Zonnewering: rekenmethode
De aanwezigheid van zonnewering heeft een invloed op de berekening van de zonnewinsten door een venster.
Hoe goed de zonnewering de zon afschermt, zit vervat in de berekening van de zonnetoetredingsfactor gm,j.
gm,j = 0,9 * (ac,m Fc + (1 - ac,m)) * gg,∟
met:
ac,m | De maandelijkse gebruiksfactor van de zonnewering, die rekening houdt met de bediening van de zonnewering (vast, handbediend of automatisch). |
Fc | De reductiefactor voor de zonnewering, die in rekening brengt hoeveel zon een zonnewering doorlaat |
gg,∟ | De zonnetoetredingsfactor van het transparante deel van het venster. |
Reductiefactor Fc voor zonnewering in het vlak
Voor zonnewering in het vlak van het venster is de reductiefactor Fc de verhouding tussen:
- de zonnetoetredingsfactor van de combinatie van de beglazing en de zonnewering (= de gecombineerde zonnetoetredingsfactor gg+C,∟)
- de zonnetoetredingsfactor van enkel de beglazing bij normale inval (gg,∟).
Als de zonnetoetredingsfactor van de combinatie van de beglazing en de zonnewering (gg+C,∟) niet is gekend of niet kan berekend worden, kunt u rekenen met de waarde bij ontstentenis voor Fc. Die is afhankelijk van de plaats van de zonnewering (binnen-, buiten- of tussenzonnewering).
Reductiefactor Fc voor zonnewering niet in het vlak
Voor zonnewering niet in het vlak van het venster is de reductiefactor Fc de verhouding tussen:
- de maandelijkse zonne-instraling op het door de zonnewering beschaduwde venster
- de maandelijkse zonne-instraling op het onbeschaduwde venster.
Dit vergt de bepaling van de verticale overstekhoek van de zonnewering.