Voorbeeld: onafhankelijkheid van appartementsblokken
Hier wordt het begrip ‘onafhankelijkheid van gebouwen’ bij appartementsblokken geïllustreerd. Er wordt verder niet ingegaan op de indeling in projecten, EPB-eenheden of K-volumes. Een nieuw appartementsgebouw dat bestaat uit meerdere ‘blokken’ wordt opgetrokken. Volgende varianten worden beschouwd.
Variant 1
2 appartementsgebouwen grenzen niet fysiek aan elkaar. Beide delen vormen dus een apart gebouw.
Variant 2
3 appartementsblokken worden gelijktijdig opgetrokken. Ieder blok heeft een gemeenschappelijke traphal met een of meerdere appartementen op elke verdieping. Op het gelijkvloers is telkens een handelsruimte voorzien die een aparte toegang heeft aan de straatkant.
De 3 blokken grenzen fysiek aan elkaar maar voldoen aan de definitie van onafhankelijkheid. Ze kunnen immers in als het ware in 3 worden geknipt en uit elkaar worden geschoven. Ze mogen dus als aparte gebouwen worden ingevoerd.
Variant 3
Deze variant is analoog aan variant 2 maar de handelsruimte op het gelijkvloers loopt door. Hierdoor is niet voldaan aan de definitie van onafhankelijkheid en moet het geheel als 1 gebouw worden ingevoerd.
Variant 4
2 appartementsblokken bezitten een gemeenschappelijke ondergrondse en onverwarmde ruimte. Hierin kan bijvoorbeeld een parking met technische ruimten voorzien zijn. De blokken voldoen bijgevolg aan de definitie van onafhankelijkheid en mogen worden opgesplitst in 2 gebouwen.
Indien deze ondergrondse ruimte verwarmd zou zijn, is een opsplitsing niet mogelijk.
Variant 5
2 appartementsblokken worden met elkaar verbonden via een ondergrondse onverwarmde parking. Beide blokken vormen geen afzonderlijk fysiek geheel maar mogen wel als aparte gebouwen worden beschouwd omdat ze onafhankelijk van elkaar zijn.
Variant 6
Een gemeenschappelijke traphal geeft toegang tot 2 vleugels met appartementen. Beide gebouwhelften zijn niet onafhankelijk (bereikbaarheid) en het volledige project wordt in dus beschouwd als 1 gebouw.
Variant 7
De appartementen bevinden zich in 2 bouwlagen. De appartementen van de verdieping zijn enkel toegankelijk via een buitentrap en passerelle. De verschillende delen kunnen van elkaar worden gescheiden door middel van verticale scheidingsvlakken. Maar door deze opsplitsing in meerdere gebouwen, komt de bereikbaarheid van de bovenste appartementen in het gedrang. Bijgevolg kan geen opsplitsing in meerdere gebouwen worden gemaakt op basis van onafhankelijkheid.
Variant 8
Dit is een voorbeeld van een uitzonderingsgeval. Twee appartementsblokken zijn enkel toegankelijk via een gemeenschappelijk toegangsportaal. De 2 gebouwen kunnen worden gescheiden door middel van een verticaal scheidingsvlak maar de aldus bekomen gebouwdelen zijn onvoldoende toegankelijk, dit ten gevolge van de gemeenschappelijke ingang. Bijgevolg is de definitie van onafhankelijk niet vervuld.
Hoewel beide blokken in de regel niet onafhankelijk van elkaar zijn, is een opsplitsing in 2 gebouwen in dergelijke gevallen toch gegrond.