Formules voor invoegingen
Naar een deel van een zin dat een of meer woorden en geen cijfers of leestekens bevat, verwijst u met woord of woorden. Naar een deel van een zin dat cijfers of leestekens bevat, verwijst u met zinsnede.
Hieronder vindt u een aantal voorbeelden:
- woorden: “De instantie”, “dertig dagen”;
- zinsneden: “, vermeld in artikel 4, §2”, “30 dagen”, “, die is opgenomen”.
Gebruik de volgende formules:
a) Invoegen van één punt in een opsomming
b) Invoegen van punten die op elkaar volgen
c) Invoegen van punten die niet op elkaar volgen
a) Invoegen van een of meer opeenvolgende leden in een artikel
b) Invoegen van verschillende leden die niet op elkaar volgen
c) Invoegen van een of meer leden vóór het eerste lid van een artikel
a) Invoegen van een paragraaf of van verschillende paragrafen die op elkaar volgen
b) Invoegen van verschillende paragrafen die niet op elkaar volgen
c) Invoegen van een paragraaf vóór paragraaf 1
! De tweede formule wordt alleen gebruikt als er reden tot twijfel zou kunnen zijn over de plaats waar het artikel moet worden ingevoegd.
a) Invoeging van artikelen die op elkaar volgen in een wetgevende tekst
Voor ieder artikel dat wordt ingevoegd, stelt u in het decreet een afzonderlijk artikel op dat in de invoeging voorziet.
b) Invoeging van artikelen die op elkaar volgen in een besluit
Voor alle ingevoegde artikelen die op elkaar volgen samen, stelt u in het wijzigingsbesluit één artikel op.
Bij artikelen in een besluit die niet op elkaar volgen, stelt u afzonderlijke wijzigingsartikelen op. Als u bijvoorbeeld een artikel 2/1 en een artikel 4/2 in een besluit invoegt, stelt u twee wijzigingsartikelen op.
a) Invoegen van een onderdeel en van artikelen die op elkaar volgen in een wetgevende tekst
U stelt een artikel op waarbij u het nieuwe onderdeel met het opschrift ervan invoegt. Daarnaast stelt u voor ieder ingevoegd artikel een afzonderlijk artikel op in de wijzigende wetgevende tekst.
Voor de nummering van de hoofdstukken of andere indelingen gebruikt u de nummering (in Arabische of Romeinse cijfers) die al wordt gebruikt in de tekst die wordt gewijzigd
b) Invoeging van een onderdeel en van artikelen die op elkaar volgen in een besluit
Voor alle ingevoegde onderdelen samen stelt u één artikel op in het wijzigingsbesluit.
a) In het dispositief
b) In het opschrift van de bijlage bij de wijzigende tekst
Als het besluit, het decreet of het indelingsniveau van het besluit of het decreet (bijvoorbeeld een hoofdstuk of afdeling) al gewijzigd is, somt u bij de formules, vermeld in punt 6° tot en met 10°, a), de geldende wijzigingen op. Op die manier worden onduidelijkheden en misverstanden ten gevolge van gelijktijdige invoegingen die door verschillende teksten op dezelfde tekst worden uitgevoerd, volledig uitgesloten.
Als u meer dan vier wijzigingen moet vermelden, vermeldt u alleen de laatst geldende wijziging en gebruikt u de formule: …, het laatst gewijzigd bij … .
Bijvoorbeeld: