Gedaan met laden. U bevindt zich op: Ondertekening Legistieke en taalkundige aanwijzingen

Ondertekening

Een ministerieel besluit wordt ondertekend door de minister of de ministers die bevoegd zijn voor de behandelde aangelegenheid.

Een besluit van de Vlaamse Regering wordt ondertekend door de minister-president en medeondertekend door het lid of de leden die bevoegd zijn voor de in het besluit geregelde materie.

In de ondertekening maakt u melding van de volledige titel van de betrokken minister, zoals die is opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering (zie aanwijzing 30 voor het hoofdlettergebruik).

In de ondertekeningsformule vermeldt u de volledige voornaam en familienaam van de minister (zie aanwijzing 29, 2°)

Tussen het laatste artikel en de ondertekening van de ministers komt de datum van de ondertekening. Zie de modellen:

Voor de handtekening van een minister laat u zes witregels open tussen de titel en de naam.

Op de bladzijde met het laatste artikel van het decreet of besluit moet in elk geval de handtekening van één medeondertekenende minister staan. Bij de definitieve lay-out van de tekst let u er dus op dat de bladzijde met het laatste artikel behalve de handtekening van de minister-president in elk geval ook de handtekening van de (eerste) medeondertekenende minister bevat. Andere ministeriële handtekeningen volgen eventueel op de volgende bladzijden, in de orde van voorrang.

Bij ministeriële besluiten staat in elk geval het laatste artikel op dezelfde pagina als de handtekening van de bevoegde minister.

Afwijkende aanwijzing

In afwijking van bovenstaande richtlijn geldt de volgende regeling voor ministeriële besluiten en besluiten leidend ambtenaar die digitaal ondertekend worden en een bijlage of verschillende bijlagen hebben

Tussen het laatste artikel en de ondertekening van de minister(s) of de leidende ambtenaar wordt de datum en de plaats van de ondertekening niet vermeld.

a) Als er een bijlage of verschillende bijlagen bij het ontwerp zijn gevoegd worden die tot één document samengevoegd en worden de ondertekeningsformule(s) onderaan de bijlage geplaatst of onderaan de laatste bijlage als er verschillende bijlagen zijn.

b) Als het technisch onmogelijk is om een bijlage of de verschillende bijlagen en de tekst waarbij ze horen tot één document samen te voegen kan er bij uitzondering van de regel, vermeld in punt a), worden afgeweken. In dat geval worden de ondertekeningsformule(s) onderaan het dispositief en ook onderaan de bijlage geplaatst of onderaan elke afzonderlijke bijlage als er verschillende bijlagen zijn. Zie ook afwijkende aanwijzing 267.

Als de minister-president ook de inhoudelijk bevoegde minister is, gebruikt u de volgende formule:

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van …,

Als de viceminister-president als inhoudelijk bevoegde minister optreedt, vermeldt u zijn hoedanigheid van viceminister-president niet. U maakt van die hoedanigheid alleen melding als hij ter vervanging van de minister-president optreedt.

Als er meer dan één medeondertekenende minister optreedt, moet u de orde van voorrang respecteren. De orde van voorrang wordt geregeld in artikel 60, §5, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en wordt vermeld in de omzendbrief over de orde van voorrang (zie omzendbrieven Vlaamse Regering(PDF bestand opent in nieuw venster)).

Als een lid van de Vlaamse Regering afwezig of verhinderd is, gebruikt u de volgende ondertekeningsformule:

Voor de Vlaamse minister van …,

De Vlaamse minister van …,