd door het aangaan van een beding van aanwas ten bijzondere titel, meer bepaald betreffende de hierna vermelde goederen.
8. De partijen hebben bewust gekozen voor dergelijke wederzijdse overeenkomst die hen beiden bindt en bijgevolg niet eenzijdig kan opgezegd worden. Het aanwascontract bindt hen bovendien voor onbepaalde duur en vervult zowel de doelstelling van de financiële bescherming van de langstlevende echtgenoot, als deze van een gezamenlijk handelen.
9. Dit doel kan niet bereikt worden met een schenking tussen echtgenoten of testament aangezien deze eenzijdige en herroepbare rechtshandelingen betreffen.
10. De overeenkomst van aanwas luidt als volgt:
"OVERWEGENDE DAT:
1. De partijen eigenaar zijn van volgende effectenportefeuilles, ingeschreven op hun naam in onverdeeldheid, elk voor een onverdeelde helft, met name:
- de effectenrekening geïndividualiseerd onder nummer […] en beheerd bij […];
- de effectenrekening geïndividualiseerd onder nummer […] en beheerd bij […]; en
- het effectendepot geïndividualiseerd onder nummer […] en beheerd bij […].
Hierna samen genoemd de "effectenportefeuilles";
De partijen eigenaar zijn van bankrekeningen, ingeschreven op hun naam in onverdeeldheid, elk voor een onverdeelde helft, met name:
- de rekening geïndividualiseerd onder nummer […] beheerd bij […];
- de rekening geïndividualiseerd onder nummer […] en beheerd bij […];
- de vermogensspaarrekening geïndividualiseerd onder nummer […] en beheerd bij […];
- de rekening geïndividualiseerd onder nummer […] en beheerd bij […];
- de termijnrekening geïndividualiseerd onder nummer […] en beheerd bij […];
- de termijnrekening geïndividualiseerd onder nummer […] en beheerd bij […];
- de spaarrekening geïndividualiseerd onder nummer […] en beheerd bij […]; en
- de zichtrekening geïndividualiseerd onder nummer […] en beheerd bij […].
Hierna samen genoemd de "bankrekeningen";
De effectenportefeuilles en de bankrekeningen worden hierna samen genoemd de "tegoeden".
2. De effectenportefeuille een individualiseerbaar goed is en een feitelijke universaliteit van goederen vormt, bestaande uit diverse bestanddelen (effecten en/of speciën). Deze samenstelling kan gewijzigd worden door de zakenrechtelijke subrogatie, (weder)belegging of vervanging van de diverse elementen die deel uitmaken van deze universaliteit;
3. De samenstelling van de effectenportefeuilles op dag van vandaag zijn omschreven in een staat, aangehecht aan deze;
4. Partijen verklaren dezelfde levensverwachting te hebben en tot staving hiervan een medisch verslag bijvoegen;
5. Partijen zich zo goed als mogelijk wensen te voorzien voor het geval elk van hen de langstlevende van hen zou zijn. Ze handelen in die zin "animo speculandi" .
Met betrekking tot de tegoeden;
IS OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:
Artikel 1 - Algemeen
Partijen wensen dat de tegoeden, met de eraan gekoppelde liquiditeiten, aan de langstlevende hunner toekomen; het betreft hier een doelvermogen met inbegrip van meerwaarden, vruchten en toebehoren en bij wederbelegging of zaakvervanging verkregen zaken.
Ingeval van beëindiging van de onverdeeldheid met betrekking tot de tegoeden, door het overlijden van één der partijen, zal het aandeel van de overledene in volle eigendom aangroeien bij dat van de langstlevende.
Deze aanwas is tussen partijen overeengekomen ten titel van kanscontract en dus onder bezwarende titel. Aldus staat elk der partijen zijn aandeel in de onverdeelde tegoeden die zich op zijn overlijdensdag in zijn vermogen bevinden af aan de andere, onder de opschortende voorwaarde van zijn vooroverlijden. Als tegenprestatie voor deze afstand verkrijgt degene die afstaat een gelijke kans om het aandeel van de andere te verwerven indien hij het langst leeft.
Artikel 2 - Rechtskeuze
De partijen komen uitdrukkelijk overeen dat uitsluitend het Belgische recht van toepassing is op deze overeenkomst, met betrekking tot zijn inhoud als tot zijn vorm, hierna samen genoemd "het toepasselijke recht".
