Dit deel van de EPC-pedia behandelt vragen en situaties die betrekking hebben op de bepaling van het beschermde volume. Het beschermde volume is het volume aan ruimten dat men wil beschermen tegen warmteverlies.
Stroomschema stappenplan beschermde volume
Toelichting bij stappenplan beschermde volume
- Stap 1
Direct verwarmd of direct gekoeld?
- Stap 2
Winddicht?
- Stap 3
Thermisch beschermd?
- Beschouw de muur in zijn geheel.
- Stel: 85% van de muur is geïsoleerd:
- 85% < 90% → muur wordt beschouwd als niet thermisch beschermd
- invoer in software: muur wordt opgedeeld in geïsoleerd muurdeel (85%) en ongeïsoleerd muurdeel (15%), met elk hun respectievelijke oppervlakte en gevelopeningen.
- Er is geen wand tussen beide delen. Mag hier een fictieve wand ingerekend worden?
- Nee, bij aftoetsing van stap 3 (en verder) wordt de zolder aanzien als 1 ruimte.
- Zolder deel van het beschermd volume? Voer de dakvlakken met verschillende eigenschappen apart in in de software.
- Er is wel een wand tussen beide delen. Hoe groot mag de permanente opening in deze wand zijn om deze te mogen te verwaarlozen?
- Er is geen beperking op de grootte van de permanente opening om de uitzonderingsregel te mogen toepassen.
- Er is geen wand tussen beide delen. Mag hier een fictieve wand ingerekend worden?
- Stap 4
Basisfuncties?
- Stap 5
Ondersteunende functies?
Meerdere eenheden binnen een gebouw
Als in een gebouw meerdere appartementen, studio’s en niet-residentiële eenheden aanwezig zijn, wordt voor het bepalen van het beschermde volume van de eenheid enkel het beschermde volume van de eenheid zelf bekeken.
Dit betekent dat bij de bepaling van het beschermde volume van de eenheid de gemeenschappelijk gebruikte ruimten van het gebouw zoals liften, gemeenschappelijke traphallen en gemeenschappelijke gangen niet tot het beschermde volume van de eenheid worden gerekend.
Belangrijk hierbij is het onderscheid tussen een gemeenschappelijke en een privatieve circulatieruimte, zoals beschreven onder de definitie van een gebouweenheid.
- Een gedeelde circulatieruimte tussen gebouweenheden met een woonfunctie blijft een gedeelde circulatieruimte, ook als deze gebruikt wordt om privatieve basisvoorzieningen van de eenheden te bereiken. Deze zal dus geen deel uitmaken van het beschermde volume van de appartementen.
De volgende uitzondering is enkel van toepassing op ruimtes die geen woonfunctie hebben: als een (gedeelde) basisvoorziening zoals een keuken, toilet of badkamer uitkomt op een circulatieruimte wordt deze niet meer aanzien als gedeelde circulatieruimte. Een circulatieruimte wordt dus als privatief aanzien als men zich door deze ruimte moet verplaatsen om zich naar een basisvoorziening te begeven binnen het geheel van de eenheid. De gedeelde circulatieruimte eindigt op de plaats waar de circulatieruimte gebruikt wordt om een gedeelde basisvoorziening te gebruiken. Tussen de privatieve en gedeelde circulatieruimte wordt een fictieve afsluiting verondersteld.
Bij de bepaling van het beschermde volume van collectieve woongebouwen worden gemeenschappelijke voorzieningen zoals gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen, gemeenschappelijke circulatie (inkom, liften, traphallen en gangen) en andere gemeenschappelijke voorzieningen (keuken, ontspanningsruimte…) wel mee afgetoetst aan het stappenplan om het beschermde volume van het collectieve woongebouw te bepalen.
Voorbeelden
Hieronder volgen enkele voorbeelden om te verduidelijken hoe het beschermde volume van de gebouweenheden bepaald moet worden in gebouwen met meerdere eenheden.
Zolderruimte van een appartementsgebouw
Gemeenschappelijke en toegankelijke zolder
De gemeenschappelijke en toegankelijke zolder van een appartementsgebouw wordt beschouwd als een gemeenschappelijke ruimte, net zoals circulatieruimtes in het gebouw. Bij de bepaling van het beschermde volume van het gebouw moet deze ruimte ook afgetoetst worden aan het stappenplan
Andere zolders
In het geval de zolderruimte helemaal niet toegankelijk is of enkel toegankelijk is voor het appartement eronder, dan maakt deze zolder geen deel uit van de gemeenschappelijke ruimtes van het gebouw. Deze ruimte is dan deel van het appartement dat daaronder ligt. In het geval van een doorlopende zolder met meerdere appartementen eronder, kan gewerkt worden met fictieve wanden om de zolder op te splitsen per appartement.
