Gedaan met laden. U bevindt zich op: Appartement met collectief verwarmingssysteem en circulatieleiding Verdeelsystemen in de EPB-software

Appartement met collectief verwarmingssysteem en circulatieleiding

Geldig voor alle bouwaanvragen

Hieronder wordt een voorbeeld uitgewerkt om de ingave van verdeelsystemen in de EPB-software te illustreren.

Situatie

Een appartementsgebouw met 12 appartementen beschikt over een collectieve stookplaats. De (collectieve) verwarmingskring is apart van de (collectieve) kring voor sanitair warm water ().

Aanpak verwarming

Bij een collectief systeem voor ruimteverwarming, maakt u eerst een primair verdeelsysteem van het type ‘Verwarming’ aan. Hier voert u alle gegevens in voor de gemeenschappelijke kring tot aan de afleverset.

Als er geen afleverset is, voert u de gegevens in tot aan de aftakking naar de EPB-eenheden.

Per aangesloten maakt u een secundair verdeelsysteem ruimteverwarming aan. Hier voert u alle gegevens in voor de verwarmingskring in de zelf.

Aanpak sanitair warm water

Bij een gemeenschappelijke maakt u steeds een primair verdeelsysteem van het type ‘Sanitair warm water’ aan. Meestal is het niet nodig om per aangesloten EPB-eenheid een secundair verdeelsysteem aan te maken. Dat is enkel nodig als er in die EPB-eenheid ook een lokale circulatieleiding aanwezig is.

Voorbeeld 1: stel dat er geen lokale circulatieleiding per EPB-eenheid is.

  • Maak een primair verdeelsysteem aan van het type ‘Sanitair warm water’. Hier voert u alle gegevens in van de gemeenschappelijke kring tot aan de afleverset.
  • Koppel alle EPB-eenheden rechtstreeks met het primaire verdeelsysteem.
  • In de knoop SWW (Sanitair Warm tapwater) van alle EPB-eenheden voert u nog de nodige info in over de aanwezige tappunten. De lengte van de tapleidingen bepaalt u vanaf de afleverset tot aan het tappunt.

Voorbeeld 2: stel dat in elke EPB-eenheid ook een lokale circulatieleiding aanwezig is.

  • Maak een primair verdeelsysteem aan van het type ‘Sanitair warm water’. Hier voert u alle gegevens in van de gemeenschappelijke kring tot aan de substations.
  • Per aangesloten EPB-eenheid maakt u een secundair verdeelsysteem aan. Hier duidt u aan dat er een circulatieleiding aanwezig is en geeft u alle nodige gegevens in.
  • Koppel het secundair verdeelsysteem met de juiste EPB-eenheid.
  • In de knoop SWW van de EPB-eenheid voert u nog de nodige info in over de aanwezige tappunten.

Het kan ook zijn dat er slechts in enkele EPB-eenheden een lokale circulatieleiding aanwezig is. Dan maakt u voor de EPB-eenheden met lokale circulatieleiding een secundair verdeelsysteem aan. De andere EPB-eenheden koppelt u rechtstreeks met het primaire verdeelsysteem.