Artikel 3 - Verbod van vervreemding
Teneinde de uitvoering van onderhavige overeenkomst te garanderen verbinden partijen zich ertoe, gedurende de gehele looptijd van deze overeenkomst, hun aandeel in voorschreven tegoeden, die hen in onverdeeldheid toebehoren, niet te vervreemden, te verpanden of er eender welk ander recht op toe te staan, zonder de uitdrukkelijke toestemming van de andere, en dit zolang deze overeenkomst van kracht blijft tussen hen.
Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van partijen om gezamenlijk schenkingen te doen met betrekking tot de bankrekeningen of de effecten en gelden zich bevindende op voormelde effectenportefeuilles (of ten aanzien van de individuele bestanddelen ervan) .
Tevens verbinden partijen zich ertoe alle beslissingen aangaande beleggingen en herbeleggingen met betrekking tot de tegoeden gezamenlijk te nemen. Alle beslissingen dienaangaande werden geacht na gezamenlijk overleg te zijn genomen.
Partijen ontzeggen zich het recht elk aar wederzijdse volmachten toe te staan, met uitzondering voor het geval één van de partijen handelingsonbekwaam wordt.
Artikel 4 - Vervanging van de bestaande goederen - Zaakvervanging
a) Alle zaken die worden verkregen in vervanging van de oorspronkelijke tegoeden en alle interesten, dividenden of andere opbrengsten die nog niet werden uitgekeerd ingevolge hetgeen bepaald werd sub artikel 5, vallen eveneens onder dit beding van aanwas .
b) De wijzigingen in de samenstelling van de effectenportefeuilles (mits akkoord van beide partijen), in hoofde van de vervanging, belegging of herbelegging van deze goederen, heeft geen invloed op onderhavige overeenkomst die ongewijzigd blijft, met name de effectenportefeuilles geïndividualiseerd onder bovenstaande nummers. De principes van zaakvervanging zijn onverkort van toepassing op deze effectenportefeuilles.
c) Bijgevolg heeft onderhavig contract van aanwas niet enkel betrekking op de effecten aangeduid in de aangehechte staat, maar tevens op de effecten en liquiditeiten die in de plaats zijn gekomen van deze effecten of liquiditeiten zoals aangegeven in de staat gehecht aan deze overeenkomst. Het principe van de zaakvervanging is van toepassing aangezien de effectenportefeuilles een feitelijke universaliteit van goederen uitmaken die de zaakvervanging veronderstelt.
d) Als tot zaakvervanging van de effectenportefeuilles als zodanig wordt overgegaan, moet dit nog bevestigd worden op het moment van de verwerving van het nieuwe zaakvervangende goed. Hetzelfde geldt voor de vervanging van de tegoeden op de bankrekeningen door andere tegoeden .
Artikel 5 - Vruchten
Partijen komen overeen dat de vruchten (interesten, dividenden etc.) die door de tegoeden gegenereerd worden, na aftrek van de bancaire kosten (bewaar- en beheerskosten en andere kosten) wel of niet mogen uitgekeerd worden aan de partijen, elk voor de onverdeelde helft, net zoals de meerwaarden die door de effectenportefeuilles gerealiseerd worden (mits akkoord van beide partijen). In geval de vruchten en meerwaarden niet uitgekeerd worden zal onderhavig contract tevens van toepassing zijn op de vruchten en meerwaarden.
De meerwaarden die deel uitmaken van de effectenportefeuilles en niet uitgekeerd worden wegens niet-realisatie, maken integraal deel uit van de geïndividualiseerde effectenportefeuille. Bijgevolg zal onderhavige overeenkomst van aanwas tevens van toepassing zijn op deze meerwaarden.
Artikel 6 - Traceerbaarheidsverplichting
Partijen komen overeen om ervoor te zorgen dat de tegoeden die betrokken zijn in het beding van aanwas te allen tijde traceerbaar blijven, zodat te allen tijde het verband kan worden gelegd tussen de tegoeden op de dag van het sluiten van het contract en de tegoeden op de dag van het beëindigen van de onverdeeldheid door het overlijden van één van de partijen.
Artikel 7 - Duur
Dit contract heeft een onbepaalde duur en kan slechts ontbonden worden met het akkoord van beide partijen. Niettemin staat het de partijen vrij om in gemeenschappelijk overleg een einde te stellen aan het contract van aanwas.