Bij de bepaling van het beschermde volume van het gebouw wordt deze zolderruimte mee afgetoetst als onderdeel van het appartement eronder. De grens van het beschermde volume van het gebouw zal ter hoogte van deze zolder dan ook identiek zijn aan de grens van het beschermde volume van het appartement.
Praktijkvoorbeelden
EPC van een eenheid
Situatie
- Een woning van 2000 heeft een spouwmuur met 60mm minerale wol (Umuur = 0,547 W/(m²K)).
- De woning heeft een leefruimte en eetkamer.
- In 2010 werd een veranda aangebouwd met
- hoogrendementsglas
- thermisch onderbroken aluminium profielen (Uvenster = 1,770 W/(m²K)).
- De veranda is
- toegankelijk vanuit de leefruimte
- niet direct verwarmd of actief gekoeld.
Hoort de veranda tot het beschermde volume?
Besluit
- Stap 1: niet direct verwarmd of actief gekoeld
- Stap 2: wel winddicht
- Stap 3: thermisch beschermd: niet van toepassing want meer dan 50% beglaasd
- Stap 4: geen basisfunctie (of onduidelijk)
- Stap 5:
- rechtstreeks toegankelijk vanuit BV = ja
- verlicht = ja
- vrije hoogte min. 180cm = ja
- draagt bij tot bewoning = twijfel (vb. veranda is ingericht als wintertuin met plantjes)
- regel van de grootste warmteweerstand: R muur woning > R muur veranda
De veranda behoort dus niet tot het beschermde volume.
Situatie
- Een woning met alle basisfuncties heeft een zolder die gebruikt wordt als opslagruimte (kartonnen dozen).
- De woning dateert van 1930, isolatie in de gevels is onbekend.
- De zolder
- heeft een onderdak
- is niet geïsoleerd
- beschikt over een klein venster
- wordt niet direct verwarmd of gekoeld.
Hoort de zolder tot het beschermde volume?
Besluit
- Stap 1: niet direct verwarmd of actief gekoeld
- Stap 2: wel winddicht
- Stap 3: niet thermisch beschermd
- Stap 4: geen basisfunctie
- Stap 5:
- rechtstreeks toegankelijk vanuit BV = ja
- verlicht = ja
- vrije hoogte min. 180cm = ja
- draagt bij tot bewoning = nee
De zolder behoort dus niet tot het beschermde volume.
Situatie
- Herneem het vorige voorbeeld.
- De zolder wordt gebruikt als bureauruimte.
- De zoldervloer is geïsoleerd.
Hoort de zolder tot het beschermde volume?
Besluit
- Stap 1: niet direct verwarmd of actief gekoeld
- Stap 2: wel winddicht
- Stap 3: niet thermisch beschermd
- Stap 4: geen basisfunctie
- Stap 5:
- rechtstreeks toegankelijk vanuit BV = ja
- verlicht = ja
- vrije hoogte min. 180cm = ja
- draagt bij tot bewoning = ja
- regel van de grootste warmteweerstand: R zoldervloer > R hellend dak
Bij stap 5 wordt de grens van het beschermde volume volgens het principe van de grootste warmteweerstand ter hoogte van de zoldervloer gelegd. De zolder behoort dus niet tot het beschermde volume.
Als de zolder wel basisfuncties zou bevatten, dan wordt de zolder wel meegenomen in het beschermde volume op basis van stap 4, ook al is de zoldervloer geïsoleerd. Stap 4 komt immers voor stap 5.
Situatie
- Een woning met alle basisfuncties heeft een kelder
- De kelder is winddicht, maar niet direct verwarmd of gekoeld. De kelder wordt gebruikt als wasplaats en berging.
Hoort de kelder tot het beschermde volume?
Besluit
- Stap 1: niet direct verwarmd of actief gekoeld
- Stap 2: wel winddicht
- Stap 3: thermisch beschermd: niet van toepassing want kelder
- Stap 4: geen basisfunctie
- Stap 5: ondersteunende woonfunctie: niet van toepassing want kelder
De kelder behoort dus niet tot het beschermde volume.
