Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 16035 - Beding van aanwas roerende goederen tussen twee broers Vlaamse Belastingdienst

VB 16035 - Beding van aanwas roerende goederen tussen twee broers

Voorafgaande beslissing
Nummer
16035
Datum beslissing
24 augustus 2016
Publicatiedatum
19 september 2016

Heffing

  • Erfbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.1.0.3. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. Aanvrager wenst bevestiging van het feit dat ingeval van opmaak van een aanwasbeding voor een onverdeelde beleggingsportefeuille tussen twee broers, bij overlijden van de eerststervende geen erfbelasting noch registratiebelasting dient betaald te worden, gelet op de jarenlange samenwoning van de broers en de historische oorsprong van de onverdeelde tegoeden.

II. Omschrijving van de verrichtingen

II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door notaris ‘X’ in naam van zijn cliënten, namelijk twee broers:

  1. De heer “broer A”.
  2. De heer “broer B”.

samenwonende.

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

3. Voormelde broers A en B hebben samen een belangrijk roerend vermogen opgebouwd, te weten:

De onverdeelde beleggingsportefeuille op hun beider naam, bestaande uit volgende banktegoeden:

* de portefeuille nummer 1 op hun beider naam

* de portefeuille nummer 2 op hun beider naam.

4. Dit roerend vermogen komt voornamelijk voort uit de verkoop van aandelen van hun familiale vennootschap op 19 december 2007. Zij verkochten de 170 aandelen. Broer A was houder van 90 aandelen; broer B was houder van 80 aandelen. De verkoopprijs van de aandelen werd op 25 december 2007 gestort op de spaarrekening op hun beider naam.

5. De broers A en B hebben de gelden nadien belegd in de portefeuille nummer 1 aangehouden op hun beider naam en in de portefeuille nummer 2 aangehouden op hun beider naam. Zij compenseerden de ongelijke inbreng van de verkoop van de aandelen (80/170e door broer B en 90/170e door broer A) door op 19 mei 2016 van de Spaarrekening op naam van broer B 10/170e van de totale waarde van de portefeuille op 19 mei 2016, over te schrijven naar de Spaarrekening op hun beider naam.

6. De broers A en B voegden de portefeuilles die zij beiden aanhielden in eigen naam, samen met voormelde onverdeelde portefeuille, telkens voor eenzelfde bedrag.

7. De broers A en B hebben daarnaast ieder een gelijk bedrag , voortkomende uit uitbetaalde lonen, uitbetaalde interesten en de terugbetaling van een lening aan de vennoten, overgeschreven van hun persoonlijke spaarrekening naar voormelde onverdeelde portefeuille.

8. Thans wensen zij aan de onverdeelde beleggingsportefeuille een aanwasbeding te koppelen ten voordele van de langstlevende onder hen, zodat bij overlijden van de eerststervende diens helft in volle eigendom toekomt aan de langstlevende onder hen op basis van het kanscontract, waarbij zij beiden een gelijkwaardige kans hebben om ooit de volledige portefeuille te verwerven.

9. Aanvrager is van oordeel dat er bij het overlijden van de eerststervende van de broers A en B, op de verwerving door de langstlevende van de gehele beleggingsportefeuille buiten de nalatenschap om op basis van het contract van aanwas als kanscontract, geen erfbelasting of registratiebelasting betaald dient te worden, gelet op de jarenlange samenwoning van de broers en de historische oorsprong van de onverdeelde tegoeden.

III. Motivering van de aanvraag

10. Aanvrager stelt dat het aanwasbeding een kanscontract onder bezwarende titel is, waarbij beide broers een gelijkwaardige kans hebben om ooit de volledige portefeuille te verwerven. Verder bewijs wordt hierover niet aangebracht.

Bovendien stelt aanvrager dat de broers jarenlang samenwonen en dat de tegoeden van beide broers voortkomen. Hiervan worden wel bewijzen bijgevoegd.

IV. Beslissing

11. Gelet op artikel 3.22.0.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit komt het besluitvormingsorgaan tot volgende voorafgaande beslissing:

12. Uit de concrete omstandigheden (o.a. de nauwe band tussen de twee broers, een redelijk beperkt leeftijdsverschil, de financiële gelijkwaardigheid, de verklaring van partijen dat zij hun kansen gelijkwaardig achten om het deel van de andere te verwerven) en de bewoordingen van de overeenkomst (o.a. het vervreemdingsverbod en de verplichting alle beslissingen aangaande beleggingen, uitkeringen, schenkingen gezamenlijk te nemen) blijkt dat het de bedoeling is van partijen om een evenwichtig kansbeding te sluiten.

Bijgevolg aanvaardt de Vlaamse Belastingdienst het bezwarend karakter ervan en is de overeenkomst van aanwas niet aan een Vlaamse registratiebelasting onderworpen.

Evenmin zal bij het overlijden van één van de broers erfbelasting geheven worden aangezien de titel van de aanwas, die plaatsheeft bij het overlijden van de eerststervende, gelegen is in de overeenkomst onder de levenden.