In dat geval zal artikel 815 BW van toepassing zijn op de onverdeeldheid die tussen partijen bestaat, wat betekent dat elke partij de uit onverdeeldheidtreding kan vragen in hoofde van deze bepalingen van artikel 1207 Ger.W.
Het contract van aanwas eindigt geenszins ingeval van een wijziging van het nummer waaronder de bankrekeningen of effectenportefeuilles geïndividualiseerd zijn of ingeval van bewaargeving van de desbetreffende effectenportefeuilles door een andere financiële instelling dan deze die vandaag de bewaarneming op zich neemt.
Het contract van aanwas eindigt eveneens wanneer een feitelijke scheiding ontstaat en wanneer een vordering tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed wordt ingeleid.
Artikel 8 - Nietigheid
Een eventuele nietigheid van een bepaling van dit beding van aanwas betreft enkel die specifieke bepaling, die in dat geval voor niet geschreven moet worden gehouden, maar kan, volgens de uitdrukkelijke wil van partijen, niet de nietigheid van het volledige beding van aanwas tot gevolg hebben.
Artikel 9 - Bemiddeling en arbitrage
De partijen komen overeen om ingeval van betwisting deze overeenkomst te onderwerpen aan de bemiddeling en zo nodig aan de principes van de arbitrage. De arbitrage wordt opgestart en verloopt volgens de regels van CEPANI (www. cepani.be).
Artikel 10 - Slotbepalingen
De partijen verklaren afdoende geïnformeerd te zijn aangaande hun rechten, verplichtingen en lasten die voortvloeien uit deze overeenkomst die hen op een onpartijdige wijze geadviseerd werd.".
III. Motivering van de aanvraag
11.1. Principe
Het beding van aanwas betreft een kanscontract ten bezwarende titel dat wordt afgesloten tussen twee contractanten met betrekking tot één of meerdere goederen.
Een contract van aanwas heeft een wederkerig karakter. Beide contractanten zullen gezamenlijk tot een besluitvorming moeten komen teneinde hun rechten van beheer en beschikking uit te oefenen. Een wijziging, noch opzegging kan bijgevolg eenzijdig geschieden.
Als compensatie van deze beperking aan hun beheers- en beschikkingsbevoegdheid die de echtgenoten zich vrijwillig opleggen, bekomt elke contractant onder opschortende voorwaarde het recht op het aandeel van de medecontractant in zijn aanspraken op het goed waar het beding van aanwas op gevestigd wordt zo deze komt te overlijden. Het zich al dan niet voordoen van de aanwas is verbonden aan de onzekere gebeurtenis van het tijdstip van overlijden van een contractant. De onzekerheid van tijdstip en identiteit van de eerstoverleden contractant maakt dat beide partijen eenzelfde kans hebben op de aanwas van een vermogensbestanddeel.
11.2. Echtgenoten gehuwd onder een stelsel van scheiding van goederen
Dat een beding van aanwas mogelijk is tussen echtgenoten gehuwd onder een stelsel van scheiding van goederen wordt zowel door het Grondwettelijk Hof als de Vlaamse Belastingadministratie zelf bevestigd.
11.3. Een evenwichtig kanscontract
Het beding van aanwas betreft een contract ten bezwarende titel, wat verklaard wordt door het gegeven dat beide partijen een gelijke kans hebben om eigendomsaanspraken op het gehele goed te verkrijgen door de aanwas in volle eigendom van het aandeel van de overleden contractant. Deze gelijkheid van kansen wordt beoordeeld op het moment van het sluiten van de overeenkomst.
De kwalificatie "kanscontract" tussen partijen wordt aangetoond door de gelijke overlevingskans, een gezamenlijk optreden in de vorm van een strikt vervreemdingsverbod en de afwezigheid van een einddatum. Het bezwarende karakter sluit de taxatie in de erf- of registratiebelasting in hoofde van de artikelen 2.8.1.0.1 jo 2.8.4.1.1 §2 VCF uit. Wij verwijzen dienaangaande naar de beslissingen door u genomen.
(Voorafg. besl. nr. 16009 dd. 21.03 .2016, "Beding van aanwas tussen echtgenoten" , publ.. 08.04.2016; voorafg. besl. nr. 17025 dd. 04.09.2017, "Beding van aanwas", publ. 05.09.2016; voorafg. besl.nr. 17030 dd. 02.10.2017, "Beding van aanwas", publ. 12.10.2017; zie ook tussen broers en tussen broer en zus: voorafg. besl. nr. 16035 dd. 24.08.2016, "Beding van aanwas roerende goederen tussen twee broers", publ. 19.09.2016; voorafg. besl. nr. 16041 dd. 05.09.2016, "Aanwasbeding tussen samenwonende broer en zus", publ. 24.10.2016.)
