Gedaan met laden. U bevindt zich op: Bijlagen Legistieke en taalkundige aanwijzingen

Bijlagen

Soorten bijlagen

256. Soorten bijlagen

Bijlagen zijn teksten die bij het dispositief van een regeling horen, maar er formeel geen deel van uitmaken.

Er zijn verschillende soorten bijlagen:

bijlagen bij een lange of nieuw ingerichte tekst (zie aanwijzing 257)

bijlagen die gebruikt worden om rechtsregels te introduceren in de rechtsorde die de steller van het dispositief niet zonder meer zelf kan vaststellen (zie aanwijzing 258 en 259)

bijlagen die een onderdeel uitmaken van de rechtsregels waarbij ze zijn gevoegd, maar die om praktische redenen beter afzonderlijk worden geformuleerd (zie aanwijzing 260 tot en met 267).

Bijlagen bij een lange of nieuw ingerichte tekst

257. Definiëring en regels

De eerste soort bijlagen zijn werkinstrumenten bij een meestal lange of een nieuw ingerichte tekst. Het gaat bijvoorbeeld om inhoudsopgaven en concordantietabellen. Deze bijlagen zijn niet regelgevend.

Deze bijlagen worden traditioneel niet bijgewerkt. Als later in de rechtsregel een nieuw artikel wordt ingevoegd, worden de inhoudsopgave en de concordantietabel niet aangepast.

Bijlagen voor introduceren van rechtsregels

Bijlagen die gebruikt worden om rechtsregels te introduceren die de auteur van het dispositief niet zonder meer zelf kan vaststellen.

258. Definiëring en voorbeelden

Dit soort bijlagen bevat autonome regels die al bestonden vóór het decreet of het besluit waar u ze bijvoegt. Het decreet of het besluit dient alleen om aan de bijgevoegde tekst een andere plaats te geven dan hij tot dusver in de rechtsorde bekleedde.

Het gaat om bijlagen die een al bestaand rechtsinstrument zijn. Als steller van het dispositief bent u niet bevoegd voor het opstellen ervan, maar een artikel van het dispositief verbindt rechtsgevolgen aan de bijlage of breidt de rechtsgevolgen ervan uit.

Bijvoorbeeld:

  • de statuten van een publiekrechtelijke rechtspersoon die bij een besluit goedgekeurd worden;
  • het huishoudelijk reglement van een adviesorgaan dat bij een besluit goedgekeurd wordt.

Een samenwerkingsakkoord of een verdrag wordt niet als bijlage bij een instemmingsdecreet gevoegd.

Een ander voorbeeld van dit soort bijlagen zijn bestaande rechtsinstrumenten (bijvoorbeeld resoluties van internationale organisaties) waarnaar in het dispositief verwezen wordt en die omwille van de kenbaarheid van de regelgeving worden bijgevoegd (cfr. advies van de Raad van State 44.972/1/V van 26 augustus 2008 over het ontwerp van decreet betreffende de River Information Services op de binnenwateren (Stuk 1909 (2008-2009) – nr. 1)).

259. Specifieke regels

Als steller van het dispositief kunt u bijlagen die een al bestaand rechtsinstrument zijn waarvoor u niet bevoegd bent, niet wijzigen, vervangen of opheffen. Alleen de instantie die bevoegd is om bestaande rechtsinstrumenten te stellen, kan dat doen. Als u rechtsgevolgen hebt verbonden aan het oorspronkelijke rechtsinstrument, kunt u wel rechtsgevolgen verbinden aan het rechtsinstrument dat het oorspronkelijke wijzigt.

In het dispositief moet u uitdrukkelijk verwijzen naar dit soort bijlagen.

Bijvoorbeeld:

Het huishoudelijk reglement dat is opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, wordt goedgekeurd.

Het opschrift van deze bijlagen moet nauwkeurig, volledig en beknopt zijn. Het wordt voorafgegaan door het woord Bijlage en wordt genummerd met een Arabisch cijfer als er verschillende bijlagen zijn. Na dat cijfer staat een punt. Het is ook aan te raden om, als dat mogelijk is, in de bijlagen zelf te verwijzen naar het corresponderende artikel uit het dispositief, zodat het verband of de samenhang duidelijk wordt.

Bijvoorbeeld:

Bijlage. Huishoudelijk reglement als vermeld in artikel 1

Onder elke bijlage zet u de formule die in aanwijzing 267 is bepaald.

Afzonderlijk geformuleerde bijlagen

Bijlagen die een onderdeel uitmaken van de rechtsregels waarbij ze zijn gevoegd, maar die om praktische redenen beter afzonderlijk worden geformuleerd

260. Definiëring

Het doel van dit soort bijlagen is om een onderdeel van een regeling gescheiden te houden van het eigenlijke dispositief. Zo maakt u het dispositief overzichtelijker. Deze bijlagen zijn even dwingend als het dispositief en bovendien even noodzakelijk. Het dispositief zou anders onvolledig en onverstaanbaar zijn, en zou niet uitgevoerd of toegepast kunnen worden.

Bijvoorbeeld: tarieven, tabellen, beschrijvingen, tekeningen of plannen.

Formulieren vormen een aparte soort van deze bijlagen. In principe worden ze niet als bijlage bij een regelgevende tekst gevoegd (zie aanwijzing 130). Als het, in afwijking van de afgesproken gedragslijn, toch nodig is om een formulier in een besluit vast te leggen, stelt u dat formulier op volgens de principes van de Formulierenleidraad die Team Taaladvies van het Departement Kanselarij en Bestuur heeft ontwikkeld. Voor de opmaak van de formulieren kunt u gebruikmaken van de formulierensjabloon. Bekijk de Formulierenleidraad en het formulierensjabloon.

