Mogelijk om een renovatie als IER te beschouwen, als de ketel al vervangen werd
Om van een ingrijpende energetische renovatie te kunnen spreken, moet aan twee voorwaarden voldaan zijn.
- Minstens 75% van de schil in contact met de buitenomgeving moet (na)geïsoleerd worden.
- Tenminste de opwekkers moeten worden vervangen.
Als niet voldaan is aan de eerste voorwaarde, dus als minder dan 75% van de schil wordt aangepakt, bestaat er een afwijkingsmogelijkheid om toch als IER te worden beschouwd. Dat komt voor als een deel van de schil in een eerdere fase werd geïsoleerd, zoals een dak of nieuwe ramen.
Als niet voldaan is aan de tweede voorwaarde, dus als de opwekker bij het lopende project niet wordt vervangen, was tot nu toe geen afwijking mogelijk. De reden daarvoor was dat in de berekeningsmethode geen waarden bij ontstentenis voorzien zijn voor bestaande opwekkers.
Voor gevallen waarbij de verwarmingsketels recent vervangen zijn, beschikt men echter wel over de nodige gegevens. Voor die gevallen, waarbij de opwekker maximaal 5 jaar geleden werd vervangen, is daarom ook een afwijkingsmogelijkheid ingevoerd. Die geldt vanaf 7 november 2020 voor alle lopende dossiers.
De beide afwijkingsmogelijkheden om een gewone renovatie toch als IER in te rekenen, kunt u aanvragen bij het VEKA.
De procedure voor een afwijkingsaanvraag wordt eenvoudiger
De procedure voor afwijkingsmogelijkheden om een renovatie toch als IER in te rekenen, maar ook voor individuele uitzonderingen op de EPB-eisen, is vereenvoudigd, voor alle lopende dossiers vanaf 7 november 2020.
De definitieve beslissing zal niet langer door de minister gebeuren, maar door de administrateur-generaal van het VEKA. Dat is een administratieve vereenvoudiging van de bestaande procedure.