Zonnewering: invoer in de software
EPB-software 3G
U kunt zonneweringen invoeren via het tabblad ‘zonneweringen’ van een scheidingsconstructie.
- Stap 1
Geef het type zonnewering in: vast of mobiel.
Als u hebt gekozen voor een mobiele zonnewering, vult u in of deze handbediend of automatisch is.
- Stap 2
Geef aan of de zonnewering in of uit het vlak van het venster ligt.
- Stap 3
De volgende stap is afhankelijk van de locatie van het venster. De software berekent de reductiefactor Fc op basis van onderstaande velden en toont de waarde onderaan het scherm.
- Stap 3a
Bij zonneweringen in het vlak van het venster geeft u aan hoe u de reductiefactor Fc wil berekenen. U hebt de keuze tussen:
- waarde bij ontstentenis: geef de locatie van de zonnewering aan (binnen-, buiten- of tussenzonnewering)
- vereenvoudigde berekening: op basis van 3 invoervelden berekent de software zelf een waarde voor Fc op basis van de norm NBN EN 13363-1
- directe invoer: bereken zelf de gecombineerde gg+C,∟ (bijvoorbeeld: via een extern rekenblad). U moet hiervoor de juiste stavingsstukken bijhouden.
- Stap 3b
Bij zonneweringen niet in het vlak van het venster, geeft u 2 extra gegevens in: de overstekhoek van de zonnewering en de . U moet hiervoor de juiste stavingsstukken bijhouden.
Meer uitleg bij enkele specifieke invoervelden :
Type zonnewering Een zonnewering kan mobiel of vast zijn. De positie van een vaste zonnewering is onveranderlijk. Een mobiele zonnewering kan minstens 2 verschillende posities aannemen.
Type bediening Een mobiele zonnewering kan manueel of automatisch worden bediend.
Een automatische bediening gebeurt via een systeem dat geen enkele manuele tussenkomst vergt. Het vereist een automatisch gestuurde activator (bijvoorbeeld: een motor) en minstens 1 zonnesensor gericht op dezelfde oriëntatie als het venster waarvoor de zonnewering geplaatst is of een afwezigheidssensor die de zonnewering automatisch sluit bij afwezigheid.
Zonnetransmissie-factor
Hier wordt de zonnetransmissie-factor bij normale inval en hemisferische transmissie, van de zonnewering ingegeven. Deze waarde wordt aangeleverd door de fabrikant. Enkel zonneweringen met een van minder dan 30% worden in beschouwing genomen. Zonnereflectie-factor,buitenzijde Dit is de normaal hemisferische zonnereflectiefactor van de buitenzijde van de zonnewering. Gecombineerde zonnetoetredings-factor Dit is de bij normale inval van de combinatie transparant deel en zonnewering. Overstekhoek (in °) Dit is de verticale overstekhoek van de zonnewering niet in het vlak van het venster.
EPB-software Vlaanderen
- Stap 1
Maak in de bibliotheek een zonnewering aan door te klikken op ‘zonneweringen en luiken’ bij het onderdeel ‘Installatiecomponenten’. Klik op ‘nieuw’ en vervolgens verschijnt een scherm waar u kunt aangeven welk type zonnewering u wilt aanmaken.
- Stap 2
Afhankelijk van de gekozen zonnewering, verschijnt een ander scherm.
- Stap 2a
Als u hebt gekozen voor de ingave via de waarde bij ontstentenis (2 mogelijkheden), verschijnt een scherm waarin u de locatie en de bediening van de zonnewering moet ingeven. Als u hebt gekozen voor een luik, dan moet u ook nog de gegevens in verband met de warmteweerstand van het luik ingeven.
- Stap 2b
Als u hebt gekozen voor de detailberekening, moet u de beglazing ingeven en ook de waarde voor de gecombineerde zonnetoetredingsfactor gg+C,∟. U moet deze waarde zelf berekenen (bijvoorbeeld: via een extern rekenblad). U moet hiervoor de juiste stavingsstukken bijhouden.
- Stap 2c
Als u hebt gekozen voor zonnewering niet in het vlak, dan moet u de ingeven en de bediening van de zonnewering.
- Stap 3
Als u een zonnewering hebt aangemaakt in de bibliotheek, kunt u deze in het project invoeren. U kunt dit invoeren op de tabbladen ‘zonnewering in het vlak’ of ‘zonnewering niet in het vlak en beschaduwing’ van de