Werkwoorden vervoegen - 5. Spelling van Engelse werkwoorden
Voor de vervoeging van Engelse werkwoorden gaan we uit van de stam zoals bij andere werkwoorden.
Regel 1 - Stam
HOOFDREGEL: De stam van een Engels werkwoord is in het Nederlands gelijk aan de stam van het oorspronkelijke Engelse werkwoord.
De stam van het oorspronkelijke Engelse werkwoord is de infinitief zonder to. Behoud de e in de spelling van de stam als de Engelse stam eindigt op -e.
Regel 1.1
UITZONDERING: Schrijf een enkele medeklinker als de Engelse stam eindigt op een dubbele medeklinker.
Regel 1.2
UITZONDERING OP REGEL 1.1: Behoud de dubbele medeklinker als de voorafgaande klinker op zijn Engels wordt uitgesproken.
Regel 1.3
UITZONDERING: Verdubbel de o en verwijder de eind-e als de Engelse stam in de laatste uitgesproken lettergreep een lange /oo/ heeft.
Regel 1.4
UITZONDERING: Als de Engelse stam eindigt op -le, is voor de stam in het Nederlands zowel die vorm op -le als de vernederlandste vorm die eindigt op -el correct.
Regel 2 - Vervoegde vormen
HOOFDREGEL: Vervoeg Engelse werkwoorden zoals regelmatige Nederlandse werkwoorden.
Een regelmatig werkwoord is een werkwoord dat in de verleden tijd dezelfde stam heeft als in de tegenwoordige tijd (dweil - dweilde, hark - harkte).
Regel 3
Als de eindmedeklinker van de stam zowel stemloos als stemhebbend kan worden uitgesproken, is in de verleden tijd en het voltooid deelwoord zowel de vorm met -t als die met -d correct.