Vraagsturing: rekenmethode - Niet-residentieel
De rekenmethode bevat een reductiefactor voor vraaggestuurde ventilatie (freduc,vent) die de beperkte ventilatieverliezen ten gevolge van een vraaggestuurd systeem inrekent. Twee reductiefactoren drukken de invloed van een dergelijk systeem op de energieprestatie uit:
freduc,vent,heat: voor ventilatie in functioneel deel f specifiek voor de verwarmingsberekeningen
freduc,vent,cool: voor ventilatie in functioneel deel f specifiek voor de koelberekeningen
Deze twee factoren worden gelijkgesteld aan de reductiefactor freduc,vent,zone z voor ventilatie in ventilatiezone z.
Waarde bij ontstentenis
De waarde bij ontstentenis voor deze factoren is 1.
Reductiefactor
Om met een gunstigere reductiefactor te mogen rekenen, moet het vraaggestuurd ventilatiesysteem voldoen aan zowel eisen aan de detectie, als aan eisen aan de regeling. De conformiteit aan die eisen moet u bewijzen met een stavingsstuk.
Eisen aan de detectie
Elke moet uitgerust zijn met een detectiesysteem om de ventilatiebehoefte van die ruimte te bepalen. Het type detectiesysteem moet minstens van klasse IDA-C3 zijn en moet voldoen aan de bijkomende eisen uit onderstaande tabel. Uit deze tabel volgt dan de reductiefactor die de EPB-software zal toepassen.
Detectietype | Bijkomende voorwaarden voor gebruik van de factor f | freduc,vent |
---|---|---|
IDA-C3: kloksturing | 1,00 | |
IDA-C4: aanwezigheidsdetectie | Leslokalen: De aanwezigheidsdetectie moet automatisch gebeuren en de volledige ruimte dekken. | 0,80 |
Andere schoollokalen: De betreffende ruimte heeft een ontwerpbezetting van meer dan 2 personen. | 1,00 | |
Andere schoollokalen: De betreffende ruimte heeft een ontwerpbezetting van 2 personen of minder. De aanwezigheidsdetectie moet automatisch gebeuren en de volledige ruimte dekken. | 0,80 | |
IDA-C5: detectie van het aantal personen | Het aantal personen dat in de ruimte aanwezig is, moet automatisch worden bepaald. De detectie moet gebeuren door een van de volgende toestellen:
| 0,75 |
IDA-C6: detectie van een gas |
| 0,70 |
Ander detectietype | 1,00 |
Bijkomende detectiesystemen in ruimten niet bestemd voor menselijke bezetting zijn toegelaten, maar hebben geen invloed op de bepaling van de reductiefactor voor ventilatie.
Eisen aan de regeling
Elke ruimte in ventilatiezone z moet voldoen aan de eisen die gesteld worden aan de regeling van de toe-en afvoeren. Deze eisen verschillen voor ruimten bestemd voor menselijke bezetting en ruimten niet bestemd voor menselijke bezetting.
Opmerking EPU-EPN
De EPN-methode neemt de regels voor bepaling van de reductiefactor voor vraaggestuurde ventilatie één op één over van de EPU-methode.