Gedaan met laden. U bevindt zich op: Mapping van drie segmenteringsstudies over levenslang leren in Vlaanderen Bijdragen van het kennisplatform

Mapping van drie segmenteringsstudies over levenslang leren in Vlaanderen

Blogbericht
7 oktober 2024

In dit onderzoek worden drie segmenteringsstudies over levenslang leren samengenomen. Dat levert een aantal bijkomende waardevolle inzichten op over de profielen van lerenden en niet-lerenden en meer detail over drempels die lerenden ervaren.

Kadering van de mapping

In 2018 lanceerde de Vlaamse regering samen met de OESO een skills strategie voor Vlaanderen. Daaruit bleek dat Vlaanderen het op veel vlakken goed doet, maar dat het bewustzijn over en het belang van levenslang leren bij Vlamingen nog steeds veel te laag is. Deelname aan leren wordt in Vlaanderen gekenmerkt door een grote kloof in deelname tussen verschillende socio-demografische groepen en tussen hoog- en laaggeschoolde volwassenen.

Een van de grote uitdagingen is het gebrek aan leergoesting en de motivatie om deel te nemen aan leeractiviteiten van bepaalde groepen Vlamingen. De coronacrisis heeft nog maar eens aangetoond hoe belangrijk leren is voor sterke loopbanen en blijvende inzetbaarheid van Vlamingen, maar ook om succesvol te kunnen omgaan met de grote transities van de toekomst in onze sterk veranderende arbeidsmarkt.

Voortbouwend op de OESO Skills strategie heeft Vlaanderen de voorbije jaren verschillende onderzoeken opgestart om meer fijnmazige inzichten te verkrijgen in de motieven, behoeften, barrières en beweegredenen die ervoor zorgen dat sommige mensen niet of minder goed bereikt worden en anderen beter. Het gaat om drie studies.

De gezichten van levenslang leren in Vlaanderen

In een eerste studie ontwikkelde Vlaanderen samen met de OESO een segmenteringsmodel waarbij typen lerenden werden geïdentificeerd aan de hand van een reeks factoren die hun deelname aan leeractiviteiten beïnvloeden en die ze gemeenschappelijk hebben. De segmentering is gebaseerd op de enquête volwassenenonderwijs (AES), een representatieve bevolkingssurvey. Het resultaat van deze studie is een segmenteringsmodel voor levenslang leren dat kan dienen als eerste kompas om het beleid voor levenslang leren beter af te stemmen op de bevolkingsgroepen die het meeste ondersteuning nodig hebben.

De persona’s, drempels en hefbomen van burgers met een leernood

In aanvulling op de eerste studie heeft het expertisecentrum voor levenslang leren in opdracht van het Partnerschap Levenslang Leren, een kwalitatief onderzoek opgezet naar de persona’s, drempels en hefbomen van burgers met een leernood. Aan de hand van customer journey-onderzoek werd het traject van burgers voorafgaand aan leren in kaart gebracht. Zowel participerende burgers als geïnteresseerde niet participerende burgers werden onderzocht. Het onderzoek resulteerde in acht persona’s, die zich van elkaar onderscheiden op het vlak van hun leerdoelen, motivatie, drempels en hefbomen tot leren.

Bekendheid Vlaamse opleidingsincentives: bevolkingsbevraging

Daarnaast werd naar aanleiding van de eerste beleidsevaluatie van de Vlaamse opleidingsincentives sinds de hervorming, een bevolkingssurvey uitgevoerd bij de Vlaamse actieve bevolking om na te gaan in welke mate Vlamingen de Vlaamse opleidingsincentives kennen, op welke manier en door wie zij hierover werden geïnformeerd, welke informatiebehoeften zij hebben en op welke manier zij het liefst worden geïnformeerd over Vlaamse ondersteuningsmaatregelen voor leren. Op basis van de attitude van burgers tegenover leren en loopbaanbegeleiding werd een segmenteringsmodel ontwikkeld om een beter inzicht te krijgen in het bereik van de huidige communicatie en als input voor toekomstige communicatiestrategieën.

Overlap tussen de segmenteringsstudies

In dit rapport brengen we de resultaten samen van de drie segmenteringsstudies over levenslang leren in Vlaanderen samen. Het focust op de overlap tussen de segmenteringsstudies. De methodologie en resultaten van de afzonderlijke studies vindt u terug in de afzonderlijke rapporten.

Als we de resultaten van de drie segmenteringsstudies samennemen, dan leren we dat ‘de’ lerende Vlaming en ‘de’ niet-lerende Vlaming niet bestaat. Beide groepen zijn te onderscheiden in verschillende profielen of deelprofielen.

Door het identificeren van de raakvlakken van de verschillende segmenteringen verfijnen we de inzichten over de verschillende segmenten. De verschillende segmenteringsstudies bieden immers ten aanzien van elkaar aanvullende inzichten:

  • Het segmentatieonderzoek van OESO biedt inzichten over de socio-demografische kenmerken van de segmenten, de motivatie van lerenden en niet-lerenden, drempels van niet-lerenden en leerdoelen van lerenden.
  • Uit het customer journey onderzoek van burgers putten we informatie over geïnteresseerde niet-participerende en participerende burgers: hun motivatie, leerdoelen, drempels, hefbomen (enkel van de participerende burgers) en gebruikte informatiekanalen over opleidingen.
  • De studie over de bekendheid van opleidingsincentives biedt informatie over de attitude ten aanzien van bijscholing en loopbaanbegeleiding, de kennis over bestaande opleidingsincentives, de nood aan info over opleidingsincentives en/of loopbaanbegeleiding en de voorkeursinformatiekanalen voor opleidingsincentives en loopbaanbegeleiding, socio-demografische kenmerken, en leerdoelen van geïnteresseerde niet-participerende en participerende burgers.

Daardoor leidt de mapping tot een aantal bijkomende bevindingen over de profielen van de OESO-studie. Zo zien we dat een deel van de profielen die aangeven geen leernood te hebben, via loopbaanbegeleiding en informatie over steunmaatregelen tot levenslang leren gestimuleerd kunnen worden.

Ook leveren de overeenkomsten een grondiger inzicht op over de drempels van de OESO-segmenten. Zo blijkt dat sommige lerenden niet alleen tijdsgerelateerde drempels ervaren, maar ook een gebrek aan steun van de werkgever.

Tot slot legt het onderzoek een aantal belangrijke tekorten in de kennis over de verschillende profielen in levenslang leren bloot, zoals de ongelijke verdeling van kennis over de verschillende segmenten. Hoewel ze een hoge beleidsprioriteit zijn op het vlak van levenslang leren, blijken we minder te weten over groepen met een grote afstand tot leren.