Hulpenergie ventilatie: aantal ventilatoren
Elke ventilator die gebruikt wordt voor hygiënische ventilatie en/of luchtverwarming moet u afzonderlijk invoeren, als u kiest voor de detailberekening van de hulpenergie.
Aantal ventilatoren
U rapporteert alle ventilatoren die aanwezig zijn.
Voor een systeem D moet u minstens 2 ventilatoren invoeren (voor toe- en afvoer). In geval van circulatie moet u daarvoor ook een afzonderlijke ventilator ingeven.
Als er op meerdere plaatsen permanent lucht wordt toe- of afgevoerd en dat niet via één centrale ventilator gebeurt, dan moet u al deze ventilatoren ingeven.
Onderstaande tabel vat dit samen voor een standaard systeem:
Ventilatiesysteem B
Bij een systeem B is er altijd minstens één ventilator voor de toevoer van verse buitenlucht. U moet dus minstens één ventilator invoeren in de software.
Ventilatiesysteem C
Bij een ventilatiesysteem C is er altijd minstens één ventilator voor de afvoer van de vervuilde lucht. U moet dus minstens één ventilator invoeren in de software.
Ventilatiesysteem D
Bij een systeem D is er altijd minstens één ventilator voor de toevoer van verse buitenlucht en minstens één ventilator voor de afvoer van de vervuilde lucht. U moet dus minstens twee ventilatoren invoeren in de software.
Bij een systeem D kunnen er, naast de ventilatoren voor de toevoer en afvoer, ook nog ventilatoren aanwezig zijn voor de interne recirculatie. Deze bijkomende ventilator(en) geeft u ook in de software in.