Situatie
- Een onverwarmde, niet geïsoleerde maar winddichte garage is toegankelijk vanuit het beschermde volume en huisvest een wasplaats.
- De gevels van de woning en de garage zijn spouwmuren (muren met een traditionele spouw).
- De scheidingsmuur tussen de garage en de woning is niet geïsoleerd.
- De buitengevels (die de grootste oppervlakte uitmaken van alle schildelen van de garage) hebben dus een betere warmteweerstand dan de scheidingsmuur tussen de garage en de woning.
Wanneer wordt de garage meegenomen in het beschermde volume?
Moet er bij de aftoetsing van het principe van de grootste warmteweerstand ook gekeken worden naar de warmteweerstand van de vloeren en daken?
Besluit
- Stap 1: niet direct verwarmd of actief gekoeld
- Stap 2: wel winddicht
- Stap 3: niet thermisch beschermd
- Stap 4: geen basisfunctie
- Stap 5:
- rechtstreeks toegankelijk vanuit BV = ja
- verlicht = ja
- vrije hoogte min. 180cm = ja
- draagt bij tot bewoning = wasplaats → ja
- regel van de grootste warmteweerstand: R scheidingsmuur < R buitenmuur
Het principe bij stap 5 is een hulpmiddel om te kunnen beslissen waar de grens van het beschermde volume ligt. De energiedeskundige heeft altijd de interpretatievrijheid om te beslissen om de garage/wasplaats uit het beschermde volume te weren.
- Enerzijds kijken naar de bewoonbaarheid van de ruimte zelf en de ondersteuning van de ruimte voor de bewoonbaarheid van het beschermde volume. Hij hanteert hiervoor de 4 voorwaarden uit stap 5.
- Anderzijds kijken naar de isolerende eigenschappen van alle schildelen.
- De motivering van de beslissing moet hij bijhouden in het projectdossier.
EPC van de gemeenschappelijke delen
Een constructie bestaat uit:
- 4 naast elkaar liggende duplex-appartementen met een eigen toegang via een buitentrap en een eigen zolderruimte
- een handelspand met eigen toegang op het volledige gelijkvloers → verticale scheiding niet mogelijk → 1 gebouw
- een gedeelde berging per twee appartementen onder de trap .
Wat is het gebouw?
Kijk op de kaart op de Energieprestatiedatabank.
- Op de kaart staat deze constructie als 1 gebouw omlijnd.
- Als we klikken op het gebouw zien we dat de busnummers van de vier appartementen en het handelspand opgenomen zijn in dit gebouw.
- We beschouwen deze constructie dus als 1 gebouw.
- Er zal een EPC gemeenschappelijke delen voor moeten opgemaakt worden.
Wat is het beschermde volume (BV) van het gebouw?
Alle ruimten van het gebouw worden getoetst aan het stappenplan voor het beschermde volume van het gebouw. Bij het doorlopen van het stappenplan wordt er een onderscheid gemaakt tussen de eenheden en de gemeenschappelijke ruimten in het gebouw.
De eenheden: appartementen en handelspand
- De appartementen zullen wellicht volledig tot het BV van het gebouw horen. Bij de zolderverdieping zal bekeken moeten worden of deze direct verwarmd is (stap 1), waar de isolatielaag zich bevindt (zoldervloer of hellend dak) (stap 3) en welke functie deze heeft (stap 4 en 5). Afhankelijk daarvan zal de zolder wel of niet tot het BV horen.
- Het handelspand: ook hier worden alle ruimten afgetoetst aan het stappenplan. Alle verwarmde en/of gekoelde (stap 1) en thermisch beschermde ruimten (stap 3) worden opgenomen. Bij de andere ruimten wordt verder gekeken naar de functie (stap 4 en 5).
- De gemeenschappelijke ruimten: de bergingen
- Ook de gemeenschappelijke bergingen worden afgetoetst aan het stappenplan. Als deze direct verwarmd en/of gekoeld (stap 1) of thermisch beschermd zijn (stap 3) zullen deze behoren tot het BV van het gebouw.
Een constructie bestaat uit:
- een handelspand met aparte zijingang
- 4 boven elkaar gelegen appartementen die via een gemeenschappelijke trappenhal toegankelijk zijn.