11.4. Met betrekking tot artikel 1130 BW en artikel 1100/1 e.v. nieuw BW
Het beding van aanwas betreft een kanscontract ten bezwarende titel onder de opschortende voorwaarde van vooroverlijden van een contractant en ten bijzondere titel. Het is derhalve geen verboden erfovereenkomst.
11.5. In casu
Het contract van aanwas dat het echtpaar X-Y heeft afgesloten, kwalificeert als een kanscontract ten bezwarende titel. Het bezwarende karakter wordt ondersteund door de volgende feitelijke gegevens, waaruit blijkt dat de echtgenoten een evenwaardig kanscontract voor ogen hebben en animo speculandi hebben gehandeld:
- Een gelijke overlevingskans bij het afsluiten van de overeenkomst, wat aangetoond wordt door de gelijkaardige leeftijd, in casu 88 jaar voor mijnheer en bijna 89 jaar voor zijn echtgenote; en eenzelfde goede gezondheidstoestand, wat aangetoond wordt door een medisch attest.
- Het leeftijdsverschil van 1 jaar kwalificeert onder de vigerende rechtspraak als een kansengelijkheid aangezien deze moet beoordeeld worden in de feiten en niet enkel mag gesteund worden op een objectieve leeftijd.
- De financiële gelijkwaardigheid: beide partijen zijn elk volle eigenaar van de onverdeelde helft in effectenportefeuilles en bankrekeningen, die bovendien samen beheerd worden.
- Het beding van aanwas bevat een strikt vervreemdingsverbod. Het is de echtgenoten niet toegestaan eenzijdig het contract stop te zetten, te wijzigen, de goederen in pand te geven, te vervreemden etc. Aanvullend, ter versterking van dit vervreemdingsverbod, hebben de partijen zich het verbod opgelegd om wederzijdse volmachten toe te staan. Elke daad van beheer of beschikking die gesteld wordt, zal met andere woorden de expliciete en persoonlijke handeling van elk der echtgenoten noodzaken.
- Het contract van aanwas is aangegaan voor onbepaalde duur. De afwezigheid van einddatum leidt ertoe dat het beding slechts kan opgeheven worden mits wederzijds akkoord van de contractanten. Het contract van aanwas eindigt evenwel wanneer een feitelijke scheiding ontstaat en wanneer een vordering tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed wordt ingeleid .
Het beding van aanwas kwalificeert tevens als een overeenkomst ten bijzondere titel aangezien de overeenkomst van aanwas enkel van toepassing is op voornoemde effectenportefeuilles en bankrekeningen .
Al deze elementen in acht genomen, dient men te concluderen dat het beding van aanwas dat de heer X en zijn echtgenote hebben afgesloten, kwalificeert als een evenwichtig kanscontract ten bezwarende titel en ten gevolge hiervan art. 2.8.1.0.1 jo 2.8.4.1.1, §2, VCF geen toepassing kunnen vinden indien de overeenkomst in België ter registratie zou worden aangeboden.
IV. Beslissing
Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:
12. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad. De Vlaamse Belastingdienst doet bijgevolg geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerlijk vlak.
13. Het afgesloten beding van aanwas zal uitwerking krijgen bij het overlijden van één van de echtgenoten.
14. De aanvraag tot voorafgaande beslissing is ontvankelijk indien één van de aanvragers zijn fiscale woonplaats in de vijf jaren die de overeenkomst van aanwas voorafgaan het langst in het Vlaamse Gewest had gevestigd.
15. Volgende artikelen uit de VCF worden onderzocht:
- Artikel 2.8.1.0.1 VCF dat luidt als volgt:
“Overeenkomstig artikel 1, artikel 19 en artikel 31 van het federale Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten wordt de schenkbelasting gevestigd naar aanleiding van de registratie of de verplichting tot registratie van akten of geschriften die tot bewijs strekken van een schenking onder de levenden.”
- Artikel 2.8.4.1.1, §2 VCF dat luidt als volgt:
Ҥ 2. Het tarief van de schenkbelasting voor de schenkingen van roerende goederen bedraagt :
1° 3% voor een verkrijging in de rechte lijn en tussen partners;
2° 7% voor een verkrijging door alle andere personen.
