Overige aandachtspunten bij het rapporteren van de installaties
Vermijd fouten bij het rapporteren van installaties. De onderstaande aandachtspunten komen uit een steekproefcontrole op 110 dossiers.
Betere waarden gerapporteerd dan vermeld in de stavingsstukken
In een aantal dossiers nemen verslaggevers bepaalde gegevens niet over uit de technische fiches of ander stavingsstukken. Enkele voorbeelden:
- De circulatiepomp is ‘natlopend’ gerapporteerd in plaats van ‘drooglopend’;
- Het elektrisch vermogen van de pomp voor de warmtetoevoer over de verdamper is met een hogere waarde gerapporteerd dan blijkt uit de technische fiche;
- De dikte van de isolatie van het opslagvat is beter gerapporteerd dan blijkt uit de technische fiche;
- Het gerapporteerd vermogen voor de warmteopwekking is lager dan blijkt uit de Ecodesigngegevens.
Het opwekkingstoestel (of toestellen) valt niet onder Ecodesign, maar is wel zo gerapporteerd
In de EPB-aangifte is gerapporteerd dat het opwekkingstoestel voor warm tapwater onder toepassing van de Ecodesignrichtlijn valt en bijvoorbeeld voorzien is van een geïntegreerd opslagvat.
Echter, als blijkt dat het opwekkingstoestel gecombineerd is met een extern opslagvat of warmtewisselaar en er voor die combinatie geen testgegevens volgens Ecodesign beschikbaar zijn, valt de opwekker voor warm tapwater niet onder Ecodesign. In dat geval moeten het opwekkingsrendement en het opslagrendement berekend worden met de vaste rendementen.
Het is mogelijk dat een condenserende ketel A zorgt voor de opwarming van boiler B. Als de fabrikant niet expliciet beschikt over een ErP-fiche met testgegevens van de combinatie ‘Condenserende ketel A + boiler B’, moet de ‘boiler B’ gerapporteerd worden als extern opslagvat. Dit toestel valt dan niet onder Ecodesign. Een berekend pakketlabel wordt niet aanvaard.
Voorbeeld:
Er zijn verschillende types afgifte-elementen en er is niet gerapporteerd met het slechtste afgifte-element
- De EPB-eenheid heeft één ruimte met elektrische verwarming
Als een afgifte-element voorzien is van een vaste elektrische aansluiting in één ruimte en de rest van de ruimte heeft een ander afgiftesysteem, maakt u voor die ene ruimte best een afzonderlijke energiesector. Als dat niet zo is, moet de hele EPB-eenheid gerapporteerd worden met het afgiftesysteem met het slechtste rendement, namelijk elektrische verwarming.
- De EPB-eenheid bevat zowel radiatoren als vloerverwarming
Als de EPB-eenheid niet opgesplitst wordt in een energiesector per type afgifte-element, moet er gerekend worden met het afgiftesysteem met het slechtste afgifterendement voor de ganse EPB-eenheid.
- De staving over de aard van de afgifte-elementen ontbreekt
Als er geen staving wordt aangereikt dat er vloerverwarming aanwezig is en de opwekker is geen elektrische weerstandsverwarming, wordt er aangenomen dat het afgifte-element ‘radiatoren’ is. Door de verplichting tot het opladen van stavingsstukken voor EPB-aangiften ingediend vanaf 1 januari 2023 moet de staving van de afgifte-elementen aanwezig zijn.
Lokale opwekker in plaats van gemengde opwekker
Vooral bij projecten met aanvraagdatum tot vergunning in 2018 is vastgesteld dat een warmteopwekker gerapporteerd wordt als een lokale opwekker voor ruimteverwarming en als lokale opwekker voor de opwekking van sanitair warm water.
Meestal blijkt dat er slechts één opwekker (bijvoorbeeld een gascondensatieketel van het doorstroomprincipe) geplaatst is voor ruimteverwarming en sanitair warm water samen.
Opwekkers die instaan voor zowel de opwekking van de ruimteverwarming als voor de opwekking van sanitair warm water moeten voor bouwprojecten met een aanvraagdatum tot vergunning vanaf 2018 ingevoerd worden als een ‘gemengde opwekker’.
Het buffervat is niet gerapporteerd
Uit de aangereikte staving blijkt dat er een buffervat aanwezig is, maar dat werd niet gerapporteerd.