Luchtlagen: definitie en eigenschappen
Definitie
Luchtlagen kunnen voorkomen in alle soorten . We spreken van een luchtlaag in een scheidingsconstructie als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- de luchtlaag komt voor tussen twee andere samenstellende lagen van een scheidingsconstructie.
- De luchtlaag is begrensd door twee niet reflecterende vlakken die evenwijdig zijn en die loodrecht op de richting van de warmtestroom staan.
- De dikte van de luchtlaag is maximaal 300 mm.
Voorbeeld: luchtspouw in een spouwmuur:
Isolerende en andere eigenschappen van lucht
Het isolerend vermogen van de luchtlaag hangt van af twee zaken:
- dikte van de laag en de mate waarin de lucht in de laag kan bewegen
Stilstaande droge lucht is een goede isolator. Lucht in beweging is echter geen goede isolator. Hoe groter de dikte van de luchtlaag, hoe meer kans dat de lucht gaat circuleren en de laag dus minder isolerend wordt.
Soms is het bouwfysisch noodzakelijk dat de lucht circuleert in een scheidingsconstructie, bijvoorbeeld om een constructie te laten drogen. We spreken dan van een ‘geventileerde luchtlaag’ of ‘verluchte spouw’. Als in een spouwmuur een verluchte spouw is aangebracht vlak na de gevelsteen, zal de gevelsteen sneller opdrogen. Hierdoor is de gevelsteen minder blootgesteld aan vorst- en dooicycli maar zal het isolerend vermogen van de totale muur verminderen.
- De richting van de warmtestroom
Ook de richting van de warmtestroom doorheen de luchtlaag heeft een invloed op het isolerend vermogen. Deze richting staat los van de richting van de luchtcirculatie in de luchtlaag.