Dat tarief is niet van toepassing op de schenkingen onder de levenden van roerende goederen die met legaten worden gelijkgesteld met toepassing van artikel 2.7.1.0.3, 3°.”
16. Het feit dat een beding van aanwas tussen echtgenoten wordt afgesloten maakt dit contract op zich niet ongeldig. Wanneer een dergelijk beding van aanwas wordt afgesloten tussen echtgenoten, zoals in onderhavig geval, moet het slaan op de eigen goederen van de echtgenoten die ze in onverdeeldheid bezitten, in casu de effectenportefeuilles en de bankrekeningen, vermeld onder punt 10. Het beding van aanwas moet enkel in een notariële akte zijn opgenomen indien het beding betrekking heeft op onroerende goederen, wat in casu niet het geval is.
17. Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen niet zijn onderworpen aan de schenkbelasting (maar bij onroerende goederen wel aan het verkooprecht) mits het contract beperkt is, via beschikking onder bijzondere titel, en ten bezwarende titel is.
18. Het contract is onder bijzondere titel, wanneer de overeenkomst niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.
Vermits een effectenportefeuille beschouwd wordt als een universaliteit, aanvaardt Vlabel dat het contract betrekking heeft op de effectenportefeuille in haar geheel, zonder dat hiermee afbreuk wordt gedaan aan de vereiste dat het contract onder bijzondere titel moet zijn.
19. Zaakvervanging is mogelijk binnen een beding van aanwas. Het vervanggoed volgt dan dezelfde regels/bestemming als het goed dat het vervangt. Hetzelfde geldt voor meerwaarden.
In beide gevallen gelden volgende (bijkomende) voorwaarden:
- er moet in de akte conventionele zaakvervanging voorzien worden
- als er zaakvervanging is, moet dit nog bevestigd worden op het moment van de verwerving van het nieuwe zaakvervangende goed
Wat de effectenportefeuilles betreft heeft de aanvaarding van de kwalificatie als feitelijke universaliteit tot gevolg dat er van rechtswege zaakvervanging optreedt. Het contract zal dus uitwerking krijgen op de effectenportefeuilles zoals deze zijn samengesteld op het ogenblik van het overlijden van één van de echtgenoten ongeacht de gewijzigde samenstelling hiervan ingevolge transacties van wederbeleggingen.
20. Het contract wordt aanzien als een kanscontract ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.
21. Een gelijkaardige levensverwachting kan niet enkel worden beoordeeld op basis van sterftetabellen maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, een overlijden dat kort volgt op het sluiten van het contract etc...
De gelijkaardigheid van de levensverwachting dient aanwezig te zijn zowel bij het afsluiten van het contract als bij de realisatie van de opschortende voorwaarde.
Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt dat er sprake is van een gelijkaardige levensverwachting.
22. De gelijkwaardigheid van inleg wordt beoordeeld bij het afsluiten van het contract, niet bij het realiseren van de opschortende voorwaarde (een goed kan in waarde stijgen of dalen).
Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt de inleg van de aanvragers gelijkwaardig is. De goederen die deel uitmaken van het contract behoren de aanvragers ieder oor de onverdeelde helft toe.
23. Op basis van de elementen en feiten vermeld in de aanvraag tot voorafgaande beslissing en hetgeen uiteengezet, kan worden besloten dat het in casu om een kanscontract ten bezwarende titel gaat.
24. Indien het contract is gesloten vanaf 1 juni 2012 kan het afgetoetst worden aan de anti-misbruikbepalingen. Het contract maakt geen fiscaal misbruik uit indien er ook niet-fiscale motieven aan ten grondslag liggen. Herkwalificatie is mogelijk indien de belastingplichtige niet kan aantonen dat de geviseerde verrichting ook niet-fiscale doelstellingen heeft, en dat deze niet-fiscale doelstellingen voldoende opwegen tegen de fiscale motieven.
De voorgenomen verrichting maakt geen fiscaal misbruik uit in de zin van art. 3.17.0.0.2 VCF aangezien er ook niet-fiscale motieven (zie punt 6) aan het contract ten grondslag liggen die voldoende opwegen tegen de fiscale motieven.
25. Indien de aanvragers het wensen kunnen ze de onderhandse akten ter registratie aanbieden tegen betaling van het federaal vast recht. Hierdoor zal deze akte een vaste dagtekening krijgen.
Deze beslissing heeft alleen betrekking op registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.