Gedaan met laden. U bevindt zich op: Verliesoppervlakten Volume en oppervlaktes

Verliesoppervlakten

Geldig voor alle bouwaanvragen

Definitie

De warmteverliesoppervlakten van een gebouw of van een deel van een gebouw zijn de oppervlakten waardoor warmte van het beschermde volume verloren gaat naar de buitenomgeving (lucht of water), de grond en alle aangrenzende ruimten die niet tot een behoren.

Voorbeeld: de figuur toont de afmetingen voor het bepalen van de warmteverliesoppervlakte. De afmetingen zijn aangeduid met rode maatlijnen/pijlen.

Meten en berekenen met as-built-afmetingen

De warmteverliesoppervlakten van een gebouw of van een deel van een gebouw meet en berekent u, net zoals het beschermd volume, op basis van de .

U berekent de verliesoppervlakten van alle scheidingsconstructies, zoals buitenmuren, daken, vloeren, vensters … die het beschermd volume omhullen of omsluiten.

Rapporteer elke scheidingsconstructie altijd met de as-built-afmetingen. Een vereenvoudigde invoer van 1 m² is niet toegelaten.

Om vlot de warmteverliesoppervlakten te bepalen, kunt u de uiterste grenzen van het beschermde volume aanduiden (rode streeplijn). Daarna is het mogelijk om de oppervlakten van de volgens buitenafmetingen te meten, op basis van de afstanden tussen de snijpunten van de uiterste grenzen van het beschermde volume.

Een muur, een vloer of plafond die het beschouwde volume begrenst naar een aangrenzend beschermd volume op het eigen perceel (bijvoorbeeld een bovenliggend appartement) of op een naastliggend perceel (bijvoorbeeld naar de buurwoning), wordt niet beschouwd als warmteverliesoppervlakte.

Toepassing

Het basisprincipe voor het bepalen van het beschermd volume en de warmteverliesoppervlakten toepassen op een aantal specifieke bouwdetails en knooppunten(PDF bestand opent in nieuw venster) uit uitvoeringsplannen van bouwprojecten.

Deze opsomming van voorbeelden is niet limitatief. Ze zijn uitgewerkt om de vermelde basisprincipes verder te verduidelijken .

Enkele specifieke toepassingen en aandachtspunten:

  • voor vensters, deuren, dakvlakvensters … worden de dagmaten van de gevelbekleding (de opening gezien van buitenaf) als afmetingen aangenomen.
  • Bij een schildeel waarbij in eenzelfde vlak 2 verschillende samenstellingen voorkomen, is de scheidingslijn tussen de 2 gedeelten bepalend voor het berekenen van de beide warmteverliesoppervlakten. Als bijvoorbeeld een voorgevel deels opgebouwd is met een spouwmuur en deels opgebouwd is als muur met isolatie en buitenpleister, worden de oppervlakten bepaald tot de scheidingslijn tussen beide delen (gezien van buitenaf).
  • Voor gebogen bouwelementen (tondaken, gebogen muren, … ) wordt de reële (= ontwikkelde) oppervlakte in rekening gebracht.
  • Bij een gebouw met een hellend dak, waarbij de zolderruimte niet tot het beschermd volume behoort én waarbij de zolderruimte toegankelijk is gemaakt met een zolderluik om bijvoorbeeld als niet-geïsoleerde bergruimte, stooklokaal … te gebruiken, moet het zolderluik ingegeven worden als scheidingsconstructie.
  • Er is sprake van een hellend dak als de helling groter is dan 15°. Licht hellende daken (met helling ≤ 15°) zijn te beschouwen als plat dak.
  • Bij een gebouw met een kelder buiten het beschermd volume zijn zowel de binnenmuren naar die kelder, de trapslede boven de kelder, alsook de binnendeur naar de kelder in te rekenen als warmteverliesoppervlakte.