Geldig voor alle bouwaanvragen
Bij ventilatie is het belangrijk dat er verse buitenlucht binnengebracht wordt in de juiste hoeveelheden op de juiste plaats in de woning. Een goed uitgevoerd ventilatiesysteem heeft dan ook een gunstige invloed op het E-peil. Voor woongebouwen rapporteert u die uitvoeringskwaliteit via de vermenigvuldigingsfactor, of (multiplication).
Kwaliteit van de uitvoering
U kan de kwaliteit van het systeem aantonen door te bewijzen dat:
- de regelbare toevoeropeningen (RTO’s) bij systeem A en C voldoende zelfregelend zijn (zelfregelendheidsklasse P3 of P4, volgens opgave fabrikant). Zelfregelendheid zorgt ervoor dat het werkelijke debiet niet teveel afwijkt van het gewenste. Als het hard waait of als er een groot temperatuurverschil is tussen binnen en buiten zal een klep in het rooster zich automatisch wat meer sluiten.
- de inblaas- of extractieventielen bij een mechanisch ventilatiesysteem goed afgesteld zijn door de installateur door een meetrapport van de toe- en afvoerdebieten (enkel bij ) voor te leggen.
- de luchtkanalen luchtdicht zijn door een meetrapport van de kanaalluchtdichtheid voor te leggen (op gelijkaardige wijze gemeten als de gebouwluchtdichtheid). Door lekken in luchtkanalen komt de lucht niet altijd terecht waar het moet. Dan moet de ventilator meer lucht verplaatsen dan nodig.