Voorbeelden van minimaal geëist ontwerpdebiet voor ruimten bestemd voor menselijke bezetting
Voorbeeld 1: bureel van de directeur van een school, met een oppervlakte van 20 m2
- De ontwerpbezetting voor dat bureel is gelijk aan 1. In de EPB-software geeft men dat aan door aan te vinken dat de ontwerpbezetting gekend is en ‘1’ in te vullen als ontwerpbezetting.
- Een bureel is expliciet in tabel 1 opgenomen als ‘kantoor’ onder de hoofdcategorie kantoorgebouwen. In het EPB-software moet men ‘kantoorgebouwen’ in het veld ruimtecategorie en ‘kantoor’ in het veld soort ruimte kiezen.
Volgens tabel 1 van bijlage X is de vloeroppervlakte per persoon in een kantoor gelijk aan 15 m² per persoon. Dat leidt tot een minimumbezetting van 20/15 = 1,33, naar boven afgerond = 2 personen. Deze minimum- bezetting is groter dan de bezetting die bepaald werd door het bouwteam (ontwerpbezetting = 1) en bijgevolg wordt deze minimumbezetting gebruikt om het minimaal geëiste te bepalen.
- In de ruimte wordt niet gerookt. Het minimumdebiet bedraagt dus 22 m³/h per persoon.
- Het minimaal geëiste ontwerpdebiet voor de ruimte is, in het voorbeeld, gelijk aan: 2 personen x 22 m³/h per persoon = 44 m³/h.
Voorbeeld 2: indoor speeltuin met een oppervlakte van 180 m2
- Volgens de bouwheer kunnen er gedurende de week 35 personen en tijdens één namiddag per week 70 personen in de speelruimte aanwezig zijn. Het ventilatiesysteem moet dus voor 70 personen ontworpen worden. In de EPB-software vinkt u aan dat de ontwerpbezetting gekend is en vult u ‘70’ in als ontwerpbezetting.
- Een indoor speeltuin is niet expliciet in de tabel opgenomen. Volgens het bouwteam benadert geen enkel ruimtetype uit de tabel die ruimte. De speeltuin is immers voorzien van vaste speeltoestellen en kan dus enkel als speeltuin worden gebruikt. Bijgevolg kan die ruimte niet als polyvalente ruimte worden aanzien. Men kiest dus voor ‘overige ruimten’. In de EPB-software moet men ‘overige ruimten’ in het veld ruimtecategorie en in het veld soort ruimte kiezen.
Volgens de tabel van bijlage X is de gangbare vloeroppervlakte per persoon in een ‘overige ruimte’ gelijk aan 15 m² per persoon. Dat leidt tot een minimumbezetting van 180/15 = 12, naar boven afgerond = 12 personen. Dat is kleiner dan de ontwerpbezetting die door het bouwteam werd bepaald, dus wordt niet de minimumbezetting maar wel de ontwerpbezetting gebruikt om het minimaal geëiste ontwerpdebiet te bepalen.
- In de ruimte wordt niet gerookt. Het minimumdebiet bedraagt dus 22 m³/h per persoon.
- Het minimaal geëiste ontwerpdebiet voor de ruimte is, in het voorbeeld, gelijk aan: 70 personen x 22 m³/h per persoon = 1.540 m³/h.