Wat is het gebouw?
Het gebouw bestaat uit de appartementen met gemeenschappelijke trappenhal én het handelspand. Ook al is het handelspand toegankelijk via een aparte toegang en niet via de trappenhal, zit het toch vervat in dezelfde constructie.
Dit is ook duidelijk als we kijken op de kaart op de Energieprestatiedatabank.
- Op de kaart staat deze constructie als één gebouw omlijnd.
- Als we klikken op het gebouw zien we dat de busnummers van de vier appartementen en het handelspand opgenomen zijn in dit gebouw.
- We beschouwen deze constructie dus als 1 gebouw.
- Er zal een EPC gemeenschappelijke delen voor moeten opgemaakt worden.
Wat is het beschermde volume van mijn gebouw?
Alle ruimten van het gebouw worden getoetst aan het stappenplan voor het beschermde volume van het gebouw. Bij het doorlopen van het stappenplan wordt er een onderscheid gemaakt tussen de eenheden en de gemeenschappelijke ruimten in het gebouw.
De eenheden: appartementen en handelspand
- De appartementen zullen wellicht volledig tot het BV van het gebouw horen. Het stappenplan wordt afgetoetst.
- Het handelspand: ook hier worden alle ruimtes afgetoetst aan het stappenplan. Alle verwarmde en/of actief gekoelde (stap 1) en thermisch beschermde ruimten (stap 3) worden opgenomen. Bij de andere ruimten wordt verder gekeken naar de functie (stap 4 en 5).
- De gemeenschappelijke ruimten: de traphal
- Ook de gemeenschappelijke traphal wordt afgetoetst aan het stappenplan. Als deze direct verwarmd en/of actief gekoeld (stap 1) of thermisch beschermd is (stap 3) hoort deze tot het BV van het gebouw. Zo niet, zal deze normaal op basis van stap 5 bij het BV gevoegd worden.
Een constructie bestaat uit:
- een linker- en rechtergedeelte met elk een aparte ingang (rode pijlen). De ingang geeft in het gebouw telkens toegang tot een grote trappenhal met daarrond verschillende appartementen.
- een aantal appartementen, een aantal handelszaken en een conciërgelokaal op het gelijkvloers.
- een stookkelder die over de hele lengte van het gebouw doorloopt.
Een verticale scheiding tussen het linker- en het rechtergedeelte is niet mogelijk.
Wat is het gebouw?
Deze constructie wordt als één gebouw beschouwd met meerdere ingangen. Ook de handelspanden die via een aparte ingang vanaf de straat bereikbaar zijn horen bij dit gebouw. Dit is duidelijk als we kijken op de kaart op de Energieprestatiedatabank.
Op de kaart staat deze constructie als één gebouw omlijnd. Als we klikken op het gebouw zien we dat alle busnummers van de appartementen en de handelspanden opgenomen zijn in dit gebouw. We beschouwen deze constructie dus als één gebouw, waarvoor een EPC gemeenschappelijke delen moet opgemaakt worden.
Wat is het beschermde volume van het gebouw?
Alle ruimten van het gebouw worden getoetst aan het stappenplan voor het beschermde volume van het gebouw. Bij het doorlopen van het stappenplan wordt er een onderscheid gemaakt tussen de eenheden en de gemeenschappelijke ruimten in het gebouw.
De eenheden: appartementen en handelspanden
- De appartementen zullen wellicht volledig tot het BV van het gebouw horen. Het stappenplan wordt afgetoetst.
- De handelspanden: ook hier worden alle ruimten afgetoetst aan het stappenplan. Alle verwarmde en/of gekoelde (stap 1) en thermisch beschermde ruimten (stap 3) worden opgenomen. Bij de andere ruimten wordt verder gekeken naar de functie (stap 4 en 5).
- De gemeenschappelijke ruimten: de traphallen, het conciërgelokaal en de stookkelder
- Ook de gemeenschappelijke traphallen worden afgetoetst aan het stappenplan. Als deze direct verwarmd (stap 1) of thermisch beschermd zijn (stap 3) horen deze tot het BV van het gebouw. Zo niet, zullen deze normaal op basis van stap 5 bij het BV gevoegd worden.
- Hetzelfde principe geldt voor het conciërgelokaal.
- De stookkelder zal enkel tot het BV horen als deze direct verwarmd of gekoeld wordt.