Randisolatie: invoer in de software
Als u in de EPB-software kiest voor berekeningswijze ‘gedetailleerde berekening’ kunt u het effect van de randisolatie inrekenen. U voert de oppervlakte van de aaneengesloten vloer en van de perimeter in.
Randisolatie kunt u enkel inrekenen voor vloeren dicht bij het maaiveld. Hierdoor moet u ‘nee’ aanvinken bij het maken van de keuze ‘De vloer is onder het grondniveau’.
U geeft aan dat er randisolatie aanwezig is en legt daarna de wijze van berekening van de Ψe,edge-waarde vast:
- als de waarde numeriek werd berekend via een gevalideerde numerieke berekening, kiest u voor directe invoer en wordt de gedetailleerde berekening toegepast;
- als u kiest voor een vereenvoudigde berekening van de Ψe,edge-waarde door de EPB-software vinkt u ‘neen’ aan bij de keuze ‘directe invoer van Ψe,edge’.
Als de randisolatie onderbroken is, voert u het onderbrekingspercentage van de perimeter zonder randisolatie (maximaal 15%) en het aantal onderbrekingen (maximaal 15) van de randisolatie in.
Daarna voert u de rest van de parameters in zoals de dikte van de buitenmuur, de keuze van verticale of horizontale randisolatie. De combinatie van beide verticale en horizontale is enkel toegestaan als die op elke plaats van de randisolatie voorkomt. Dan moet u van beide soorten de geometrische en thermische gegevens invoeren.
Na het invoeren van de warmteweerstand van de vloer, kan de EPB-software de U-waarde van de vloer met randisolatie berekenen.