• Verluchtingskanalen die verschillende ruimten verluchten die boven elkaar liggen.
• Grote leidingschachten die toegankelijk zijn vanuit een gemeenschappelijke trappenhal.
• Kleine leidingschachten met stijgleidingen van gasleidingen die moeten verlucht worden.

Beschouw deze kokers als gemeenschappelijke ruimten.

• De muren van deze kokers zijn meestal scheidingsconstructies (open definitie) tussen wooneenheden en gemeenschappelijke ruimten. Als de koker een muur heeft die grenst aan de buitenomgeving, dan maakt die deel uit van de verliesoppervlakte, en geldt de U-max-eis voor buitenmuren.
• De onderkant van de koker (vb. opening naar de kelder of kruipruimte) is niet onderworpen aan de Umax-eis.
• De bovenkant van de koker (vb. afdekking van de leidingschacht) is niet onderworpen aan de U max-eis. Als de koker door het beschermde volume steekt, zit ter plaatse van de kokerdoorgang een opening in de verliesoppervlakte. U mag van deze opening abstractie maken en veronderstellen dat de verliesoppervlakte op die plaatsen gewoon doorloopt.

Als een koker wordt opgevat als een AOR (open definitie) , behoort de koker niet tot het beschermde volume.

Dat heeft als nadeel dat de verliesoppervlakte vergroot en de compactheid minder gunstig wordt: de wanden van de koker maken deel uit van de verliesoppervlakte van het appartementsgebouw en moeten voldoen aan de maximale U-waarde voor buitenmuren. De bouwdelen die boven het dak uitsteken en/of in de kelder doorlopen, hoeft u niet te rapporteren in de EPB-aangifte.

Bijlage VII bij het energiebesluit: rubriek 3.2