261. Verwijzen naar bijlage

In het dispositief moet u uitdrukkelijk verwijzen naar dit soort bijlagen.

Bijvoorbeeld:

Art. 3. Die kredieten worden opgesomd in de tabel die is opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.

Het is ook aan te raden om, als dat mogelijk is, in het opschrift van de bijlagen zelf te verwijzen naar het corresponderende artikel uit het dispositief, zodat het verband of de samenhang duidelijk wordt (zie aanwijzing 264).

Bijvoorbeeld:

Bijlage. Tabel als vermeld in artikel 3

262. Regels voor wijzigen en vervangen of invoeging

Als u dit soort bijlage wijzigt, vermeldt u in het dispositief van de wijzigingstekst dat de bijlage wordt gewijzigd. U neemt een of meer artikelen op over de wijzigingen van de bijlage.

Als u dit soort bijlage moet vervangen of invoegen, gaat u als volgt te werk:

  • In een artikel van het dispositief van de wijzigingstekst neemt u op dat de bijlage wordt vervangen of ingevoegd.
  • U nummert de nieuwe bijlage op dezelfde manier als de bestaande bijlagen. Als u een bijlage invoegt, past u dezelfde regels toe als bij de invoeging van artikelen (zie aanwijzing 198).
  • Voeg de nieuwe bijlage bij voorkeur als bijlage bij de wijzigingstekst en neem ze dus niet op in het dispositief. Hou daarbij rekening met de richtlijnen van aanwijzing 199, 15°, aanwijzing 200, 11° en aanwijzing 201, 10°, toe. Pas ook aanwijzing 267 toe.

263. Bevoegdheid om te wijzigen, op te heffen of in te trekken

Als steller van het dispositief kunt u de bijlagen wijzigen, vervangen of opheffen. U bent immers bevoegd voor de elementen die u uit het dispositief hebt gehaald en in de bijlage hebt opgenomen, met het oog op de leesbaarheid ervan.

264. Vormgeving en formulering van het opschrift

Het opschrift van een bijlage moet nauwkeurig, volledig en beknopt zijn. Het wordt voorafgegaan door het woord Bijlage en wordt genummerd met een Arabisch cijfer als er verschillende bijlagen zijn. Na dat cijfer staat een punt.

Bijvoorbeeld:

Bijlage 2. Tabel met de planten- en diercodes als vermeld in artikel 6

Het kan ook nuttig zijn om daarbij de bepaling of bepalingen te vermelden van de basistekst waarin naar de bijlage wordt verwezen (zie aanwijzing 261).

265. Indeling in de vorm van doorlopende tekst

Het is aan te raden dat u bepalingen die de vorm van een doorlopende tekst hebben, bijvoorbeeld de beschrijving van een procedure, zo veel mogelijk in het dispositief verwerkt, tenzij de tekst over bijvoorbeeld huishoudelijke reglementen, cao’s of de goedkeuring van statuten gaat.

Het is ongebruikelijk en doorgaans ook ongewenst om een bijlage in te delen in artikelen omdat er zo verwarring kan ontstaan tussen de basistekst en de bijlage. Bij omvangrijke teksten kunt u een decimale nummering gebruiken (bijvoorbeeld 1, 1.1, 1.1.1). Zorg er in elk geval voor dat duidelijk kan worden verwezen en dat wijzigingsbepalingen gemakkelijk kunnen worden opgesteld, met een minimaal risico op vergissingen. Als de indeling in artikelen niet kan worden vermeden, vermeldt u in de bijlage de artikelnummering niet in het vet.

266. Formuleer geen rechten en verplichtingen die niet in dispositief staan

Rechten en verplichtingen die niet in het dispositief staan, mogen nooit in de bijlage worden geformuleerd.

267. Slotformule en ondertekening onderaan een bijlage

Onderaan plaatst u een van de volgende formules:

Gezien om gevoegd te worden bij het decreet van … (datum en opschrift).

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van … (datum en opschrift).

Behalve in geval van bijlagen bij indieningsbesluiten van ontwerpen van decreet plaatst u onder de formule ook de handtekening van de ministers die het besluit ondertekenen waarbij u de bijlage voegt. Voor de handtekening van een minister laat u zes witregels open tussen de titel en de naam. Bij de definitieve lay-out van de bijlage let u er ook op dat de bladzijde met het laatste stuk tekst behalve de handtekening van de minister-president in elk geval ook de handtekening van de (eerste) medeondertekenende minister bevat. Andere ministeriële handtekeningen volgen eventueel op de volgende bladzijden, in de orde van voorrang

Afwijkende aanwijzing

In afwijking van bovenstaande richtlijn geldt de volgende regeling voor ministeriële besluiten en besluiten leidend ambtenaar die digitaal ondertekend worden.

  • Als de bijlage of de verschillende bijlagen bij een tekst niet tot één document kunnen worden samengevoegd (zie afwijkende aanwijzing 251, 2°, b)) wordt in de bijlage of in elke bijlage boven de handtekening van de minister of de leidend ambtenaar de volgende formule geplaatst:

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit (opschrift).

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de secretaris-generaal … (opschrift).

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de administrateur-generaal … (opschrift).

  • Als de tekst en de bijbehorende bijlage bijlagen tot één document zijn samengevoegd (zie afwijkende aanwijzing 251, 2°, a)) wordt de bovenstaande formule niet toegevoegd.